In de 17e eeuw gingen Europeanen op de hele wereld handeldrijven. Daardoor ontstond een
wereldeconomie met wereldwijde handelscontacten. De
VOC en andere Europese
compagnieën dreven handel met Oost-Afrika en Zuidoost-Azië. Hun handelsposten waren meestal kleine
kolonies. De
WIC en andere Europese compagnieën dreven handel met West-Afrika en Amerika. In Afrika waren hun handelsposten klein. In Amerika werden het meestal grote kolonies. Deze compagnieën verzorgden de
driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika.