This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom BB/KB4 bij Nsk1
Jas mobil in de kluis
Spullen op tafel
Tas op de grond
2x spullen/huiswerk niet op orde => uur nakomen
Uit de les gestuurd => 9de uur nablijven
Na elke vakantie een schone lei
Slide 1 - Slide
Kader: opdracht 7
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
H13: Geluid
Introductie
§ 13.1 Geluidsbronnen
§ 13.2 Toonhoogte
§ 13.3 Geluidsterkte
§ 13.4 Geluidshinder
Slide 4 - Slide
Trillingen en tussenstof
Slide 5 - Slide
Leerdoelen 13.1
Je kunt uitleggen hoe het geluid van een geluidsbron bij je oren komt.
Je kunt uitleggen hoe de conus van een luidspreker in trilling wordt gebracht.
Je kunt berekeningen uitvoeren met de geluidssnelheid, de tijd en de afstand.
Je kunt uitleggen waarom je een echo iets later hoort dan het directe geluid.
Je kunt toelichten hoe je met een echolood de diepte van de zee kunt bepalen.
Slide 6 - Slide
Kan je geluid horen zonder tussenstof?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
Slide 7 - Quiz
Welke dingen heb je nodig om geluid te kunnen horen?
A
Geluidsbron en oren
B
Geluidsbron, medium, oren
C
Geluidsbron en ontvanger
D
Geluidsbron, tussenstof en ontvanger
Slide 8 - Quiz
Je kan geluid horen in een vacuuüm
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
In de ruimte is er geen lucht of andere tussenstof, kun je dan wel geluid horen in de ruimte?
A
ja, geluid gaat gewoon door de ruimte heen
B
nee, geluid heeft altijd een tussenstof nodig
Slide 10 - Quiz
In de ruimte tussen de sterren kun je geen geluid horen. Hoe komt dit?
A
Er zijn geen geluidsbronnen
B
Er zijn geen geluidsontvangers
C
Er is geen tussenstof
D
Er is geen zwaartekracht
Slide 11 - Quiz
Wat is geluid?
Geluid zijn trillingen
Die trillingen worden gemaakt door een geluidsbron
Alles wat geluid maakt noem je een geluidsbron.
Hoe verplaatsen die trillingen zich?
Door een tussenstof
Een tussenstof kan van alles zijn: metaal, water, rubber, helium...
Slide 12 - Slide
Geluidssnelheid
De snelheid van geluid noem je de geluidssnelheid. Een ander woord voor geluidssnelheid is voortplantingssnelheid.
De geluidssnelheid is in elke tussenstof anders.
Slide 13 - Slide
Geluidssnelheid
Snelheid waarmee het geluid zich voortbeweegt in de tussenstof. (BINAS tabel 27)
Voor lucht is dat 343 m/s (T=293 K). Bij 288K is dat 340 m/s.
afstand = geluidssnelheid x tijd
s = afstand (m)
v = geluidssnelheid (m/s)
t = tijd (s)
s=vgeluid⋅t
vgeluid=ts
Slide 14 - Slide
De snelheid van geluid.
Met deze formule bereken je de afstand die het geluid heeft afgelegd.
afstand = geluidssnelheid x tijd
geluidssnelheid = afstand : tijd
tijd = afstand : geluidssnelheid.
Slide 15 - Slide
Echolood
Echolood werkt ook met geluidsgolven.
Het lood zend geluidsgolven weg (toongenerator) en vangt ze weer op (microfoon).
Afgelegde weg van geluid= geluidssnelheid x tijd
(Let op, dit geluid legt 2 keer de afstand af)
De diepte meten met een echolood
Slide 16 - Slide
Terugkaatsing van geluid
De geluidsgoven kunnen op een voorwerp terugkaatsen.
Hierdoor krijg je een echo.
Je hoort de echo later dan het directe geluid.
Slide 17 - Slide
Op deze manier de diepte peilen
Slide 18 - Slide
Echolood
Instrument aan boord van een schip dat met weerkaatst geluid de diepte van de zee meet.
Slide 19 - Slide
De snelheid van geluid.
Voorbeeldopdracht 1
Je ziet een bliksemflits. Je hoort 3,0 seconden later de donder.
De luchttemperatuur is 20 °C.
Hoe ver is het onweer van je af?
gegevens:
geluidssnelheid = 343 m/s (bij temperatuur = 20 °C)
tijd = 3,0 s
gevraagd:
afstand tot het onweer = ? m
uitwerking
afstand = geluidssnelheid × tijd
afstand = 343 × 3,0 = 1029 m
Het onweer is 1029 m van je af.
Dat is ongeveer 1 km.
Slide 20 - Slide
De snelheid van geluid.
Voorbeeldopdracht 2
Je ziet een bliksemflits en je weet dat de bliksem 5145 meter ver weg is.
De luchttemperatuur is 20 °C.
Hoe lang duurt het voordat je de donder hoort?
Slide 21 - Slide
Voorbeeldopdracht 3
De diepte van de zee wordt gemeten met een echolood. Tussen het uitzenden en weer opvangen van de puls zit 0,32 s.
Bereken hoe diep de zee is.
gegevens:
vgeluid = 1510 m/s
(BINAS tabel 27)
t = 0.32:2 = 0,16 s
s=vgeluid⋅t
Uitwerking
s = vgeluid ∙ t = 1510 × 0,16 = 242 m
Je deelt de tijd door twee omdat het geluid maar de helft van de tijd nodig heeft om naar de zeebodem bewegen. In de andere helft beweegt het weer terug naar het echolood.
Slide 22 - Slide
Geluidssnelheid
Slide 23 - Slide
Aan de slag!
Basis: maken paragraaf 9.2 opdracht 1 t/m 10
Overslaan: opdracht 5
Kader: Maak opdracht: van paragraaf 13.1
timer
10:00
Slide 24 - Slide
Afsluiting: we weten.................
Je kunt uitleggen hoe het geluid van een geluidsbron bij je oren komt.
Je kunt uitleggen hoe de conus van een luidspreker in trilling wordt gebracht.
Je kunt berekeningen uitvoeren met de geluidssnelheid, de tijd en de afstand.
Je kunt uitleggen waarom je een echo iets later hoort dan het directe geluid.
Je kunt toelichten hoe je met een echolood de diepte van de zee kunt bepalen.