Tekstsoorten,Tekstdoelen tekstverbanden en signaalwoorden

Goedemorgen/Middag
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen/Middag

Slide 1 - Slide

Planning:
* Presentie opnemen
*Herhalen behandelde lesstof vorige lessen (lesson up)
*Nakijken opdracht 1.01 t/m1.03 blz.17-19
Maken opdrachten 1.04-1.08 blz.21-22.
*Evaluatie
*Huiswerk 1.10/ 1.12 blz.25-30
*Afsluiten

Slide 2 - Slide

Signaalwoorden en tekstverbanden
Test jezelf

Slide 3 - Slide

Tekstsoorten,Tekstdoelen tekstverbanden en signaalwoorden
VPK/VIG

Test jezelf

Slide 4 - Slide

Wat is de tekstsoort en het tekstdoel?

A
informatieve tekst informatie geven
B
ontspannende tekst amuseren
C
instructieve tekst instructeren
D
overtuigende tekst activeren en overtuigen

Slide 5 - Quiz

Welke tekstsoort en tekstdoelen herken je ?
A
Nieuwsbericht en informeren.
B
Betoog en informeren.
C
Betoog en overtuigen
D
Vlog en instrueren

Slide 6 - Quiz

Is 'activeren' een tekstsoort of tekstdoel?
A
Tekstsoort
B
Tekstdoel

Slide 7 - Quiz

Wat is de tekstsoort en wat is het tekstdoel?
A
klachtenbrief - overtuigen
B
ingezonden brief - overtuigen
C
klachtenbrief - activeren
D
ingezondenbrief - activeren

Slide 8 - Quiz

Is 'een advertentie' een tekstsoort of tekstdoel?
A
Tekstsoort
B
Tekstdoel

Slide 9 - Quiz

En in welk hoofdstuk leer je over tekstverbanden en signaalwoorden?
A
Spelling
B
Grammatica
C
Lezen
D
Woordenschat

Slide 10 - Quiz

Welke tekstverbanden (voor signaalwoorden) komen voor in de kern?
A
Opsomming
B
Reden
C
Conclusie
D
Tijdsvolgorde

Slide 11 - Quiz

Een samenvattend tekstverband heeft signaalwoorden als:
A
kortom, om kort te gaan, samenvattend, al met al
B
omdat, maar, vanwege
C
om tot slot te komen,
D
voordat, nadat, achteraf

Slide 12 - Quiz

Tekstverbanden en signaalwoorden horen bij elkaar.
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 13 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort signaalwoord ’verder’?
A
opsommend tekstverband
B
tegenstellend tekstverband
C
chronologisch tekstverband
D
redengevend tekstverband

Slide 14 - Quiz

Tekstverbanden, het signaalwoord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
voorbeeldgevend
C
tegenstellend
D
redengevend

Slide 15 - Quiz

In de les:
Maken opdrachten 1.04-1.08 blz.21-22.

Slide 16 - Slide

Evaluatie
Evaluatie/ Huiswerk

Slide 17 - Slide