What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Modale werkwoorden verleden tijd
De Duitse modale werkwoorden
VERLEDEN TIJD
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De Duitse modale werkwoorden
VERLEDEN TIJD
Slide 1 - Slide
Lernziel (leerdoel)
Je kunt de Duitse
modale werkwoorden
in de
verleden tijd
vervoegen.
Slide 2 - Slide
Maak af:
Modale werkwoorden hebben in de verleden tijd nooit_______
A
klankverandering
B
een Umlaut
C
een uitgang
D
alle 3 de voorgaande mogelijkheden.
Slide 3 - Quiz
Wat is geen modale werkwoord?
A
Dürfen
B
müssen
C
können
D
gehen
Slide 4 - Quiz
Modale werkwoorden
können
müssen
wollen
wissen
dürfen
mogen, toestemming hebben
weten
kunnen
willen
moeten
( noodzaak)
Slide 5 - Drag question
Sleep de juiste verleden tijd stam naar het juiste werkwoord
können
müssen
dürfen
wollen
wissen
muss
woll
wuss
konn
durf
Slide 6 - Drag question
Modale werkwoorden( vt )
_____ Sie wie spät es ist?
A
Wüssten
B
Wusste
C
Wussten
D
Wusstest
Slide 7 - Quiz
Vul de verleden tijd in van dürfen
Du.......das Auto hier doch nicht parken?
A
durftest
B
durften
C
durftet
D
durfte
Slide 8 - Quiz
Vul de verleden tijd in van können
Ich............dir nicht helfen.
A
konnte
B
konntet
C
konnten
D
konntest
Slide 9 - Quiz
Vul de verleden tijd in van wollen
Sie(ev)..............den Termin verschieben.
A
wollten
B
wollte
C
wolltet
D
wolltest
Slide 10 - Quiz
Vul verleden tijd in van wissen
............ihr, wo er gestern war?
Slide 11 - Open question
Vul verleden tijd in van müssen
Sie( =U ).............sofort nach Hause.
Slide 12 - Open question
Gestern ……….. wir leider nicht
(können)
timer
0:20
A
können
B
konntet
C
könnten
D
konnten
Slide 13 - Quiz
Warum .............. du gestern nicht mitkommen (wollen)
timer
0:20
A
willst
B
wolltest
C
wollst
D
wollte
Slide 14 - Quiz
Er .............. nicht in die Disko gehen (dürfen)
timer
0:20
A
durfte
B
dürfe
C
durften
D
dürfte
Slide 15 - Quiz
Hebben müssen en können in de verleden tijd ook een Umlaut.
timer
0:20
A
ja
B
nee
C
alleen in de personen enkelvoud
D
alleen in de personen meervoud
Slide 16 - Quiz
Ich (dürfen, vt) ……. es euch nicht sagen.
Slide 17 - Open question
Er (können, vt) ……………. dir helfen.
Slide 18 - Open question
Sie (ev)(wissen, vt) …….. noch nicht so viel.
Slide 19 - Open question
verleden tijd
(dürfen) ______ du in die Disko gehen?
A
Dürftest
B
Darftest
C
Durftest
D
Willt
Slide 20 - Quiz
Ik weet nu hoe ik de Duitse modale werkwoorden in de verleden tijd moet vormen
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 21 - Poll
More lessons like this
N - modale werkwoorden verleden tijd
December 2022
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
N - modale werkwoorden verleden tijd
December 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Modale werkwoorden vt 3 tl
February 2022
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
modale werkwoorden
March 2024
- Lesson with
37 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Modale werkwoorden verleden tijd
November 2023
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3
Modale werkwoorden verleden tijd
March 2024
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3
N - modale werkwoorden verleden tijd
March 2022
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Modale werkwoorden verleden tijd
4 days ago
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3