This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
3.3 Indonesisch nationalisme
Slide 1 - Slide
Planning
Terugblik 3.2 aan de hand van opdracht.
3.3 Hoe kon het nationalisme opkomen in Indonesië?
Werkboek
Slide 2 - Slide
Opdracht
Vorige les hebben we het gehad over het cultuurstelsel. Hoe zat het ook al weer?
In deze opdracht vul je het uitgedeelde schema in. Gebruik hierbij je boek (3.2 blz. 64/65). Klaar? lees blz. 66 (3.3) uit je tekstboek!
timer
1:00
Slide 3 - Slide
Aan het einde van de les kan je uitleggen:
Uitleggen waarom Nederland iets moest doen aan de onderontwikkeling van de indonesische bevolking.
Uitleggen op welke 3 manieren deze ethische politiek werd doorgevoerd.
Uitleggen hoe onderwijs er voor heeft gezorgd dat nationalisme kon opkomen.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Ethische politiek
Roep om situatie in Indonesië te verbeteren groeit vanuit binnen en buitenland.
Landbouwgrond verbeterd door irrigatie meer rijstproductie minder hongersnood.
Medische hulp: ziekenhuizen/inentingen.
Onderwijs: na 1920 scholen steeds meer mensen leren lezen doel: land zelf besturen.
Slide 6 - Slide
Waarom moeten jullie naar school?
Slide 7 - Mind map
Gevolgen beter onderwijs
Kinderen leren lezen en schrijven
Sommige vertrekken naar Nederland om te studeren
leren: vrijheid en democratie
Doel: land zelf besturen: stap 1: volksraad (1918)
Slide 8 - Slide
Stel je voor je bent een rijke Indonesiër en je hebt in Nederland gestudeerd. Je mag plaats nemen in de volksraad om advies te geven. Wat wil je nu eigenlijk?
Slide 9 - Mind map
Nationalisme
Trots zijn op je eigen volk en elk volk heeft recht op een eigen staat.
Dit idee groeit ook in Indonesië!
Slide 10 - Slide
Schrijfopdracht.
Soekarno was een nationalist die streed voor de onafhankelijkheid van Indonesië. Jij gaat je inleven in zijn situatie en jij schrijft een brief naar koningin Wilhelmina waarin je uitlegt waarom jij vind dat Indonesië onafhankelijk moet worden.
Je brief bestaat uit ongeveer 250 woorden en lever je in bij je docent!
Slide 11 - Slide
Waar moest de ethische politiek van Nederland voor zorgen?
A
Zorgen dat de Indonesiërs harder wilde werken
B
Dat de Nederlanders aan de macht kunnen blijven.
C
Einde maken van onderontwikkeling bevolking Indonesië
Slide 12 - Quiz
Hoe werd de landbouwgrond verbeterd?
A
Door irrigatie
B
door te polderen
C
Door meer rijst te verbouwen
Slide 13 - Quiz
Stelling: Iedereen in Indonesië kon vanaf 1900 naar goede scholen
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Wat was de volksraad?
A
Bestuur van Indonesië
B
adviesraad van de regering
C
plek waar burgers mochten debatteren
Slide 15 - Quiz
Huiswerk/werkboek
3.3 opdracht:
Slide 16 - Slide
Vandaag
Terugblik: ethische politiek
Nationalisme in Indonesië: het verloop
Werkboek
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Wie werd hier vermoord?
A
Frans Willem
B
Frans II
C
Frans Jozef
D
Frans Ferdinand
Slide 20 - Quiz
Uit welk land kwam de moordenaar van Frans Ferdinand?
A
Bosnië
B
Servië
C
Roemenië
D
Kroatië
Slide 21 - Quiz
Frans Ferdinand was kroonprins van?
A
Duitsland
B
Oostenrijk-Hongarije
C
Italië
D
Pruissen
Slide 22 - Quiz
Wie was er verandwoordelijk voor de aanslag op Frans Ferdinand?
A
Gravilo Princip
B
Dragutin Dimitrijević
C
Keizer Wilhelm
D
Frans Jozef
Slide 23 - Quiz
In welk jaar werd Frans Ferdinand vermoord?
A
1910
B
1914
C
1916
D
1918
Slide 24 - Quiz
In welke stad werd kroonprins Frans Ferdinand vermoord (aanleiding voor W.O. I)?
A
Belgrado
B
Sarajevo
C
Wenen
D
Zagreb
Slide 25 - Quiz
Waar denk je nog meer aan bij het woord nationalisme?
Slide 26 - Mind map
Oprichting PKI
Partai Kommunis Indonesia (PKI) Indonesië ook één volk en hebben recht op een onafhankelijkestaat.
Roepen op tot opstand : veel geweld:
oa. 1926 Batavia gaan straten op + stichten branden Nederlanders moeten actie ondernemen : PKI verboden.
Slide 27 - Slide
PKI wordt PNI
Opstand PKI mislukt
oprichting PNI: Partai Nasional Indonesia
Leider: Soekarno
Slide 28 - Slide
Opdracht
Maak in tweetallen een eigen partijprogramma voor de PNI gebruik blz. 67/68 uit je boek. Minimaal 3 standpunten die op jullie partijprogramma moeten.