De Islam | H4.4

1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • weet je wie de profeet Mohamed was.

  • kun je herkennen en uitleggen hoe de islam is ontstaan en hoe deze zich verspreidde.

  • kun je uitleggen hoe het Arabische Rijk ontstond

  • kun je vertellen wat de Europese volken van de Arabieren leerden

Slide 2 - Slide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
622: ontstaan van de islam

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Egyptenaren, Grieken, Romeinen, Vikingen, Friezen, hindoes, boeddhisten

Joden, christenen, moslims
Veel goden
Eén god
Polytheisme en Monotheisme
Polytheisme = het geloven in meerdere goden.
Monotheisme = het geloven in maar een god. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Een visioen  









  • Mohammed was een handelaar uit Mekka.
  • In een droom, een visioen, vertelde een engel dat er maar één god is, Allah.
  • Mohammed vertelde de mensen in Mekka over zijn droom, maar bijna niemand wilde naar hem luisteren.
  • De meeste mensen moesten niets van Mohammed hebben en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit...

Slide 7 - Slide

Van Mekka naar Medina










  • Mohammed vlucht in 622 naar Medina
  • Dit is het begin van de islamitische jaartelling, de hidjra
  • In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god.
  • Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers.
  • Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.

Slide 8 - Slide

Terug naar Mekka











  • Met een grote groep moslims ging Mohammed terug naar Mekka (630)
  • Er werd gevochten en Mohammed won.
  • Veel bewoners van Mekka werden toen alsnog moslim.
  • Mohammed beval dat mensen bij de Ka’aba alleen nog tot Allah mochten bidden.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

De islam
  • Islam betekent: 'onderwerping'
  • Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)

  • Volgens moslims zijn de woorden in de Arabische taal door Allah via de engel Djibriel aan Mohammed geopenbaard.

  • Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.

Slide 11 - Slide

Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht 
(hadj)
الحجّ

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Verspreiding van de islam


  • Na de dood van Mohammed (632) veroveren zijn opvolgers, kaliefen, grote delen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika.

  • De meeste mensen in deze gebieden worden moslim.

  • Toen de Arabieren ook een groot deel van Spanje en Portugal veroverden, grensden het Frankische Rijk en het Arabische Rijk aan elkaar.

  • De Arabieren in Spanje waren de Moren, zij lieten het christendom en jodendom toe (want die geloofden ook in slechts een god).

Slide 14 - Slide

Slag bij Poitiers
732

  • Franken en Arabieren vielen regelmatig elkaars gebied binnen.
  • In 732 vochten hun legers bij de Franse plaats Poitiers. 
  • Karel Martel, de grootvader van Karel de Grote, leidde de Franken. 
  • Zijn leger was groter en zijn soldaten kenden het terrein vochten.
  • De Arabieren werden verslagen en zouden nooit meer zo ver noordelijk komen.

Slide 15 - Slide

Leren van elkaar
  • Door hun veroveringen verzamelden Arabieren veel kennis.

  • Geneeskunde: de Arabieren wisten dat je veel ziektes kunt voorkomen door goede hygiëne.

  • Wiskunde: de Arabieren leerden dat je met de cijfers 0 tot en met 9 veel gemakkelijker kunt rekenen dan met de Romeinse cijfers.
  • Aardrijkskunde: Arabische geleerden verzamelden en combineerden de kennis van de wereld in goede topografische kaarten.
  • Kunst:  de Arabieren bouwden prachtige paleizen en moskeeën.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide