8.3 Straling gebruiken

8.3 Straling gebruiken
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

8.3 Straling gebruiken

Slide 1 - Slide

Deze les

  • Huiswerk 8.2 bespreken
  • 8.3 Straling gebruiken

  • Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Leerdoelen van 8.3

Slide 3 - Slide

Onderzoek met gammastraling

Slide 4 - Slide

Wat is er zo gevaarlijk aan gamma straling?
A
Het is warm waardoor je oververhit raakt
B
Het gaat dwars door je lichaam en kan je cellen/dna kapot maken

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
1) Lees 8.3 (blz. 218-221)

2) Maak opdracht 1 t/m 10 van 8.3 (p. 223-228)
klascode: 330613

3) Quizvragen van LessonUp




timer
10:00

Slide 10 - Slide

Als de halfwaardetijd verstreken is, is de hoeveelheid straling verdubbeld
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Halfwaardetijd
A
Een stof met een lange halfwaardetijd is zeer radioactief
B
De radioactiviteit van een stof halveert als de tijd verdubbelt
C
Een stof met een korte halfwaardetijd is ongevaarlijk
D
Radioactiviteit neemt af met de tijd

Slide 12 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de halfwaardetijd van een radioactieve stof?
A
het aantal moleculen dat per seconde wordt kapotgemaakt
B
het aantal atoomkernen dat per seconde verandert
C
de tijd waarin de hoeveelheid straling wordt gehalveerd
D
de tijd waarin een radioactieve stof straling uitzendt

Slide 13 - Quiz

IJzer-55 heeft een halfwaardetijd van drie dagen.

Hoeveel radioactiviteit is er na zes dagen nog over?

A
de helft
B
een kwart
C
een achtste
D
niets meer

Slide 14 - Quiz

IJzer-55 heeft een halfwaardetijd van drie dagen.

Hoeveel radioactiviteit is er na negen dagen nog over?

A
50%
B
25%
C
33,3%
D
12,5%

Slide 15 - Quiz

Wat is geen vorm van straling?
A
uv-straling
B
zichtbaar licht
C
rs-straling
D
ir-straling

Slide 16 - Quiz

welke straling is het gevaarlijkst?
A
alfastraling
B
betastraling
C
gammastraling

Slide 17 - Quiz

Welk soort straling zal de meeste stralingsenergie hebben?
A
alpha
B
beta
C
gamma
D
allemaal hebben ze evenveel stralingsenergie

Slide 18 - Quiz