H3 Herhaling

De Eerste Wereldoorlog
Herhaling
1 / 44
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De Eerste Wereldoorlog
Herhaling

Slide 1 - Slide

Spanning in Europa
M
A
N
I
A

Slide 2 - Slide

Spanning in Europa
Militarisme
A
N
I
A

Slide 3 - Slide

Spanning in Europa
Militarisme
Allianties
N
I
A

Slide 4 - Slide

Bondgenootschappen
(tot 1917)

  • Geallieerden: Frankrijk, Engeland, Rusland, Italië, Servië

  • Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Turkse Rijk, Bulgarije

  • Neutrale landen: Nederland, Spanje, Zwitserland, Noorwegen, Zweden

Slide 5 - Slide

Spanning in Europa
Militarisme
Allianties
Nationalisme
I
A

Slide 6 - Slide

Spanning in Europa
Militarisme
Allianties
Nationalisme
Imperialisme
A

Slide 7 - Slide

Alle oorzaken zorgen voor een eplosieve situatie in Europa
Het wachten is op het aansteken van de lont...

Slide 8 - Slide

Spanning in Europa
Militarisme
Allianties
Nationalisme
Imperialisme
Aanslag

Slide 9 - Slide

Aanleiding

Gavrilo Princip vermoordt Franz-Ferdinand








De kroonprins van Oostenrijk-Hongarije bracht op 28 juni 1914 een bezoek aan de Bosnische stad Sarajevo. Daar wordt hij vermoord
door de Bende van de Zwarte Hand.

Slide 10 - Slide


Von Schlieffenplan




  • Duitsland was ingesloten tussen twee vijanden: Frankrijk en Rusland
  • Om een tweefrontenoorlog te voorkomen wilden de Duitsers met dit plan eerst snel Frankrijk uitschakelen, om daarna Rusland te kunnen verslaan

Slide 11 - Slide


Loopgravenoorlog




  • Het Von Schlieffenplan mislukt: de opmars van Duitsland loopt vast in Noord-Frankrijk en België
  • Aan beide kanten van het front worden loopgraven gegraven

Slide 12 - Slide

Nieuwe wapens
  • Om de loopgravenoorlog te doorbreken worden uitvindingen gedaan die zorgen voor nieuwe wapens.

  • Naast generaals bepalen ook steeds meer wetenschap en techniek het verloop van de oorlog.

  • De Eerste Wereldoorlog wordt 'de oorlog van de uitvinders'

Slide 13 - Slide

Neutraal
  • Nederland was tijdens de Eerste Wereldoorlog, neutraal

  • Neutraal betekent dat je geen partij kiest

  • Voor een handelsland als Nederland is dat lastig: je handelt immers met beide partijen.

Slide 14 - Slide


Mobilisatie
1914




  • Hoewel Nederland neutraal was, mobiliseerde het leger toch: 
  • ook België had zich immers neutraal verklaard, maar was toch aangevallen!

Slide 15 - Slide



Gevolgen van 
de Eerste Wereldoorlog 
voor Nederland


Slide 16 - Slide



Russische Revolutie
1917



Slide 17 - Slide

Februari 1917
  • Voedselrellen en stakingen

  • Demonstraties tegen de Tsaar

  • Voorlopige (democratische) regering

  • Tsaar treedt af en wordt gearresteerd

Slide 18 - Slide

Oktober 1917
  • Onrust in Rusland blijft

  • Duitsland(!) helpt Lenin, Rusland binnen te smokkelen (april 1917)

  • Communisten o.l.v. Lenin grijpen de macht en de voorlopige regering wordt afgezet

  • De Tsaar en zijn familie worden vermoord (juli 1918)

Slide 19 - Slide


Vrede van Brest-Litovsk
1918





  • Het communistische Rusland (later: Sovjet-Unie) sluit vrede met Duitsland en laat zijn oude bondgenoten, Engeland en Frankrijk, in de steek
  • Let op: de Sovjet-Unie wordt geen bondgenoot van Duitsland.

Slide 20 - Slide


De Verenigde Staten 
raken betrokken bij de oorlog april 1917

Slide 21 - Slide

Oorzaken
  • Het liefst zouden de Amerikanen niets met deze 'Europese' oorlog te maken willen hebben, maar...

  • ...inmiddels is het 8e Amerikaanse schip door Duitsers getorpedeerd...

  • ...en is ontdekt dat de Duitsers bezig zijn met het ophitsen van Mexico en Japan tegen de VS (Zimmerman-telegram)

Slide 22 - Slide


Wapenstilstand
11-11-1918, 11 uur



  • De vrede met de Russen had er niet voor gezorgd dat de Duitsers de oorlog het Westfront konden winnen.
  • Uiteindelijk zorgt de komst van de Amerikanen voor de doorslag: na vier jaar is het voorbij voor Duitsland

Slide 23 - Slide


Vredesonderhandelingen 
in Parijs
1919





Een wapenstilstand is nog geen vrede. Hierover werd 
tussen januari en juni 1919 onderhandeld in Versailles (bij Parijs)

Slide 24 - Slide

Welke landen?
  • Engeland (Lloyd George)
  • Frankrijk (Clemenceau)
  • Verenigde Staten (Wilson)
  • Italië (Orlando)

  • Duitsland mocht als verliezer niet meepraten

  • Rusland, dat zijn bondgenoten in de steek had gelaten, was ook niet uitgenodigd

Slide 25 - Slide


Vrede van Versailles
28 juni 1919







Exact 5 jaar na de aanslag op Franz-Ferdinand 
door Gavrilo Princip is de oorlog voorbij.


Slide 26 - Slide

Leerdoelen 3.2
1. Je weet waardoor staten uiteenvielen en nieuwe staten ontstonden
2. Je weet hoe de communisten de macht grepen in Rusland
3. Je weet hoe de Sovjet-Unie ontstond en een totalitaire dictatuur werd

Slide 27 - Slide

1. Einde Eerste Wereldoorlog
Duitsland kreeg de schuld van de oorlog, er werd afgesproken dat zij:
  • Geen groot leger meer mochten hebben
  • Stukken land moest inleveren
  • Schadevergoedingen moest betalen
  • Verdrag van Versailles (1919)

Slide 28 - Slide

1. Verdrag van Versailles
In het Verdrag van Versailles werd ook afgesproken dat meer landen onafhankelijk werden:

-> Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk vielen uit elkaar

Slide 29 - Slide

2+3 Russische revolutie
  • Rusland was een tsarenrijk en er was veel onvrede door hongersnood.
  • 1917: Lenin (leider van de radicale socialisten) doen een communistische machtsovername (Oktoberrevolutie).
  • Communisme: afschaffing van het kapitalisme
  • Rusland wordt de Sovjet Unie met een dictatuur (alleenheerschappij) in 1922

Slide 30 - Slide

2+3 Russische revolutie
  • Alle andere politieke partijen werden onderdrukt (ondemocratisch)
  • Ze maakten het volk bang met terreur
  • Tegenstanders moesten naar concentratiekampen
  • Stalin volgde Lenin op

Slide 31 - Slide

Leerdoelen 3.3

1. Je weet hoe het ging met de economie in de jaren 1920
2. Je leert hoe de Amerikaanse cultuur veranderde
3. Je weet hoe Italië een totalitaire dictatuur werd

Slide 32 - Slide



Roaring twenties 
 

In Amerika heerste er een blind vertrouwen in de economie. Dankzij de economische groei zou welvaart binnenkort voor iedereen bereikbaar zijn. 

Slide 33 - Slide


Consumptiemaatschappij


  • Toename van consumptieartikelen, zoals de auto
  • 'Status' door bezit en kopen van steeds weer nieuwe spullen.
  • Meer welvaart en daardoor ook vrije tijd
  • Andere invulling van vrije tijd: bioscoop, (jazz-)muziek

Slide 34 - Slide

Hoe ontstond de economische welvaart? 

  • "Live now, pay later"
  • Andere mentaliteit
  • Lopende band --> Meer productie, minder mankracht
  • Vrijemarkteconomie (Overheid grijpt niet in, liberaal) 

Slide 35 - Slide


3. Dictatuur in Italië
  • Mussolini gebruikte propaganda -> Dit zijn manieren om zijn ideeën te verspreiden
  • Posters
  • Radio
  • Kranten
  • Films
  • De dictator streefde naar een machtig Italië
  • Fascisme (antidemocratisch, totalitair, gewelddadig, extreem nationalistisch en racistisch  

Slide 36 - Slide

3.4 De crisistijd - Leerdoelen
1. Je weet hoe het ging met de economie in de jaren 1930
2. Je weet hoe antidemocratische partijen opkwamen
3. Je weet hoe Duitsland een totalitaire dictatuur werd

De economische wereldcrisis
Het nationaalsocialisme

Slide 37 - Slide

1. Economische wereldcrisis
  • Het gaat mis in 1929
  • Amerikanen kochten minder producten en bedrijven gingen failliet
  • Een langdurige periode van economische achteruitgang en werkloosheid
  • Door de wereldwijde handelscontacten verspreiden het over de wereld, dus ook in NL

Slide 38 - Slide


Beurskrach en crisis


  • Zwarte Donderdag 24 oktober 1929: beurskrach
  • 'Miljoenen aandelen zijn in één klap niets meer waard
  • Daling van de handel zorgt voor een economische wereldcrisis

Slide 39 - Slide

NSDAP 
  • Anti-democratisch
  • Totalitair
  • Gewelddadig
  • Nationalistisch
  • Racistisch 

Hitler zorgt voor een grote aanhang door middel van propaganda.

Slide 40 - Slide

Macht
  • Na beurskrach groeit populariteit extreme partijen: NSDAP en communisme
  • Iedere verkiezing levert de NSDAP meer zetels op
  • President Hindenburg weigert Hitler Rijkskanselier te maken tot hij niet anders kan.

Slide 41 - Slide

Hitler Kanselier van Duitsland, jan. 1933

Rijkspresident Von Hindenburg benoemt Hitler tot rijkskanselier

  • Rijkspresident = gekozen staatshoofd
  • Rijkskanselier = regeringsleider
Conservatieven hoopten te kunnen profiteren van een coalitie met de NSDAP.
‘Wij hebben Hitler in dienst genomen, in twee maanden hebben we hem zo in de hoek gedrukt dat hij piept.’



Slide 42 - Slide

Oorzaken opkomst Hitler
  • Duitsland leed onder het verdrag van Versailles
  • Grote economische crisis
  • Bevolking had behoefte aan een sterke leider.
  • Onderschat door de president en de andere partijen

Slide 43 - Slide

Gevolgen voor Duitsland
Totalitaire dictatuur:
  • Tegenstanders worden gevangengenomen 
  • SS (leger van de partij) maakt mensen bang
  • Indoctrinatie (Hersenspoelen)
  • Propaganda
  • Oorlogsindustrie

Slide 44 - Slide