4. el tiempo y el futuro inmediato

                          telefoon 
1 / 34
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

                          telefoon 

Slide 1 - Slide

Bereid je voor:
1. el chicle, la gorra, los auriculares, la mesa y la silla
2. heb je schrift (libreta) klaar
3. heb je laptop klaar, neem een laptop van receptie als je een laptop nodig hebt.
4. OBSERVATIE: herhaald afwijzende gedrag = AN Magister
aan het einde van deze les gaan wij feedback geven

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les ben ik in staat: 
- de grammaticale vorm te gebruiken om de toekomende tijd te gebruiken
- EXIT ticket, je kan de vraag beantwoorden:  
¿qué vas a comer hoy? of ¿qué tiempo va 
a hacer mañana? ¿qué vas a hacer 
mañana? (volle zin)

Slide 3 - Slide

¿qué día es hoy?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

fecha:
1. project mondeling: het weer: afvinken
2. voorbeeld mondeling: samenwerking
3. uitleg "gaan" toekomst - it's going to...
4. werkblad
5. oefenen met muziek
6. EXIT ticket: ¿qué vas a comer? of ¿qué tiempo va a hacer mañana?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

kan je de box aanvinken?


Ik kan over het weer praten

Ik ken de namen van somminge landen in het Spaans 

Ik kan zeggen waar iets zich bevindt in een landkaart 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

fecha:
1. project mondeling: het weer: wat weten wij al?
2. voorbeeld mondeling: samenwerking
3. uitleg "gaan" toekomst - it's going to...
4. werkblad
5. oefenen met muziek
6. EXIT ticket: ¿qué vas a comer? of ¿qué tiempo va a hacer mañana?

Slide 10 - Slide

hace calor = mañana va a hacer sol
chica: voy a llevar un vestido blanco y una chaqueta
no voy a llevar gorro ni abrigo
chico: voy a llevar unos pantalones cortos
iets anders: voy a llevar una falda y una blusa...
voy a llevar unos pantalones y una camisa... 

Slide 11 - Slide

Google Classroom

Slide 12 - Slide

fecha:
1. project mondeling: het weer: wat weten wij al?
2. voorbeeld mondeling: samenwerking
3. uitleg "gaan" toekomst - it's going to...
4. werkblad
5. oefenen met muziek
6. EXIT ticket: ¿qué vas a comer? of ¿qué tiempo va a hacer mañana?

Slide 13 - Slide

Ik leg het uit tijdens jullie de sleepvraag doen

Slide 14 - Slide

Sleep de werkwoorden in de juiste vorm naar de juiste plek. 
3.  Pablo es el vecino, _________ enfrente (vivir)
1. Sam _______________ con "cochecitos" (jugar).
2. Ana y Lola __________ en Barcelona (vivir).
5. Lola ________ deporte en la bicicleta (hacer).
4. Sam ____________ de America (ser)
6. El ex de Lola _____________ un e-mail (escribir)
vive
juega
viven
es
hace
escribe
juegan
juegas
vives
vives
vivo
eres
escribo
soy

Slide 15 - Drag question


Toekomst met gaan: 
GAAN (vervoegd) is het hulpwerkwoord: 
Spaans -GAAN = onregelmatig - AR uitgang

voy
vas
va
vamos 
váis 
van
+ a 
"to"
+ heel werkwoord

  onvervoegd = 
-ar -er -ir vorm

Slide 16 - Slide

Grammatica
  • toekomende tijd (ir + a + infinitief)
  • voorzetsel a

Slide 17 - Slide

Het werkwoord ir= gaan
stam =va
Vervoegt wie -AR
voy
vas
va
vamos
vais
van
a


ir a + infinitivo: nabije toekomende tijd:
         mañana voy a llevar ropa verde
         voy a comer un croissant
over het weer? - werkwoorden:

va a _______________________________
LET OP: hay = haber
         

Slide 18 - Slide

HACE +
frío koud
calor warm
viento het waait
sol zon
buen tiempo
goed weer
mal tiempo
slecht weer
20 grados 

ESTÁ +
nublado
bewolkt
soleado
zonnig
WERKWOORD ZONDER COMBINATIE

llueve het regent
nieva  het snieuwt
graniza het hagelt
HAY +
tormenta
storm
niebla
nebel
nubes
wolken


Slide 19 - Slide

fecha:
1. project mondeling: het weer: wat weten wij al?
2. voorbeeld mondeling: samenwerking
3. uitleg "gaan" toekomst - it's going to...
4. werkblad
5. oefenen met muziek
6. EXIT ticket: ¿qué vas a comer? of ¿qué tiempo va a hacer mañana?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

pausa

Slide 22 - Slide

fecha:
1. project mondeling: het weer: wat weten wij al?
2. voorbeeld mondeling: samenwerking
3. uitleg "gaan" toekomst - it's going to...
4. werkblad 
5. oefenen met muziek
6. EXIT ticket: ¿qué vas a comer? of ¿qué tiempo va a hacer mañana?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wanneer gebruik je ir+a+infinitivo en wat is de regel?

Slide 25 - Slide

fecha:
1. project mondeling: het weer: wat weten wij al?
2. voorbeeld mondeling: samenwerking
3. uitleg "gaan" toekomst - it's going to...
4. werkblad
5. oefenen met muziek
6. EXIT ticket: ¿qué vas a comer? of ¿qué tiempo va a hacer mañana?

Slide 26 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les ben ik in staat: 
- de grammaticale vorm te gebruiken om de toekomende tijd  te gebruiken
- EXIT ticket, je kan de vraag beantwoorden:  
¿qué vas a comer hoy? of ¿qué tiempo va 
a hacer mañana? ¿qué vas a hacer 
mañana?    (volle zin)

Slide 27 - Slide

EXIT TICKET:
beantwoord: 
A ¿qué vas a comer?
B ¿qué tiempo va a hacer mañana?
C ¿qué vas a hacer mañana?

Slide 28 - Slide

Deel mee welke patronen zie je, wat herhaalt zich altijd

Slide 29 - Open question

ER IR zijn gelijk
timer
10:00
1) Personen
  • yo + iemand anders = nosotros (wij)
  • tú + iemand anders = vosotros (jullie)
  • iemand + iemand = ellos..(zij)
2) Vervoeging [-ER]
3) Vervoeging [-IR]

Slide 30 - Slide

1. bijkomstige toekomst

1. futuro cercano - bijkomstige toekomst

Slide 31 - Slide

2. het werkwoord "ir"

1. futuro cercano - bijkomstige toekomst
2. het werkwoord "ir"

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Da superchallenge voor iedereen!
escribe mañana voy a llevar + un/una kleding + kleur
kleur

Slide 34 - Open question