Bespreken van ethische dilemma's

 Ethische dilemma's
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

 Ethische dilemma's

Slide 1 - Slide

Lesonderwerpen

  • ethisch discussies
  • oefenen met het discussiëren over ethische dillema's.

Slide 2 - Slide

Ethiek / ethisch dilemma (herhaling)
Ethiek is  stilstaan en nadenken bij wat je doet of juist niet doet;
Wanneer verschillende waarden met elkaar botsen is er sprake van een ethisch dilemma.

Slide 3 - Slide

Debat: Ethische Dillema's

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Bespreken ethische dillema's
- Je kiest voor of tegen de stelling
- Ga naar rechts als je voor bent, ga naar links als je tegen bent.
- 2 personen gaan kort met elkaar in gesprek over de stelling.

Slide 6 - Slide

Spelregels
  1. Je bent voor of tegen de stelling 
  2. Je laat de ander uitpraten

  3. Spreken, niet voorlezen
  4. Je overtuigt het publiek
  5. Je reageert op de ander, voordat je een argument geeft
  6. Houd het kort
  7. Respecteer elkaar

Slide 7 - Slide

Argumenteren
"Een aanwijzing of reden die jouw standpunt, mening of overtuiging aannemelijk maakt."

Wat maakt een argument krachtig?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Dilemma 1
Zorgvragers die geen kwaliteit van leven meer hebben (als een kasplantje er bij liggen) moeten geen levensverlengende maatregelen meer hebben. 

VOOR:
Mee eens
TEGEN:
Mee oneens

Slide 10 - Slide


A
VOOR
B
TEGEN

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Dilemma 2
Een zorgvrager met dementie loopt rond op de afdeling en zoekt dingen in de kamer van zijn medebewoners en neemt deze mee. 

VOOR:
Dit mag
TEGEN:
Dit mag niet

Slide 13 - Slide


A
VOOR
B
TEGEN

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Dilemma 3
Een zorgvrager met anorexia heeft verplichte eetmomenten heeft die haar heel veel stress opleveren. Elke dienst zit je naast haar terwijl zij moet eten en de tranen over haar wangen rollen. De verplichte eetmomenten blijven intact.

Voor:
Ja

Tegen:
Nee

Slide 16 - Slide


A
VOOR
B
TEGEN

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Dilemma 4
Een persoon met dementie die zich niet wil wassen en daarbij zelfs agressief wordt? Moet je deze persoon dan wel wassen? 

Voor:
Wel wassen

Tegen:
Niet wassen

Slide 19 - Slide


A
VOOR
B
TEGEN

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Dilemma 5
Een dementerende zorgvrager wil niet meer leven, maar haar familie wil koste wat kost alles uit de kast wil halen om het leven te verlengen

Voor:
Mee eens

Tegen:
Niet mee eens

Slide 22 - Slide


A
VOOR
B
TEGEN

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Dilemma 6
Een cliënt weigert eten en medicijnen. Ze is nog wilsbekwaam, maar je betwijfelt dit. Is een sonde de oplossing?

Voor:
Mee eens

Tegen:
Niet mee eens

Slide 25 - Slide


A
VOOR
B
TEGEN

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Dilemma 7
Een zorgvrager wilde al jaren heel graag een kat. Een oplossing was een robotkat waar zij best blij mee  was. Als deze weer wordt weggehaald (contract is verlopen) zorgt dat dan ook voor verdriet bij deze bewoner. Had de organisatie dit voor kunnen zijn door van tevoren te bedenken dat iemand zo gehecht kon raken aan een robotkat?

Voor:
Mee eens

Tegen:
Niet mee eens

Slide 28 - Slide


A
VOOR
B
TEGEN

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Dilemma 8
Een demente, agressieve dame van in de tachtig rijdt met haar rollator bewust hard in op een medebewoonster en bezorgt daar haar daarmee een paar blauwe benen. De EVV'er geeft aan dat haar rollator weg gehaald moet worden.

Voor:
Mee eens

Tegen:
Niet mee eens

Slide 31 - Slide

Een demente, agressieve dame van in de tachtig rijdt met haar rollator bewust hard in op een medebewoonster en bezorgt daar haar daarmee een paar blauwe benen. De EVV' er geeft aan dat haar rollator weg gehaald moet worden.
A
VOOR
B
TEGEN

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Dilemma 
Een man van 65 jaar met een licht verstandelijke beperking heeft altijd bij zijn moeder op de boerderij gewoond totdat ze overlijdt. Hij krijgt tijdelijk een plek in het plaatselijke verzorgingshuis, maar dat loopt uit op probleemgedrag. Hij heeft moeite zich aan te passen, drinkt veel en voelt zich in zijn vrijheid beperkt. Hij mag van de directeur er niet zomaar
meer op uit trekken met zijn scootmobiel om in het dorp een biertje te drinken. Hij mag hij alleen tussen 15:00 en 17:00 uur op pad en de sleutel van zijn scootmobiel moet hij inleveren op kantoor.

Voor: Mee eens
Tegen: Niet mee eens

Slide 34 - Slide


A
VOOR
B
TEGEN

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Afsluiting
Heb jij zelf nog een dilemma die je wil bespreken?

Slide 37 - Slide