H1 intro

Mavo 2
Intro hoofdstuk 1 Tijd van Pruiken en revoluties (1700-1800)
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- weet je wat de Bastille is en kan je uitleggen dat dit het startsein was voor de Franse revolutie.
- wat de standenmaatschappij was in Frankrijk.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Mavo 2
Intro hoofdstuk 1 Tijd van Pruiken en revoluties (1700-1800)
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- weet je wat de Bastille is en kan je uitleggen dat dit het startsein was voor de Franse revolutie.
- wat de standenmaatschappij was in Frankrijk.

Slide 1 - Slide

Mavo 2
Intro hoofdstuk 1
Bestorming van de Bastille

Op 14 juli 1789 bestormden boze opstandelingen de gevangenis de Bastille. Ze geloofden dat hier onschuldige burgers zaten opgesloten. Ook stalen ze wapens die er lagen opgeslagen.
Dit wordt gezien als het startsein van de Franse revolutie.

Slide 2 - Slide

Mavo 2
Intro hoofdstuk 1
Frankrijk vóór de revolutie

De maatschappij was ingedeeld in 3 standen. Elke stand had zijn eigen rechten en plichten.

Slide 3 - Slide

Mavo 2
Intro hoofdstuk 1
De geestelijkheid:
De mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).
De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters.

Slide 4 - Slide

Mavo 2
Intro hoofdstuk 1
De adel:
Rijke mensen met een adellijke titel, zoals graaf of hertog.
Zij hebben veel grond met mooie grote paleizen.
Ze betalen vrijwel geen belasting en hebben wel invloed op het bestuur. Ze mogen de koning adviseren.


Slide 5 - Slide

Mavo 2
Intro hoofdstuk 1
De boeren en burgers
Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. Zo had je de rijke burgerij, de bourgeoisie. Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.
De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.

Slide 6 - Slide

Mavo 2
Intro hoofdstuk 1
De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges (voorrechten)

Slide 7 - Slide

0

Slide 8 - Video

Sleep de kenmerken naar de juiste standen
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
De geestelijken
De adel
De boeren
Moest vechten
Moest werken
Moest bidden

Slide 9 - Drag question

Wat hoort bij welke stand?
1e stand
2e stand
3e stand
Adel
Belasting betalen
Geestelijken
Leiding geven aan het leger.
Wonen in kastelen en betalen geen belasting.
Mis voordragen in de kerk.
Hebben kloosters en veel grond.
Boeren en burgers
Herendiensten verrichten

Rijke mensen, middenstanders en arme mensen.

98% van de bevolking

Slide 10 - Drag question

1e stand
2e stand
3e stand
Adel
Geesteijken
Boeren en burgers

Slide 11 - Drag question

Leg uit wat de tekenaar hiermee bedoeld zou hebben.
Een spotprent uit 1789
over de drie standen. Onder de
prent staat: ‘Men mag hopen
dat dit spel binnenkort voorbij
zal zijn.’

Slide 12 - Open question

Open de opdracht in de volgende slide. Plaats hieronder het screenshot.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Link

Mavo 2
Intro hoofdstuk 1
- Maak de gedeelde LessonUp
- Lees blz. 6 en 7 IB en maak opdracht 1 t/m 4 blz. 6 en 7 wb.

Slide 15 - Slide