This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
donderdag 12 oktober 2017
Slide 1 - Slide
Brandpreventie
Brand is gevaarlijk en schadelijk, maar rook eist de meeste dodelijke slachtoffers.
Daarom is het zo belangrijk dat mensen in geval van nood snel en veilig een gebouw kunnen verlaten.
Slide 2 - Slide
Brandpreventie
Door te oefenen met een ontruimingsplan weet je wat je moet doen als het alarm gaat.
Slide 3 - Slide
Brandpreventie
Vuur en hitte zijn voor de hand liggende gevaren van brand in een bedrijf.
Rook, het vrijkomen van giftige stoffen en gevaarlijke stoffen die kunnen exploderen, zijn minstens zo bedreigend voor de gezondheid.
Slide 4 - Slide
eisen:
Eisen en voorschriften in het bouwbesluit
Gebruiksvergunning
Voldoende brand- en rookmelders
Voldoende goede blusmiddelen
Slide 5 - Slide
Regelmatige controles
Een goed opgeleid BHV-team (Bedrijfshulpverleningsteam)
Veilige en herkenbare vluchtroutes
Slide 6 - Slide
Bij een brand is vuur het gevaarlijkst.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Een aantal rookmelders ophangen in een bedrijf is genoeg om aan brandpreventie te doen.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Video
juiste blusmiddelen
brandblusser
brandslangen
Slide 10 - Slide
soorten blussers
Poederblusser Goed voor blussen van branden bij elektriciteit.
CO2 blusser Beter dan poederblusser maar gevaarlijker.
Sproeischuim blusser Water met een speciaal middel dat ervoor zorgt dat het beter doordringt in stoffen.
Slide 11 - Slide
Moet je voordat je blust, altijd op het etiket kijken?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quiz
Het juiste antwoord is JA.
Je moet weten welke brandblusser je gebruikt.
Slide 13 - Slide
Als er brand is, maakt het niet uit welke blusser je gebruikt
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quiz
Het juiste antwoord is NIET WAAR!
Je moet altijd kijken of de blusser wel geschikt is voor de brand. Water is bijvoorbeeld niet geschikt voor een oliebrand.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
brandblusser
Slide 17 - Slide
Brandblussers…
Gebruik je in geval van nood
Moeten geschikt zijn voor het type brand
Moeten een vaste plek hebben (bijv. bij een trap)
Moeten klaar voor gebruik zijn
Moeten goed zichtbaar zijn
Moeten één keer in de twee jaar gekeurd worden (door een erkend keuringsbedrijf)
Slide 18 - Slide
Soorten brand
vaste stoffen
vloeistoffen
gassen
metalen
Slide 19 - Slide
Met een brandblusser kun je twee uur blussen
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
NIET WAAR
Een brandblusser kan meestal maar 5-20 seconden blussen Met een brandblusser blus je kleine brandjes Grote branden kun je minder maken tot de brandweer er is
Slide 21 - Slide
Stel: de brandblusser wordt niet gebruikt. Is het dan nodig de brandblusser elke 2 jaar te laten keuren?
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quiz
JA
Bedrijven zijn verplicht dit te laten doen
Er kan geen druk meer op staan of de inhoud kan gaan klonteren
Slide 23 - Slide
Er zijn geen richtlijnen om een brand te blussen, je doet gewoon hoe jij denkt dat het beste is.
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quiz
NIET WAAR
Er zijn richtlijnen hoe je een brand moet blussen.
Het belangrijkste is om de stappen op de brandblusser te volgen!