This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
1.4.1 Bestuur en samenleving in het oude Egypte
Slide 1 - Slide
De eerste boeren en steden
Slide 2 - Mind map
Het oude Egypte
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Lesdoelen
1) Je kunt uitleggen hoe de Egyptenaren de Nijl gebruiken voor de landbouw.
2) Je kunt verschillende inwoners van Egypte koppelen aan de Egyptische sociale lagen.
Slide 6 - Slide
Programma:
Deel 1: 1.4.1: Bestuur en samenleving in het oude Egypte
Deel 2: Uitleg en oefenen 10 Tijdvakken
Slide 7 - Slide
Landbouw in het oude Egypte
Net als rond de rivieren in Mesopotamië, gaan veel mensen in Egypte langs de Nijl wonen om aan landbouw te doen met behulp van irrigatie.
De overgang naar landbouw kwam uit noodzaak: door het verdwijnen van de ijstijd kwam er veel droogte, mensen trokken naar de vruchtbare rivier voor voedsel.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Stel je voor
Je hebt een tijdmachine en reist af naar het oude Egypte. Niemand weet hier nog van irrigatielandbouw. Je gaat ze een beetje helpen. Schrijf een stukje aan de oude Egyptenaren over irrigatie, het bewerken van het land en het verbouwen van gewassen.
Slide 11 - Slide
Wetten en regels in het oude Egypte
Ook in Egypte was irrigatielandbouw de drijfveer achter het ontstaan van een bestuur en het opschrijven van afspraken, wetten en regels. Deze regels werden in hiërogliefen opgeschreven, vaak op papyrus.
Slide 12 - Slide
\.
Slide 13 - Slide
Hiërarchie = Indeling van de bevolking in verschillende groepen (gelaagde samenleving)
Slide 14 - Slide
Een samenleving met hiërarchie
Farao: eigenaar van al het land, opperbevelhebber leger, hoogste rechter, zoon van de zonnegod
Priesters: zorgden voor de tempels en brachten offers aan god
Ambtenaren: hielden de administratie bij, zoals belasting en wetten
Ambachtslieden: maakten spullen met de hand
Boeren: werkten op het land van de farao om voedsel te verbouwen
Slaven: krijgsgevangenen of mensen met schulden. Hadden weinig tot geen rechten.
Slide 15 - Slide
Aan het werk!
Lezen: 1.4.1
Opdracht: 1 t/m 8
Hoe: zelfstandig of met je buurman/buurvrouw
Klaar? Lees 1.4.2
timer
12:00
Slide 16 - Slide
De 10 Tijdvakken
Slide 17 - Slide
Vroeger maar 5 tijdvakken:
Prehistorie (tot 3000 v.C.)
Oudheid (3000 v.C. tot 500 n.C.)
Middeleeuwen (500 tot 1500)
Vroegmoderne tijd (1500 tot 1800)
Moderne tijd (1800 tot nu)
Slide 18 - Slide
Ga op onderzoek uit in Tijd voor Geschiedenis; welke 6 tijdvakken weet je te vinden?
Schrijf ze op!
Slide 19 - Slide
Zoek nu op internet de laatste 4 missende tijdvakken op
Slide 20 - Slide
Noteer onder elk tijdvak de bijbehordende jaartallen
Slide 21 - Slide
Controleer en verbeter jezelf!
Slide 22 - Slide
Je Gaat Maar Snel Op Ramen Poepen Bij Witte Tantes
Slide 23 - Slide
Zet de symbolen van de tijdvakken in de juiste volgorde
Tijd van Jagers en boeren
Tijd van Burgers en stoommachines
Tijd van Monniken en Ridders
Tijd van Televisie en Computer
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
Tijd van Steden en Staten
Tijd van Pruiken en Revoluties
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van Regenten en Vorsten
Tijd van Wereldoorlogen
Vroeger -------------------------------------------------------------------------------------------------------------> Nu
Slide 24 - Drag question
Over welk onderwerp zal dit tijdvak gaan?
A
De Middeleeuwen
B
De Wereldoorlogen
C
De steentijd
D
De Romeinen
Slide 25 - Quiz
Over welke periode zal dit tijdvak gaan?
A
1600-1700
B
1800-1900
C
1900-1950
D
1950-nu
Slide 26 - Quiz
Hoe wordt het tijdvak 'Jagers en boeren' ook wel genoemd?
A
Oudheid
B
Middeleeuwen
C
Prehistorie
D
Moderne tijd
Slide 27 - Quiz
Welke afbeelding hoort bij het tijdvak 'De tijd van de jagers en boeren'?
A
B
C
D
Slide 28 - Quiz
Sleep de tijdvakken in de juiste volgorde:
tot 3000 v.C.
1500 tot 1600
500 tot 1000
1700 tot 1800
1800 tot 1900
1600 tot 1700
Regenten en vorsten
Ontdekkers en hervormers
Pruiken en revoluties
Burgers en stoommachines
Jagers en boeren
Monniken en ridders
Slide 29 - Drag question
Sleep de tijdvakken in de juiste volgorde:
1500 tot 1600
1950 tot nu
1000 tot 1500
1900 tot 1950
3000 v.C. tot 500
tot 3000 v.C.
Televisie en computer
Grieken en Romeinen
Steden en staten
Ontdekkers en hervormers
Jagers en boeren
Wereldoorlogen
Slide 30 - Drag question
Huiswerk:
Leer de tijdvakken met bijbehorende jaartallen + de 5 tijdvakken van vroeger met de bijbehorende jaartallen
Noteer in je agenda: 9 oktober: S.O. over de tijdvakken. Verdere uitleg komt in magister
Slide 31 - Slide
Zo heel lang bestaat de Noordzee eigenlijk nog niet. Tijdens de laatste ijstijd was de Noordzee een grote steppe,
Zo'n 9000 jaar geleden kwam er een eind aan de ijstijd en begon het water te smelten
Diepte Gemiddeld is de Noordzee 94 m diep.
De Atlantische Oceaan bijvoorbeeld is bijna 4000 m diep.
Het noordelijkste puntje van het Nederlandse deel loopt, is ondiep (tot maximaal 50 m diep).