H3 Klimaat formatieve toets havo/vwo

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Oefentoets H3 Klimaat

Laat maar zien hoeveel je geleerd hebt!

Na de toets kun je zien hoe ver je bent gevorderd.

Sleep de namen van de 8 klimaten naar de juiste plek:

Tropisch regenwoudklimaat

Gematigd zeeklimaat

Toendraklimaat

Savanneklimaat

Poolklimaat

Steppeklimaat

Woestijnklimaat

Landklimaat

Hoe hoger, hoe ...?

1. Warmer
2. Kouder

Wanneer je een berg beklimt, zul je steeds minder begroeiing op de berg tegenkomen. Dit komt doordat

1. de atmosfeer van onderaf wordt opgewarmd.
2. de mensen de bomen hebben gekapt.
3. hoger op de berg minder neerslag valt.
4. sneeuw begroeiing onmogelijk maakt.

Ik sta op de top van een berg waar het -18˚C is.
De berg is 6.500 meter hoog.
Ik wil naar beneden!
Wat is de temperatuur helemaal beneden?

1. 21˚C
2. 18˚C
3. 24˚C
4. 0˚C

EGB gaat weer wielrennend een berg op.
Onder in het dal is het 18 graden. De top van de berg ligt 1800 meter hoger. Wat is de temperatuur op de top?

1. 0 graden
2. 2 graden
3. 7,2 graden
4. 5 graden

Hoeveel graden Celsius daalt de temperatuur per 100 m dat je hoger op een berg komt?

1. 0,6°C.
2. 6°C
3. 1°C
4. 3°C

Hoe hoger de breedte, hoe.........het klimaat

1. warmer
2. kouder
3. natter
4. droger

De warmte die de aarde van de zonnestralen op hoge breedte ontvangt, hangt af van twee dingen:

1. invloed van de zee
2. hoogteligging
3. moment van de dag
4. tijd van het jaar

Welke woorden passen op de puntjes.

Let op je hoeft niet alle woorden te verslepen!

De aarde ontvangt  ........................... van de zon.

De atmosfeer wordt verwarmd door ..................

warmte

zonnestraling

de aarde

de zon

Zonnestraling en warmte zijn hetzelfde.

1. juist
2. onjuist

Het is warm in het tropisch regenwoud door:

1. Het afbranden van de bossen
2. De zon die loodrecht op de evenaar schijnt
3. De stand van de maan
4. De ingebouwde kachels

Op hoge breedte is een hoge zonnestand.

1. juist
2. onjuist

Op lage breedte hoeft een bundel zonnestralen een kleiner oppervlakte te verwarmen dan op hoge breedte.

1. juist
2. onjuist

kleine schaduw

lage zonnestand

Klein oppervlak wordt verwarmd

lange afstand door de atmosfeer

Kleine invalshoek

Leg uit op welke manier je de gemiddelde dagtemperatuur kunt bereken.

Op lage breedte heb je seizoenen.

1. juist
2. onjuist

In Nederland zijn het verschil tussen de zomer- en wintertemperatuur zeer groot.

1. juist
2. onjuist

aardas

Noordpool

noordelijk halfrond

evenaar

zuidelijk halfrond

Zuidpool

Als de aardas recht zou staan, zouden dag en nacht even lang zijn.

1. Juist
2. Onjuist
3. -
4. -

De scheve aardas is de oorzaak van de seizoenen.

1. juist
2. onjuist

Hoeveel graden staat de aardas scheef?

1. 3,5 graden
2. 13,5 graden
3. 23,5 graden
4. 33,5 graden

Waar zorgt de scheefstand van de aardas voor?

1. dag en nacht
2. zomer en winter

Hoe heet de denkbeeldige lijn die ten noorden van de evenaar loopt?

1. Evenaar
2. Steenbokskeerkring
3. Kreeftskeerkring
4. Aardas

Hoe heet de denkbeeldige lijn die ten zuiden van de evenaar loopt?

1. Evenaar
2. Steenbokskeerkring
3. Kreeftskeerkring
4. Aardas

Wat is de beste verklaring voor het mooie weer in de zomer?

1. In de zomer is de dampkring op ons halfrond dunner
2. In de zomer staat de aarde dichter bij de zon
3. In de zomer staat de zon hoger door de scheve aardas

Neerslag ontstaat als ...

1. de waterdamp verdampt
2. de waterdamp warmer wordt
3. de waterdamp kouder wordt en condenseert
4. de waterdamp warmer en condenseert

Je ziet hier...

1. Stuwingsregen
2. Stijgingsregen

In Nederland hebben we meestal te maken met...

1. 
2. 
3. 

Op de afbeelding
zie je...

1. Stijgingsregen
2. Frontale regen
3. Stuwingsregen

Stijgingsregen ontstaat bij een gebertgte.

1. goed
2. fout

Op de afbeelding zie je:

1. Kleine kringloop van het water
2. Stijgingsregen
3. Luchtdrukstromen
4. De grote waterkringloop

Welke neerslag komt voor bij de evenaar?

1. Stijgingsregen
2. Stuwingsregen
3. Frontale neerslag
4. Sneeuw

In Nederland hebben vooral te maken met

1. stijgingsregen
2. stuwingsregen
3. frontale regen
4. met alle drie!

De juiste volgorde van het ontstaan van stijgingsregen is ..

1. verdamping, opwarming, condensatie, afkoeling
2. afkoeling, daling, condensatie, verdamping
3. verdamping, condensatie, afkoeling, opwarming
4. opwarming, verdamping, afkoeling, condensatie

Op de afbeelding zie je 2 soorten regen.

Welke 2 soorten regen?

1. Plaatje 1 = Stijgingsregen, Plaatje 2= Stuwingsregen
2. Plaatje 1= Stuwingsregen, Plaatje 2= Stijgingsregen
3. Plaatje 1= Frontale regen, Plaatje 2= Stijgingsregen
4. Plaatje 1= Stuwingsregen, Plaatje 2= Frontale regen.

De loefzijde is.....

1. Droog
2. Nat

Welke neerslag zie je in het tropisch regenwoud?

1. stuwingsregen
2. frontale regen
3. sneeuw
4. stijgingsregen

In de winter is het zeewater langs de Nederlandse kust meestal warmer dan het land. Welke verklaring is er voor dit warme zeewater?

1. Het zeewater is nog warm van de zomer die voorbij is.
2. Rivierwater is niet zo koud. Als dat water in zee komt, stijgt de temperatuur van het zeewater.
3. De Noordzee is erg ondiep. Met een beetje zonlicht wordt het water al warm.
4. De warmte van het land wordt afgegeven aan de zee

Binnen een klein land als Nederland zijn er verschillen in weer en klimaat. Welk kenmerk hoort bij welk gebied? Maak de juiste letter-cijfercombinaties.

Bijna iedereen is het erover eens dat het klimaat verandert. Welke veranderingen zijn dat waarschijnlijk?

1. De temperatuur stijgt en er zal meer regen vallen.
2. De temperatuur stijgt en er zal minder regen vallen.
3. De temperatuur daalt en er zal meer regen vallen.
4. D De temperatuur daalt en er zal minder regen vallen.

Bij welke windrichting is er in Nederland sprake van een aanlandige wind?

1. bij westenwind
2. bij noordenwind
3. bij oostenwind
4. bij zuidenwind

Het is een mooie dag in de zomer. De zon schijnt de hele dag. De zandkorrels op het strand worden heet. Maar het water van de Noordzee blijft fris. Hoe verklaar je dit verschil?

1. Het water weerkaatst het zonlicht, zodat het niet zo warm kan worden als het zand.
2. Op het strand zijn veel mensen. Die houden de warmte van de zon vast.
3. Het water van de zee is ijskoud. Het duurt lang voordat het warm wordt.
4. Van het zand wordt alleen de bovenlaag warm, van het water ook de diepere lagen.

Amsterdam en Saratov liggen op ongeveer gelijke breedte. In Amsterdam is de temperatuur in juli gemiddeld 17 °C en in Saratov stijgt de temperatuur in juli tot 20 °C. Leg uit hoe het kan dat de temperatuur in Amsterdam in de maand juli lager is dan de temperatuur in Saratov.

Welke van de onderstaande uitspraken zijn juist?

1. Het weer kan op dezelfde dag in Nederland verschillen.
2. De kans op een grote schaatswedstrijd in Zuid-Limburg is groter dan in Noord-Nederland.
3. Wanneer het vriest in Noord-Nederland is de temperatuur aan de kust nog kouder.
4. Wanneer het vriest in Noord-Nederland kun je in Zuid-Limburg soms al met je jas aan op het terras in de zon zitten.

Welke conclusie is juist?

1. Een zeeklimaat is in de zomer warmer en in de winter kouder dan een landklimaat.
2. Een zeeklimaat is in de zomer kouder en in de winter warmer dan een landklimaat.
3. Een zeeklimaat is in de zomer en in de winter warmer dan een landklimaat.
4. Een zeeklimaat is in de zomer en in de winter kouder dan een landklimaat.