much or many?

Grammar: Much and many
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Grammar: Much and many

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Aan het einde van de les weet je wat much/many/a lot of betekent en kan je dit gebruiken.

Slide 2 - Slide

Telbare woorden
woorden die je kan tellen
  • 1 man, 2 men
  • 1 book, 4 books
  • 1 car, 2 cars

het woord staat dan in het meervoud (dus vaak staat er een -s achter het zelfstandig naamwoord)
Ontelbare woorden
woorden die je niet kan tellen

  • water
  • time
  • sugar

Het woord staat in het enkelvoud. 

Slide 3 - Slide

Much 
Je gebruikt much bij niet telbare woorden

  • Do you listen much music?
  • How much sugar do we have left?

Slide 4 - Slide

Many
Je gebruikt many bij telbare worden

  • We have many friends.
  • Many cars use the highway.
  • How many tables are in the classroom?

Slide 5 - Slide

A lot of
Je gebruikt a lot of bij bevestigende zinnen

  • We have a lot of friends.
  • a lot of cars use the highway.
  • a lot of people are inside the building.

Slide 6 - Slide

Summary
Much
niet telbaar, enkelvoud.
Bij bevestigende én ontkennende zinnen

Many 
telbaar, meervoud
Bij bevestigende én ontkennende zinnen

A lot of: Bij alle bevestigende zinnen (telbaar en ontelbaar)

Slide 7 - Slide

How .... water do we have left?
A
much
B
many
C
a lot of

Slide 8 - Quiz

We have .... money.
A
much
B
many
C
a lot of

Slide 9 - Quiz

do you have ..... friends?
A
much
B
many
C
a lot of

Slide 10 - Quiz

boys
A
much
B
many

Slide 11 - Quiz

postcards
A
much
B
many

Slide 12 - Quiz

food
A
much
B
many

Slide 13 - Quiz

........ books

Slide 14 - Open question

......... windows

Slide 15 - Open question

we don't have ............ time left

Slide 16 - Open question

I now understand when to use much, many and a lot of.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll