Voltooide tijd 1 NT2

spelen (играть)
werken
tegenwoordige tijd (t.t.)
ik speel
wij spelen
ik werk
wij werken
verleden tijd (v.t.)
ik speelde
wij speelden
ik werkte 
wij werkten
voltooide tijd (v.t.t.)
ik heb gespeeld
wij hebben gespeeld
ik heb gewerkt
wij hebben gewerkt
Verleden tijd | Прошедшее время
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

spelen (играть)
werken
tegenwoordige tijd (t.t.)
ik speel
wij spelen
ik werk
wij werken
verleden tijd (v.t.)
ik speelde
wij speelden
ik werkte 
wij werkten
voltooide tijd (v.t.t.)
ik heb gespeeld
wij hebben gespeeld
ik heb gewerkt
wij hebben gewerkt
Verleden tijd | Прошедшее время

Slide 1 - Slide

Weet je nog verleden tijd?
Правильные глаголы

Ед.ч.   | enkelvoud: ik-vorm + te / de
Мн.ч. | meervoud:  ik-vorm + ten / den
Let op:  Taxi kofschip of Soft ketchup (+ x) 
Let op:   z-s / v-f! 

Slide 2 - Slide

Weet je nog verleden tijd?
zetten      - zette / zetten
luisteren - luisterde / luisterden
leven         - leefde / leefden
reizen       - reisde / reisden
horen        - hoorde / hoorden
koken        - kookte / kookten
wonen       - woonde / woonden

Slide 3 - Slide

Weet je nog verleden tijd?
неправильные глаголы                              Die moet je leren!

kopen - kocht/ kochten
beginnen - begon / begonnen
gaan - ging / gingen
zijn - was / waren

Slide 4 - Slide

Я слышал странный звук
Ik ..... een raar geluid.
A
hoorte
B
hoorde

Slide 5 - Quiz

De docent .... naar de leerlingen.
A
luisterte
B
luisterde

Slide 6 - Quiz

De man .... voetbal.
A
speelte
B
speelde

Slide 7 - Quiz

Ik .... het kopje koffie op tafel.
A
zette
B
zete
C
zetde

Slide 8 - Quiz

Wij .... naar het zwembad.
A
fietsten
B
fietsden

Slide 9 - Quiz

spelen (играть)
werken
tegenwoordige tijd (t.t.)
ik speel
wij spelen
ik werk
wij werken
verleden tijd (v.t.)
ik speelde
wij speelden
ik werkte 
wij werkten
voltooide tijd (v.t.t.)
ik heb gespeeld
wij hebben gespeeld
ik heb gewerkt
wij hebben gewerkt
Verleden tijd | Прошедшее время

Slide 10 - Slide

DE VOLTOOIDE TIJD
                                 Прошедшее законченное время
формируется 2 глаголами
  1. Hulpwerkwoord (вспомогательный глагол): hebben of zijn (надо будет выучить!)
  2. Voltooid deelwoord (gewerkt, gemaakt)



Slide 11 - Slide

DE VOLTOOIDE TIJD maken
ge - ik-vorm - t of d 
  • тоже правило Taxi kofschip / Soft ketchup + x
  • voorbeeld         ge-werk-t, ge - maak - t
  • voorbeeld         ge- teken - d

Неправильные глаголы надо выучить


Slide 12 - Slide

DE VOLTOOIDE TIJD
Voorbeelden 
* Wij hebben een mooi liedje gehoord.
* Hij heeft niet geluisterd.
* Ik heb mijn huiswerk gemaakt.

2-й глагол стоит в конце предложения!
Спрягается только вспомогательный глагол hebben / zijn

Slide 13 - Slide

werken

De leerlingen hebben hard ...........

Slide 14 - Open question

maken

De leerlingen hebben de huiswerk ...

Slide 15 - Open question

leren

Wij hebben veel woorden ......

Slide 16 - Open question

horen

Ik heb de vraag niet ...

Slide 17 - Open question