Paragraaf 1.1

Hoe noemen we
het figuur hiernaast?
A
Hoekpunt
B
Lijn
C
Vlak
D
Vierkant
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoe noemen we
het figuur hiernaast?
A
Hoekpunt
B
Lijn
C
Vlak
D
Vierkant

Slide 1 - Quiz

Hoe noemen we
het figuur hiernaast?
A
Punt
B
Lijn
C
Veelhoek
D
Cirkel

Slide 2 - Quiz

Paragraaf 1.1
-Veelhoeken
-Even lange lijnen
-Tekens voor evenwijdig
-Symmetrieas
-Diagonalen

Slide 3 - Slide

Veelhoeken
Veel platte vlakken hebben de naam te danken aan het aantal hoekpunten.
Hoe noemen we bijvoorbeeld deze figuren?

Slide 4 - Slide

Even lange lijnen
We hebben geen zin om bij ieder figuur te moeten zoeken of er lijnen even lang zijn. Daarom gebruiken we streepjes. Zijn er verschillende lijnen even lang, dan zet je in plaats van 1 streepje 2 streepjes. Even lange lijnen hebben evenveel strepen

Slide 5 - Slide

Evenwijdige lijnen zijn lijnen die.....
A
Even lang zijn
B
Recht op elkaar staan
C
dezelfde kleur hebben
D
Precies dezelfde kant op gaan

Slide 6 - Quiz

Evenwijdige lijnen
Om snel te zien welke zijden in je figuur evenwijdig zijn zet je pijltjes op de zijde in dezelfde richting. Heb je meerdere evenwijdige zijden, dan zet je twee pijltjes. Zijden die evenwijdig zijn, hebben hetzelfde aantal pijlen


Slide 7 - Slide

Een ander woord voor symmetrieas is....
A
Vouwlijn
B
Loodlijn
C
Middelloodlijn
D
Vouwsymmetrisch

Slide 8 - Quiz

Symmetrieassen
Je kunt lijnen tekenen waar je op kunt vouwen zodat de twee helften precies op elkaar liggen. Deze vouwlijnen zijn de symmetrieassen.

Teken de symmetrieassen in jouw figuur en vul in

Slide 9 - Slide

Diagonalen
Diagonalen lopen dwars over je vlak. Ze gaan niet over de buitenkant (dit zijn de zijden)
Waar diagonalen elkaar snijden heet het snijpunt, dit geef je aan met de letter S. Heb je meerdere snijpunten? Gebruik dan meerdere letters
Teken de diagonalen in jouw figuur en vul in.

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Komende twee lessen werken we aan de opdrachten van paragraaf 1.1
Wat? opdracht 1, 2, 4, 5, 6, 9, 10, 11, 13, 14 en 15
Hoe? We starten even in stilte om allemaal geconcentreerd te starten, daarna mag je overleggen.
Vragen? Aan mijn bureau
Klaar? Kijk de opdrachten na via laptop
Maak de opdrachten van paragraaf 1.2 op bladzijde 17 en 18
Ga aan de slag met huiswerk van een ander vak

Slide 11 - Slide