Week 7 Humor en spot hst 5A

1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom
Op tafel:  leesboek, hand- en oefenboek Kern, map,  pen, laptop
(telefoon in tas, oortjes uit, jas uit... je weet wat je moet doen )
Ga zitten en ga lezen in je leesboek

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

                               

                          Lekker lezen! 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Agenda 
1. Boek lezen (ca 10 min) (ik check Numo)
2. Kort dictee
3. Humor en spot: introductie
4. Zelf aan de slag
5. Check nablijven: Numo (4 uur?)



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van deze les:

Ken je drie theorieën over humor en verschillende uitingsvormen van humor en kun je ze herkennen (R, T1)
Kun je gegeven uitingsvormen van humor herkennen.


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Periode 2 
Oefenboek
Handboek 
Hst 2 Fictie en werkelijkheid 
A, B, C, D E, (F zelf doen)
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 14-19 
Verhalen - Plot en andere literaire begrippen hst 8-10 
Hst 5 Vermaken & ontroeren 
A, C (F)  
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15
Verhalen en gedichten - Beeldspraak hst 16 
Taalgebruik- hst 14-19 
Werkwoordspelling B
Hoofdletters en leestekens D
Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 
Taalverzorging -  Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9
+ Numo

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Dictee!
Dictee!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Uit AD, 5-2-25
Theatermakers Emma Buysse uit Culemborg en Luna Joosten uit Utrecht geloven in de kracht van humor, ook of misschien júist in een voorstelling over het fenomeen roddelen. Binnenkort zijn ze in de regio te zien met hun nieuwe horror-soap Spill the tea.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat maakt humor humor?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Humor: drie theorieën
1. superioriteitstheorie (Belgenmop)
2. incongruentietheorie (anders dan verwacht)
3. Ontladingstheorie (Op begrafenis koffie? zwart zeker?)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kun jij een voorbeeld geven van superioriteitshumor uit jouw land of roots?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wie vind jij grappig? (YouTube, TikTok etc?)

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

3 vormen van spot:
Kritiek wordt op een grappige manier verpakt door:
  1. Ironie
  2. Sarcasme
  3. Cynisme
Deze vormen van spot zijn moeilijker te begrijpen op papier dan in spraak. 
Deze moet je kennen, maak dus aantekeningen!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

1. Ironie 
  • Milde vorm van spot
  • Tegenovergestelde zeggen van wat je bedoelt

Voorbeeld: 
"Goh, wat een lekker weer!" > voor als het slecht weer is. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

ironie

"goh, wat een lekker weer"

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

2. Sarcasme
  • Bijtende vorm van spot die bedoeld is om te kwetsen
  • Vriendelijk = ironisch, Negatief = sarcastisch 

Voorbeeld: 
  • "'Nou, jij hebt goed geleerd!" > een medeleerling heeft niet zo'n goed cijfer. 


Slide 16 - Slide

This item has no instructions




Spot die bedoeld is om te kwetsen.
Verschil met ironie is vaak de toon:
"Jij hebt goed geleerd!"
 Sarcasme

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

3. Cynisme
  • Is breder dan sarcasme 
  • Spottende en neerbuigende houding over de mensheid en de wereld 
  • Geen vertrouwen en een negatieve kijk op de wereld 

Voorbeeld: 
Waarom zou ik gaan stemmen? Het zijn toch allemaal leugenaars, die politici!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Cynisme
neerbuigende houding t.o.v. de mensheid en de wereld
(bitter/koud/ongevoelig)
breder (groter) dan sarcasme

Waarom zou ik gaan stemmen? Het zijn toch allemaal leugenaars, die politici! 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welkom
Op tafel:  leesboek, hand- en oefenboek Kern, map,  pen, laptop
(telefoon in tas, oortjes uit, jas uit... je weet wat je moet doen )
Ga zitten en ga lezen in je leesboek

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

                               

                          Lekker lezen! 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Agenda 
1. Boek lezen (ca 10 min) (ik check Numo)
2. Oefenen met leestekens
3. Humor en spot: aan de slag
4. Verdere uitleg satire, persiflage/parodie 
5. Check nablijven: Numo (4 uur?)



Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van deze les:

Geoefend met het zetten van leestekens (T2)
Kun je gegeven uitingsvormen van humor herkennen (R, T1)


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Het effect van leestekens

Schiet op jongens
Schiet, op jongens!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Oefenboek blz. 142
Maak opdracht 2  
In tweetallen 
Straks 'theatraal' per tweetal laten horen.


timer
8:00

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Oefenboek blz. 142
Dát heb ik niet gezegd.
Dat héb ik niet gezegd 
timer
8:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Boek/schrift dicht. 
Herhaling: DENK NA

  • Wat zijn de 3 vormen van spot die we woensdag hebben besproken?  
  • Schrijf op in je schrift

timer
1:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Drie vormen van spot:
Kritiek wordt op een grappige manier verpakt door:
  1. Ironie
  2. Sarcasme
  3. Cynisme
Deze vormen van spot zijn moeilijker te begrijpen op papier dan in spraak. 
Deze moet je kennen, kijk terug naar je aantekeningen!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

1. Ironie:
  • Milde vorm van spot
  • Tegenovergestelde zeggen van wat je bedoelt
"Goh, wat een lekker weer!" > voor als het slecht weer is.

2. Sarcasme:
  • Bijtende vorm van spot die bedoeld is om te kwetsen
  • Vriendelijk = ironisch, Negatief = sarcastisch
"Jij hebt goed geleerd!" > zegt een leerling tegen je als je niet zo'n goed cijfer hebt.

3. Cynisme:
  • Spottende en neerbuigende houding over de mensheid en de wereld
  • Geen vertrouwen en een negatieve kijk op de wereld
"Waarom zou ik nog gaan leren? Ik haal toch wel een 2!" > zegt een leerling boos. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Oefenboek pg 88-89
Maak opdracht 2 en 8+9. 
Schrijf de antwoorden in je schrift. 
Daarna bespreken

timer
8:00

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2
  • Bijvoorbeeld: Je moet erom kunnen lachen. / Iets of iemand wordt belachelijk gemaakt. / Vaak worden eigenschappen uitvergroot. / Er is vaak een onverwachtse wending. 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 8 en 9
  • a cynisch: Het is een negatieve kijk op de wereld en geen vertrouwen in menselijke waarden; je hoeft je niet moreel juist te gedragen, want je gaat toch dood.
  • b ironisch: In Almelo valt niets te beleven, behalve stoplichten die op rood en groen springen. De toon is niet bijtend, maar grappig bedoeld. Het is dus ironisch en niet sarcastisch.
  • c sarcastisch: Dit is bijtende spot richting Joop den Uyl.
  • d cynisch: Deze opmerking getuigt van een gebrek aan vertrouwen in de overheid.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Satire: parodie/persiflage 
1. Parodie = persiflage
Een bestaand (kunst)werk wordt op een overdreven manier nagedaan/nagebootst. 

2. Satire
Een parodie waarbij op een komische manier wordt er kritiek geleverd op de maatschappij. 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Parodie op De Schreeuw van Edvard Munch

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Slide 38 - Video

This item has no instructions

Klikbeet is een satirisch programma dat kritiek levert op de maatschappij. 
Op wat leveren ze hier kritiek? 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Werk aan opdracht 10 op pg 89. 

Klaar? Maak de volgende opdracht: 
timer
8:00

Slide 40 - Slide

vwo
Maak opdracht 9 op pg. 81.
timer
8:00

Slide 41 - Slide

havo
Begrippen uit deze les

drie vormen van spot:
Ironie, sarcasme, cynisme

Parodie, persiflage, satire

Slide 42 - Slide

Huiswerk: 
H5A: opdracht 6
H4C: opdracht 5
Je hebt  deze les:

Geoefend met het zetten van leestekens (T2)
Uitingsvormen van humor herkend (R, T1)


Slide 43 - Slide

This item has no instructions