Brandaan thema 4 les 2 werk en kerk

De Middeleeuwen.
1 / 54
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisPraktijkonderwijsBasisschoolGroep 7Leerjaar 4,6

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De Middeleeuwen.

Slide 1 - Slide

Je leert in deze les
  • hoe de mensen in de steden leefden
  • hoe de standen-maatschappij  er in de stad uitzag
  • wat gilden zijn
  • dat de kerk erg belangrijk was

Slide 2 - Slide

De tijdbalk

Slide 3 - Slide

De stad in de Middeleeuwen

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

Op welke plaatsen kon een dorp of stad ontstaan?
A
Bij een kruispunt van wegen
B
Bij een bos
C
Bij een rivier
D
In een moeras

Slide 6 - Quiz

In het dorp waren horigen.
Die hoorden bij een landheer.
In de stad was je vrij, je was dan...
A
Een slaaf
B
Een knecht
C
Een bediende
D
Een burger

Slide 7 - Quiz

De burgers wilden zelf de baas zijn .
Hoe kregen ze dat voor elkaar?
A
Ze kochten stadsrechten van de landheer.
B
Ze stuurden de landheer weg.
C
Ze gingen vechten tegen de landheer
D
Ze gingen verhuizen.

Slide 8 - Quiz

Welke rechten waren stadsrechten?
A
Het recht om wegen aan te leggen
B
Het recht om markten te houden
C
Het recht om een stadsmuur te maken
D
Het recht om tol (=belasting) te vragen

Slide 9 - Quiz

De stad
Wat valt je op als je kijkt naar de plaat?

Slide 10 - Slide

Dit valt mij op

Slide 11 - Mind map

Regels
In de middeleeuwen moet iedereen zich aan regels houden.
De regels worden gemaakt door de burgemeester en zijn helpers.
De politie zorgt er voor dat iedereen zich aan de regels houdt.
De rechters straffen mensen die zich niet aan de regels houden. 

Slide 12 - Slide

Op dit schilderij zie je een vroedschap. Zo heten de burgemeester en zijn helpers in de middeleeuwen. Zij regeren de stad.
Het woord 'vroed' betekent 'slim' of 'wijs'
Het vroedschap bestaat uit rijke mannen, zoals kooplieden. Zij geven elkaar in de stad de belangrijkste baantjes. 
De vroedschap van de stad

Slide 13 - Slide

Je aan de regels houden!
In de middeleeuwen bestaat de politie uit de schout en zijn rakkers
De baas van de politie is de schout.
De agenten zijn de rakkers
De schout en zijn rakkers zorgen voor de veiligheid in de stad.

Slide 14 - Slide

Je aan de regels houden!
De rakkers zorgen ervoor dat elke overtreder opgesloten wordt in de gevangenis. 
Daarna komt hij voor de rechtbank.
Daar hoort hij welke straf hij krijgt van de rechters

Slide 15 - Slide

Wat betekent de uitdrukking: 'Je steentje bijdragen?'

Slide 16 - Mind map

Je steentje bijdragen
Als je met een groepje samenwerkt aan een opdracht, verwacht je dat iedereen een deel van het werk doet. 
Dat noem je: 'Iedereen draagt zijn steentje bij'. 

Slide 17 - Slide

Je steentje bijdragen
In de middeleeuwen was 'een steentje bijdragen' een straf.
Je moest dan bijvoorbeeld 25 stenen kopen en aan de vroedschap geven.
Die stenen werden dan gebruikt bij de bouw van de stadsmuur. 

Slide 18 - Slide

Wat is dit?

Slide 19 - Mind map



Op de afbeelding hierboven zie je een jongen die een brood gestolen heeft. 
Hij is betrapt door de rakkers.
Hij moet van de rechter een dag aan de schandpaal.

Slide 20 - Slide



Zijn handen en hoofd zijn daarin vastgemaakt.
Iedereen kan zien dat hij iets verkeerds gedaan heeft.
Iedereen kan hem uitschelden of uitlachen of bekogelen met eieren...

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Gilde
Mensen met hetzelfde beroep wonen in de stad in dezelfde buurt in de middeleeuwen.
Er is bijvoorbeeld een buurt van de bakkers.
De bakkers samen vormen een gilde
Een gilde is een club waar mensen lid van kunnen worden met hetzelfde beroep

Slide 23 - Slide

Gilde
Een gilde zorgde ervoor dat ze goede producten verkochten, dat de prijs niet hoger werd en dat er goede werkmensen aan het werk kwamen bij hun gilde.

Slide 24 - Slide

Gilde
De baas van het gilde heet de gildemeester.
De gildemeesters zijn rijke kooplieden.
Om een gildemeester te worden moest je eerst klusjes doen bij een gilde. Je was dan een leerling.
Na een paar jaar werd je een gezel. Dan kreeg je ook echt loon. Pas na jaren oefenen was je ervaren genoeg en mocht je een proef doen. Dan werd je een meester.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Gilde
Alle beroepen hebben ook hun eigen gilde.
Er is een gilde van timmermannen en een gilde van slagers.
Elk gilde heeft ook een gildehuis.
Dit is een soort clubhuis waar de leden van het gilde samen komen. 

Slide 27 - Slide

Waar bemoeide de gilde zich mee?
A
Met de manier van opleiden
B
Met de prijs van het product
C
Met de kwaliteit van het product
D
Met de kraam op de markt

Slide 28 - Quiz

Welk beroep kenden ze NIET in de middeleeuwen?
A
smid
B
touwslager
C
programmeur
D
schoenmaker

Slide 29 - Quiz

barbier-chirurgijn
pottenbakker
bakker
smid
maakt brood en taart
maakt metalen voorwerpen 
zoals zwaarden en messen
maakt potten en bekers van aardewerk
maakt gezondheidsdrankjes, knipt en scheert, tandarts

Slide 30 - Drag question

Vroeger zagen de beroepen er best anders uit. Kun jij zien welk beroep bij het plaatje hoort?

Slide 31 - Slide


A
bakker
B
kleermaker
C
metselaar
D
smid

Slide 32 - Quiz


A
timmerman
B
kleermaker
C
metselaar
D
smid

Slide 33 - Quiz


A
timmerman
B
kleermaker
C
metselaar
D
smid

Slide 34 - Quiz


A
smid
B
kleermaker
C
metselaar
D
bakker

Slide 35 - Quiz


A
smid
B
kleermaker
C
metselaar
D
timmerman

Slide 36 - Quiz

Afspraken
De leden van een gilde maken afspraken.
De bakkers spreken bijvoorbeeld af hoeveel een brood moet kosten.
En hoeveel het brood moet wegen.

Slide 37 - Slide

Afspraken
Als iemand ziek is zorgt het gilde ook voor zijn leden.
En als iemand dood gaat, regelen zij ook de begrafenis.
En ze vieren vaak samen feest.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Afbeeldingen
In de middeleeuwen kunnen de meeste mensen niet lezen of schrijven
De winkelier gebruiken daarom vaak afbeeldingen op hun winkel.

Slide 40 - Slide

Ieder gilde heeft een schild met een afbeelding, bij welke gilde zou dit schild passen?

Slide 41 - Open question

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Hoe beschermden de stedelingen zich?
A
Ze bouwden een dikke stadsmuur
B
Er was soms een burcht in de stad, die ze konden verdedigen.
C
Ze hadden een gracht om de stad
D
Ze schoten met kanonnen

Slide 44 - Quiz

Waarom bouwden ze zware muren om de stad?
A
Omdat ze dat mooi vonden.
B
Omdat ze niks te doen hadden.
C
Om zich te beschermen tegen de vijand.
D
Omdat ze stenen over hadden.

Slide 45 - Quiz

Slide 46 - Video

Slide 47 - Slide

Wat deden de boeren met het voedsel dat ze zelf niet nodig hadden?
A
Ze gooiden het weg
B
Dat verkochten ze op de markt.
C
Dat gaven ze aan de dieren.
D
Daar maakten ze een groot vuur mee.

Slide 48 - Quiz

Hoe kwamen de mensen in de stad aan hun eten?
A
Ze kochten dat op de markt.
B
Ze verbouwden in hun tuin groente en fruit.
C
Ze kregen dat van de kasteelheer
D
Ze hadden dat in hun koelkast

Slide 49 - Quiz

Slide 50 - Slide

De kerk
De kerk stond in het midden van de stad. Hoe hoger de toren, hoe rijker de stad.

Het was belangrijk om dingen te doen voor het geloof. De kerk werd mooi gemaakt maar ook hielden mensen tochten naar heilige plaatsen. Deze mensen noemen we pelgrims.

Slide 51 - Slide

Pelgrims
Pelgrims liepen niet zomaar een tocht naar een heilige plaats. Zo'n tocht kon wel dagen, maanden en soms zelfs jaren duren.

Ze reisden dan naar andere landen en steden zoals naar Rome in Italië.

Slide 52 - Slide

Dit is iets nieuws dat ik vandaag heb geleerd

Slide 53 - Mind map

Slide 54 - Slide