LES 1 t/m 6 - Een reportage schrijven



Les 1
 doel, doelgroep en tekstkenmerken
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5-8

This lesson contains 40 slides, with text slides.

Introduction

Digibordles

Items in this lesson



Les 1
 doel, doelgroep en tekstkenmerken

Slide 1 - Slide

Onderwijs over de tekstkenmerken.
Ik ga een reportage schrijven.

Dit ga ik leren.

Slide 2 - Slide

Een reportage is eigenlijk een combinatie van een interview en een informatieve tekst!

Slide 3 - Slide

We gaan een reportage schrijven over iemand en een plek of activiteit

Kijk als voorbeeld maar naar de OokTaal les, daar gaat de reportage over Otis en Emma die op Vlieland wonen. 

Andere voorbeelden/mogelijkheden:
  • Vader + de plek waar hij woont
  • Klasgenoot + haar hobby voetballen
  • Vriendin + de plek waar ze woont
  • Oma + hobby puzzelen
  • Klasgenoot + favoriete speelplek

Wat gaan we schrijven?
Het is belangrijk dat je op de plek of bij de activiteit aanwezig kunt zijn!

Slide 4 - Slide

We gaan schrijven! Aan welke woorden denk jij?
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Orden de informatie!

Slide 6 - Slide

De volgende les schrijven we de vragen voor ons interview en daarna gaan we het interview afnemen!

Slide 7 - Slide

Les 2 
 De vragen voor het interview

Slide 8 - Slide

   
Ik schrijf de vragen voor mijn interview.
Dit ga ik leren.

Slide 9 - Slide

Pak je aantekeningen en post-its erbij!

Slide 10 - Slide

Zo schrijf ik een goede vraag.
Een goede interviewvraag is een open vraag. Dus een vraag waar je geen ja of nee op kunt antwoorden. 
  • Ik wil met deze vraag zeggen/ te weten komen ...
  • Dus ik schrijf: ...
  • Is de vraag een open vraag? Ik stel bij door ....
  • Heb ik nu gevraagd wat ik wilde vragen? Ik stel bij door...
  • Ik moet er nog bij schrijven want dan wordt het duidelijker/ logischer/ ...
  • Mijn vraag is nu: ....
De leerkracht doet een zin voor.

Slide 11 - Slide

  • Ik wil vragen/weten…
  • Dus ik schrijf…
  • Begrijpt mijn doelgroep dit?
  • Vraag ik wat ik wilde vragen?
  • Is het logisch/ duidelijk genoeg?
  • Is het een open vraag?
Nu jullie!
Schrijf de zinnen met je schoudermaatje.

Slide 12 - Slide

De vragen schrijven.
Ik wil weten…
Dus ik schrijf…
Begrijpt mijn doelgroep dit?
Vraag ik wat ik wilde vragen?
Is het logisch/ duidelijk genoeg?
Is het een open vraag?
LET OP! Ze hoeven niet perfect te zijn! Je gaat de vragen mondeling stellen, ze komen niet in de reportage

Slide 13 - Slide

Heb je goed gewerkt? 
Ben je tevreden? Waarom? 

Nu kunnen jullie de interviews gaan afnemen!

Slide 14 - Slide

Les 3
 Het schrijven van de eerste versie van de reportage.

Slide 15 - Slide

   
Ik schrijf de eerste versie van mijn reportage.
Dit ga ik leren.

Slide 16 - Slide

Pak je uitgewerkte interview en aantekeningen/post-its erbij!

Slide 17 - Slide

Zo schrijf ik een goede zin. 

  • Ik wil met deze zin zeggen.../ vertellen dat...
  • Dus ik schrijf: ...
  • Heb ik nu gezegd wat ik wilde schrijven? Ik stel bij door...
  • Ik moet er nog bij schrijven want dan wordt het leuker/
  • duidelijker/ spannender/ logischer/...
  • Mijn zin is nu: ... (schrijf op het bord).
  • Nu wil ik ook zeggen dat... dus ik schrijf: ...
De leerkracht doet een zin voor.

Slide 18 - Slide

  • Ik wil zeggen...
  • Dus ik schrijf…
  • Begrijpt mijn doelgroep dit?
  • Zeg ik wat ik wilde zeggen?
  • Is het logisch/ duidelijk/ leuk/ spannend genoeg?
Nu jullie!
Schrijf de zinnen met je schoudermaatje.

Slide 19 - Slide

Het schrijven van de eerste versie.
Ik wil zeggen…
Dus ik schrijf…
Begrijpt mijn doelgroep dit?
Zeg ik wat ik wilde zeggen?
Is het logisch/ duidelijk / leuk/ spannend genoeg?
LET OP! Het hoeft nog niet perfect te zijn! Dit is een eerste versie!

Slide 20 - Slide

Heb je goed gewerkt? 
Ben je tevreden? Waarom? 

In de volgende les gaan we feedback geven!

Slide 21 - Slide

Les 4 
Feedback geven en krijgen

Slide 22 - Slide

Ik geef feedback op de tekst.
Ik krijg feedback op de tekst.
Dit gaan we vandaag doen.

Slide 23 - Slide

TIP! Het is heel handig om feedback te krijgen op iets wat je nog moeilijk vindt.
Waar wil jij graag feedback op?
Bijvoorbeeld:
Is het onderwerp duidelijk?
Worden citaten genoeg afgewisseld met andere tekst?
Klopt de volgorde van de informatie?

Slide 24 - Slide

Ik lees de tekst en ga na:
Begrijp ik het?
Begrijpt de doelgroep dit?
Lees ik het graag? (logisch/ duidelijk/ compact genoeg...?)
Waar wil de schrijver feedback op?
Wat vind ik van dat aspect in deze tekst?
Wat is er goed aan?
Wat zou ik anders doen?
Ik verwoord mijn feedback vriendelijk en duidelijk zodat
de ander er iets mee kan.
Ik doe een voorstel voor verandering.
Zo geef ik stap voor stap goede feedback.

Slide 25 - Slide

Bekijk de eerste versie van een maatje en geef stap voor stap feedback.
LET OP! Vraag aan je maatje waarop feedback gegeven moet worden.

Slide 26 - Slide



Welke feedback heb jij gegeven? 
Hoe heb je het verwoord? 

Wat vond jij (ontvanger) van de feedback? Kun je er iets mee?

Hoe ging het geven en ontvangen van feedback?

Slide 27 - Slide

Les 5 
Herschrijven van je reportage.

Slide 28 - Slide

Aan het eind van de les heb ik mijn reportage 
herschreven.
Dit ga ik leren.

Slide 29 - Slide

Zo verwerk je de gegeven feedback.
Handig! Nadat jullie de feedback verwerkt hebben, kunnen jullie aan jullie maatjes vragen of de tekst beter geworden is.
Ik doe het even voor:
  • Ik kreeg de feedback...
  • Ik heb geschreven...
  • Dus ik wil meer/ minder/ anders/ duidelijker/...
  • Ik schrijf daarom..
  • Is het nu beter vind ik?
  • Ik vraag eventueel de leerling die feedback gaf wat die ervan vindt: is dit beter vind je?

Slide 30 - Slide

Als je de feedback snel verwerkt hebt, kun je alvast kijken naar spelling en interpunctie.
Neem de tijd! En lees je reportage nog eens goed door.
Tijd om te herschrijven!

Slide 31 - Slide

Hoe ging het?
Hoe vonden jullie het om de feedback te verwerken?

Op welke zin of alinea ben je trots?

Slide 32 - Slide

Les 6 
De definitieve versie schrijven

Slide 33 - Slide

Ik pas, wanneer nodig, de spelling en interpunctie aan.
Ik ga de definitieve versie van mijn reportage schrijven.


Optie: Ik maak mijn reportage beeldend
door tekeningen of plaatjes.
Optie: Ik presenteer mijn reportage.
Dit ga ik leren.

Slide 34 - Slide

De leerkracht doet het voor!
Ik ga de tekst lezen en let vooral op: interpunctie/ spelling.
Ik lees en denk: klopt dit?
Als het niet klopt pas ik de geleerde spellingregels toe en ga na of er goed geschreven is.
Als het niet klopt denk ik na over de interpunctie, welke regels pas ik toe?
Maak de zin kloppend.

Slide 35 - Slide

Controleer je reportage en schrijf hem daarna in het net. 

Slide 36 - Slide

Optie: Zoek of maak plaatjes bij je reportage.

Misschien kan je foto's of plaatjes van het internet opzoeken!
Of maak een tekening!
Zorg dat de afbeelding of tekening iets toevoegt/verduidelijkt!

Het plaatje moet goed bij het onderwerp passen!

Slide 37 - Slide

Optie: Presenteren

Je krijgt 10 minuten de tijd om je presentatie voor te bereiden.
Oefentijd!

timer
10:00
Dit doe je met een maatje zodat je elkaar tijdens het oefenen om feedback kan vragen.

Slide 38 - Slide

Kun jij je medeleerling op een prettige manier feedback geven?
Tijd voor de presentaties!

Slide 39 - Slide

Tot de volgende keer!

Slide 40 - Slide