What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Pre Test B4
THEME 2
PRE TEST!!!
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
THEME 2
PRE TEST!!!
Slide 1 - Slide
NEGATIONS
- Zijn ontkenningen.
- Je maakt ze door "NOT" in de zin te zetten.
- Soms kan dit in de bestaande zin.
- Soms moet je woordjes toevoegen.
Slide 2 - Slide
to BE
- Achter een vorm van to BE kun je altijd "NOT/N'T" zetten.
- Er zijn meerdere vormen van to BE
Slide 3 - Slide
Welke 5 vormen van het werkwoord to BE kun je noemen?
Slide 4 - Open question
hulpwerkwoord in de zin
- Er is een hulpwerkwoord als er meer dan 1 werkwoord is.
- Het hulpwerkwoord is het eerste werkwoord.
- Je kunt altijd "NOT" achter het hulpwerkwoord zetten.
Slide 5 - Slide
In welke zin staat een hulpwerkwoord?
A
I have a car.
B
I have got a car.
Slide 6 - Quiz
Wat is dan de juiste ontkenning?
A
I haven't got a car.
B
I haven't a car.
Slide 7 - Quiz
GEEN hulpwerkwoord of vorm van .. to be..
- Dan gaan we een woordje lenen.
Slide 8 - Slide
Noem drie mogelijke hulpwerkwoorden die je kunt lenen.
Slide 9 - Open question
"Does" gebruik je bij..
A
Tegenwoordige tijd
B
Tegenwoordige tijd he/she/it
C
Verledentijd
D
Maakt niet uit
Slide 10 - Quiz
"Did" gebruik je bij..
A
Tegenwoordige tijd
B
Tegenwoordige tijd he/she/it
C
Verledentijd
D
Maakt niet uit
Slide 11 - Quiz
"Do" gebruik je bij..
A
Tegenwoordige tijd
B
Tegenwoordige tijd he/she/it
C
Verledentijd
D
Maakt niet uit
Slide 12 - Quiz
make negative:
She is my sister.
Slide 13 - Open question
make negative:
I have got a car.
Slide 14 - Open question
make negative:
I have a car.
Slide 15 - Open question
make negative:
He bought a PS 5.
Slide 16 - Open question
make negative:
He went to the shop.
Slide 17 - Open question
Adjective and Adverbs
- Adjectives zijn bijvoegelijke naamwoorden (veranderen niet)
- Ze zeggen iets over iets of iemand
- Adverbs zijn bijwoorden (+ly)
- Ze zeggen iets over hoe iemand iets doet
Slide 18 - Slide
What is the correct adverb of:
WONDERFUL
A
Wonderfuly
B
Wonderfully
Slide 19 - Quiz
What is the correct adverb of:
FANTASTIC
A
Fantasticly
B
Fantastically
Slide 20 - Quiz
What is the correct adverb of:
CORRECT
A
Correctly
B
Correctely
Slide 21 - Quiz
What is the correct adverb of:
FAST
A
Fast
B
Fastly
Slide 22 - Quiz
What is the correct adverb of:
GOOD
A
Good
B
Well
Slide 23 - Quiz
She danced __________ at the dance last night.
A
amazing
B
amazingly
Slide 24 - Quiz
My dad's new car is __________.
A
quick
B
quickly
Slide 25 - Quiz
I think that is a __________ car.
A
wonderful
B
wonderfully
Slide 26 - Quiz
He almost got caught by the police but drove away __________.
A
quick
B
quickly
Slide 27 - Quiz
More lessons like this
Pre Test K4
December 2020
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Present Simple Q & N
June 2022
- Lesson with
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Future and Demonstrative Pronouns
June 2022
- Lesson with
30 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Modals
June 2022
- Lesson with
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
present simple and wordorder recap
January 2023
- Lesson with
15 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
2VE Adjectives + Adverbs
June 2022
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Recap unit 6
May 2023
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
D1 past simple interrogative and negative
May 2023
- Lesson with
33 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1