This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Wat weet je nog van 8.5 en rest
Slide 1 - Slide
Nicotine, cafeïne, cocaïne, speed en xtc laten je hersens ..... werken
A
sneller werken
B
anders werken
C
trager werken
D
moeilijker werken
Slide 2 - Quiz
Wiet, alcohol, heroïne en slaapmiddelen zijn voorbeelden van..
A
bewustzijns-veranderende middelen
B
verdovende middelen
C
stimulerende middelen
D
vernietigende middelen
Slide 3 - Quiz
Welke zin klopt niet?
A
door het drinken van alcohol heb je een grotere kans op slokdarmkanker
B
koffie is een stimulerend middel
C
vanaf je 18e mag je alcohol drinken omdat je hersenen dan volledig zijn ontwikkeld
D
blowen is verslavend
Slide 4 - Quiz
Rianne zegt: alcohol verdooft je hersenen en daarom mag je dan niet autorijden Annemiek zegt: Teer in een sigaret is verslavend. Het vernauwt je bloedvaten. Wie heeft gelijk?
A
Rianne
B
Annemiek
C
Rianne en Annemiek
D
Beiden niet.
Slide 5 - Quiz
Wat voor een functie heeft glucose op je lichaam?
A
Dient vooral als beschermingsstof
B
Dient vooral als brandstof
C
Dient vooral als bouwstof
Slide 6 - Quiz
Je zit een avondje te netflixen met je vrienden én 2 zakken m&ms. Welk hormoon zorgt ervoor dat je bloedsuikerspiegel in balans blijft? Door welk orgaan wordt dit hormoon gemaakt?
A
Insuline, gemaakt in de lever
B
Insuline, gemaakt in de alvleesklier
C
Glucagon, gemaakt in de lever
D
Glucagon, gemaakt in de alvleesklier
Slide 7 - Quiz
Je hebt net voor de lunch nog een gymles. Welk hormoon zorgt ervoor dat je glycogeen omgezet wordt in glucose, zodat er voldoende glucose is om te kunnen sporten?
A
insuline, gemaakt door de lever
B
glucagon, gemaakt in de alvleesklier
C
glucagon, gemaakt in de schildklier
D
Insuline, gemaakt in de nieren
Slide 8 - Quiz
Bij welk type diabetes maakt je lichaam vanaf je geboorte te weinig insuline?
A
diabetees type 1
B
diabetes type 2
Slide 9 - Quiz
Zuurstof gaat hier de lever in
Veel voedingsstoffen komen de lever binnen
Bloed stroomt de lever uit
Poortader
Leverader
Leverslagader
Slide 10 - Drag question
De lever breekt overtollige eiwitten af, hoe heet de stof die dan wordt gevormd?
A
Koolhydraat
B
Glucose
C
Ureum
D
Cholesterol
Slide 11 - Quiz
Wat is de juiste volgorde?
A
nieren - urineblaas - urineleider - urinebuis
B
nieren - urinebuis - urineblaas - urineleider
C
nieren - urineleider - urineblaas - urinebuis
Slide 12 - Quiz
De lever zorgt NIET voor:
A
Het filteren van het bloed
B
het maken van nieuwe eiwitten van aminozuren
C
Het afbreken van alcohol en medicijnen
D
Het afvoeren van bilirubine van versleten bloedcellen