LEZEN / les 1 / H1.1 / Leesteksten verkennen

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lezen 2F

Leesteksten verkennen

Welkom! 

Wat leer je vandaag:

• Na deze les kun je het onderwerp van een tekst benoemen.
• Na deze les kun je hoofdgedachte uit een tekst halen. 

Waarover gaat de tekst?

Elke tekst bevat een onderwerp en hoofdgedachte.

Onderwerp

- Het onderwerp geeft in één woord of in een aantal woorden aan waar de tekst over gaat.

- Het onderwerp is nooit een hele zin

- Je kunt het onderwerp vaak al uit de titel halen.

- Vaak wordt het onderwerp letterlijk herhaald in de tekst.

- Stel jezelf de vraag: waarover gaat de tekst?    Jouw antwoord is het onderwerp

Elke tekst bevat een onderwerp en een  hoofdgedachte hoofdgedachte.

Hoofdgedachte

- De hoofdgedachte van een tekst geeft in één zin de belangrijkste informatie uit de tekst weer.

- Het is dus de kortst mogelijke samenvatting van een tekst.

- Je kunt de hoofdgedachte formuleren door antwoord te geven op de vraag: "Wat zegt de schrijver over het onderwerp?"

De hoofdgedachte van de tekst vind je meestal in de eerste en/of de laatste alinea van een tekst.

Heel vaak kan je de hoofdgedachte in één of twee zinnen weergeven.

Het onderwerp van een tekst beschrijf je in:

1. Een zin
2. Meerdere zinnen
3. Eén of meerdere woorden
4. Een hele alinea

Voorbeeld

Antwoord voorbeeld

Onderwerp

"Yellow Caps"

Hoofdgedachte

De circa 13.000 gele taxi's in de Amerikaanse metropool New York worden vervangen

Wat is de hoofdgedachte?

1. Twee scholen in de Randstad verbieden leerlingen examen te doen
2. Een school mag een leerling adviseren af te zien van examen
3. Vijf leerlingen meldden zich de afgelopen maand bij het LAKS
4. Om een hoog slagingspercentage te garanderen, weigeren scholen leerlingen met slechte cijfers examen te laten doen

https:

Lees de tekst

'' Vleesvervangers steeds vaker in reclamefolders te vinden.''

Wat is het onderwerp uit de tekst?

1. Reclamefolders
2. Supermarkten
3. Wakker Dier
4. Vleesvervangers

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

1. Nederlanders eten meer vleesvervangers.
2. Vlees eten is voor Nederlanders geen automatisme meer.
3. Nederlanders kiezen voor diervriendelijker eetpatroon.
4. Vleesvervangers zijn steeds vaker in reclamefolders te vinden.

Controle voor jezelf:

• Weet je nu hoe je het onderwerp uit een tekst haalt?
• Weet je nu hoe je een hoofdgedachte uit een tekst haalt?

Wat nu?

Als je alles hebt begrepen, ga je zelfstandig aan de slag met:

* Woordzoeker om te oefenen met  'spreekwoorden & gezegden.'