H2: Engelse werkwoorden (spelling ww)

WELKOM 

bij Nederlands 



1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELKOM 

bij Nederlands 



Slide 1 - Slide

Planning vandaag
  • Periode B
  • Herhalen vorige les
  • Taken 
  • Toets bespreken

Slide 2 - Slide

Periode B
Spelling werkwoorden
toets: do 16 jan

Creatief schrijven
inleveren: 3 februari 


Slide 3 - Slide

Wat weet je nog van de
'gebiedende wijs'?

Slide 4 - Open question

H2: Engelse werkwoorden
Het Nederlands heeft veel werkwoorden uit het Engels overgenomen. 
We vervoegen deze werkwoorden net als Nederlandse werkwoorden.

Slide 5 - Slide

Zo spel je Engelse werkwoorden 
(in het Nederlands)
  • De ik-vorm van een Engels werkwoord maak je meestal door -en van het werkwoord af te halen (speechen – speech; rugbyen – rugby).

  • Als het woord in het Engels aan het eind een dubbele medeklinker heeft, schrijven we in het Nederlands een enkele medeklinker (softballen – softbal).

  • Tenzij de dubbele medeklinker nodig is voor de uitspraak (baseballen – baseball).

Slide 6 - Slide

Hoe spel je Engelse werkwoorden?
A
Volgens de Nederlandse spellingsregels
B
Volgens de Engelse spellingsregels
C
Volgens aparte spellingsregels
D
Hangt af van het woord. Sommige spelling volgens Nederlandse regels, andere Engels.

Slide 7 - Quiz

Engelse werkwoorden

Hij (speechen - tt)
A
speechd
B
speecht
C
speechet
D
speechte

Slide 8 - Quiz

Engelse werkwoorden

Hij (daten-vt)
A
deette
B
date
C
datede
D
datete

Slide 9 - Quiz

Engelse werkwoorden

Zij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde

Slide 10 - Quiz

Engelse werkwoorden

Hij ...(racen - vt).
A
Hij racte.
B
Hij racette.
C
Hij racde.
D
Hij racete.

Slide 11 - Quiz

Engelse werkwoorden
Zij hebben (volleyballen)
A
gevolleybald
B
gevolleyballd

Slide 12 - Quiz

Engelse werkwoorden
Ik heb (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd
C
gepaintballt
D
gepaintbalt

Slide 13 - Quiz

Vandaag
Leren: hoe je Engelse werkwoorden spelt.

Maken: H2 spelling (Engelse werkwoorden).

Daarna: checken wat je nog weet.



Opdrachten niet af? Zet ze in je daltonplanagenda: bij donderdag.

Slide 14 - Slide