H5 - Examen 2017-I; teksten 4 & 6

1 / 30
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

"Hotel Mama"
Waar gaat het denk je over?

Slide 2 - Mind map

Je hebt 3 minuten om de volgende vraag te beantwoorden


timer
3:00

Slide 3 - Slide

Vraag 11
Was kann man mit Sicherheit aus dem 1. Absatz über Julien Hölderli schließen?
A
Ab und zu ...
B
Er bekommt ...
C
Seine Eltern ...
D
Seine Studentenwohnung ...

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Je hebt 3 minuten om de volgende vraag te beantwoorden


timer
3:00

Slide 7 - Slide

Vraag 12
Der Satz "1972 lebte ... gutes Drittel." (Zeile 21-22) ist in Bezug auf den vorangehenden Satz
A
ein Beispiel
B
eine Bestätigung
C
eine Schlussfolgerung
D
ein Gegensatz

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Je hebt 3 minuten om de volgende vraag te beantwoorden


timer
3:00

Slide 11 - Slide

Vraag 13
Welche Erklärung gibt Dr. Elmar Basse unter anderen für diesen Unterschied?
A
Für Jungen ...
B
Für Mädchen ...
C
Jungen fangen ...
D
Mädchen haben ...

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Je hebt 3 minuten om de volgende vraag te beantwoorden


timer
3:00

Slide 15 - Slide

Vraag 14
Welche Ergänzung passt in die Lücke in Zeile 32?
A
Bequemlichkeit
B
Beziehungsstress
C
Familiensinn
D
Wohnungsnot

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Je hebt 3 minuten om de volgende vraag te beantwoorden


timer
3:00

Slide 19 - Slide

Vraag 15
Worin unterscheiden sich die heutigen Mütter dem 4. Absatz nach von den Müttern von damals?
A
Sie arbeiten ...
B
Sie haben ...
C
Sie schenken ...
D
Sie spielen ...

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Vraag 18
Mit welcher Umschreibung ist der "echte" Ball gemeint?
A
Das 'herausragende Exponat'
B
'ein Trainingsmodell'
C
'das im September präsentierte Spielgerät'
D
'ein im Bonner Haus der Geschichte liegender Ball'

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Vraag 19
De tekst bestaat inhoudelijk uit 2 delen. Het eerste deel is concreet, het tweede deel algemeen. Citeer de eerste twee woorden van de betreffende zin.

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide