18 februari

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

• Bezittelijk voornaamwoord
• MO - la prononciation
• MO - zelfstandig oefenen
• Zelf oefeningen maken in Classroom en/of huiswerk

De vorm van het bezittelijk naamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort

Le lit           C'est mon lit.

La chambre          Voilà ma chambre.

Les parents           J'aime mes parents.

We gaan even oefenen voor het MO

Bezittelijk vnw

Vul het juiste bez. vnw. in:
Je suis dans ... (mijn) chambre.

1. mon
2. ma
3. ta
4. sa

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(mijn) bureau est pratique

1. mon
2. ma
3. mes

(mijn) armoire est grand

1. ma
2. mes
3. mon

We gaan oefenen met zinnen, voorzetsels en woorden

Vertaal naar het Nederlands:
Dans ma chambre il y a une armoire

Vertaal nu naar het Frans:
In mijn kamer is een bed

Hoe zeg je in het Frans ook alweer "Er is" of "is er"?

1. C'est
2. Voilà
3. Il y a
4. J'ai

devant

entre

dans

derrière

sur

sous

à côté de

de stoel

de tafel

de kast

de televisie

de bank

het bed

het raam

la fenêtre

la table

la chaise

l'armoire

le lit

la télé

le canapé

La prononciation

La chambre est grande 

Je vois un lit

Sous la lampe est un tapis

l'armoire

le chat - le chien

le mur

la chaise - le fauteuil

sous

sur

devant

á coté de

en face de

derrière

à gauche - à droite

2 tallen MO oefenen

Wat? Je schrijft allebei minimaal 5 zinnen over een van de plaatjes 

Klaar? Lees het verhaal voor aan je klasgenoot

Wat doet klasgenoot? Wissel van rol!

- beoordeelt je presentatie m.b.v. feedbackformulier

Klaar? Wie durft met mij een gesprekje te oefenen 1-1?

18 februari

Vertel 5 zinnen. 

Il y a - dans - je vois - à gauche - à droite - sous - sur - à coté de -

en face de

Zelfstandig werken

- huiswerk

- woordjes leren (woordkaartjes)

- Classroom oefeningen