structuur tekst inl kern slot

Unit Wie ben ik?
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Unit Wie ben ik?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Schema vandaag
Prepare for summative writing-look at the rubric
Text structure-structuur van een tekst (what info do you put where?)
repeat hebben /zijn
structure of sentences/game
quizlet words quizzzz

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Structuur van een tekst
  • Inleiding-introduction
  • Kern (middenstuk) -core/middle part
  • Slot-end
  • Elk tekstdeel heeft zijn eigen functie en opbouw (every part has it's function/build up)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De inleiding
  • aandacht trekken/get the attention of the reader
  • het publiek motiveren om de tekst te lezen/motivate people to keep reading
  • informatie geven over wat komen gaat/give info on what is coming
!! Meestal één alinea/usually 1 paragraph
!! Titel hoort NIET bij de inleiding/title is not part of intro

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De kern-middle part
  • grootste deel tekst/biggest part of text
  • samenhangende brokjes informatie/bits of info that are connected
  • deelonderwerpen kern sluiten aan op inleiding/connect to intro
  • is ingedeeld in alinea's/divided in paragraphs
        
       

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De kern
  • Lay-out met tussenkopjes, witregels en signaalwoorden>overzicht en samenhang
  • Lay-out with subtitles, blank lines, and signalwords give overview and coherence
  • WWWWWH-vragen (wie, wat, waar, waarom, wanneer, hoe)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Volgorde deelonderwerpen/order subtopics in a text
Bijvoorbeeld:
  • vroeger/past - nu/present (tijd/time);
  • stelling (statements) - argumenten - weerleggen tegenargumenten ();
  • oorzaak - gevolg (cause and effect)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Het slot/the end
  • De tekst wordt samengevat/text is summarized
  • Het belangrijkste wordt herhaald/most important info is repeated
  • No new info!


In het slot komt géén nieuwe informatie!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Wie kan samenvatten welke informatie je kunt vinden in de drie delen van de tekst?

How much did you understand about the structure of a text?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

This item has no instructions

Most important verbs in Dutch
Hebben-to have 


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

zijn-to be
ik ben 
jij bent
hij/zij/het is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Kijk naar de plaatjes
Look at the pictures.  Describe these in character and looks. Use the words from the unit list in Quizlet. Gebruik de woorden uit de woordenlijst in Quizlet en de zinnen:

Hij/zij heeft .....
hij/zij is .....

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Task
Do exercise B6. Read the text and answer the questions of C1. Write the sentences in C2.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Spel (game)
2 leugens en 1 waarheid
2 lies and one truth

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Basic sentence in Dutch
onderwerp-werkwoord-rest van de zin
subject-verb-rest of the sentence

Kees en Jim fietsen naar huis.
De meisjes kijken een film. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

inversie
Vandaag kijken de meisjes een film. 
Vandaag de meisjes kijken een film=fout

tijd-werkwoord-onderwerp-rest van de zin.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Would I lie to you?
Beschrijf de overeenkomsten tussen de presentatoren. Compare the looks of the presentors. 
Zij hebben ....

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Task
Write 3 statements about yourself on a slide (in Dutch). Try to use words from the last word list.
Share the slide or sentence with us. We have to vote on what is a lie and what is true about you. You have to trick us in believing your lies. 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Tien dagen lang praatte ik niet.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions


Ik woonde een week op  een onbewoond eiland.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions


Ik repareer mijn lekkende kraan zelf.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Quiz
quizlet

Slide 29 - Slide

This item has no instructions