BOL 1.1.2 VPK - Introductie verpleegkunde - online

Verpleegkunde 
introductie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Verpleegkunde 
introductie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

planning 
  • kennismaking
  • Les 1 >> je kan een aantal maatschappelijke ontwikkelingen uit de afgelopen 2 eeuwen noemen die van invloed zijn geweest op de organisatie van de nederlandse gezondheidszorg

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Kennismaking
Wie ben ik
Wie zijn jullie?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat vind jij belangrijk in een les?
(verwachting van de docent en/of student)

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Loep uitleggen
Totaal 20 weken
1e 10 weken: VP (introductie verpleegkundige)
                            LS (leefstijl)
2e 10 weken: W&R (wet en regelgeving)
                            LS (leefstijl

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ik weet al meer dan 3 jaar dat ik verpleegkundige wil worden
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

This item has no instructions

Florence Nightingale
Leefde van 1820 tot 1910​

'Notes on nursing, what it is and what it is not' -> Handboek geschreven in 1859.
Een van deze notes: “doen wat in je vermogen ligt om de patiënt te helpen in zijn dagelijks functioneren, wanneer deze door ziekte, handicap of stoornis zorg nodig heeft.​

Slide 7 - Slide

De basisvoorwaarden voor excellente zorg zijn volgens Florence Nightingale aandacht, toewijding, hygiëne, eten, drinken en een schoon bed.
Hoe is de zorg georganiseerd?
  • Beroepenstructuur
  • Disciplines in de zorg
  • Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG)​
  • Niveaus binnen de zorgverlening in Nederland​
  • Locatie van gegeven zorg​
  • Branches
  • Typen ziekenhuizen​
  • Care VS Cure​

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Beroepenstructuur​
Niveau 1: Zorghulp

Niveau 2: Helpende Zorg en Welzijn​
Niveau 3: Verzorgende (IG)​
Niveau 4: MBO-verpleegkundige​
Niveau 5: HBO-verpleegkundige​
Niveau 6: toekomstig HBO-verpleegkundige (regieverpleegkundige)​
Masterniveau: Nurse Practitioner (MANP), verpleegkundig specialist en Physician Assistant (PA)​





Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Typen ziekenhuizen
Algemeen ziekenhuis​

Academisch ziekenhuis​
Categoraal ziekenhuis​
Psychiatrisch ziekenhuis (meestal afdeling binnen algemeen ziekenhuis)​
Revalidatie (is ook mogelijk binnen een verpleeghuis of extramuraal)​



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Het nederlandse zorgstelsel
1. toegang tot de zorg voor iedereen
2. Goede kwaliteit van zorg
3. de zorgverzekering is voor iedereen verplicht en toegankelijk

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Het Nederlandse zorgstelsel
- Wie bepaalt of je naar de dokter kan gaan?
- Wat kost het om te gaan?
- Wie betaald dat eigenlijk?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is het minimale eigen risico wat je moet betalen bij de zorgverzekering?
A
geen eigen risico, alles gratis
B
115 euro
C
275 euro
D
385 euro

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Je valt met je scooter en wordt door een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Wat kost zo'n ritje?
A
728,14
B
72,18
C
gratis
D
7283,21

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Care VS Cure​
Verzorgen ​

Wordt veelal gezien in verpleeghuizen, gehandicaptenzorg en thuiszorg​
Genezen​

Wordt veelal gezien in ziekenhuizen​
Er is niet altijd een duidelijke scheidslijn. In de thuiszorg komt Cure ook regelmatig voor, terwijl in ziekenhuizen af en toe ook Care wordt gezien.​

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Een participatiesamenleving is ...
A
Hetzelfde als een verzorgingsstaat
B
waarbij men uit gaat van de zelfredzaamheid en kracht van de persoon
C
Een sociaal systeem waarin de overheid verantwoordelijk is voor het welzijn van de burgers

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

6 thema's van verandering
1. kwaliteit van bestaan
2. zelforganisatie
3. werken in een netwerk
4. nieuwe technologie
5. meer met minder
6. nieuwe functies

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wie is Florence Nightingale?
A
De grondlegster van de verpleegkunde
B
De eerste vrouwelijke arts
C
De eerste verpleegkundige die opkwam voor rechten van patiënten

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent cure?
A
Behandelen
B
Verzorgen
C
Genezen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Ik vond deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

This item has no instructions