Les 9 september HM2


Bienvenue HM2
 9 septembre
1 / 38
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Bienvenue HM2
 9 septembre

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui: 


  • Herhaling deel brugklasstof.
  • Na deze les weet je waarom het belangrijk is een taal te leren.
  • Leerdoel: Nut van het leren van een taal kennen. Kennis over persoonlijke voornaamwoorden, werkwoorden en ontkenning opfrissen.
  • Maar we beginnen met het nieuws uit Frankrijk

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Video





Les jours de la semaine

Slide 5 - Mind map

Redenen om een taal te leren:
Een taal leren is gezond voor je brein
Je weet misschien wel dat iets nieuws leren goed is voor je brein. Je hersens leggen tijdens het leren allemaal nieuwe verbindingen aan. Door te leren houd je je hersens dus in topconditie. Het leren van een taal heeft een nog sterker effect.

Slide 6 - Slide

Activer les connaissances (Voorkennis activeren)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

 Être / avoir

Slide 9 - Slide

La négation

Slide 10 - Slide

Nu je je voorkennis hebt geactiveerd: Een quiz
Je kunt op verschillende manieren bij mij in de les jokerpunten halen.
Dit kan met een quiz of opdracht.
Degene met de meeste punten mag uiteindelijk als eerste kiezen uit een lijst met "Jokers".
Een joker kan zijn: Een proefwerk als duo maken, of bijvoorbeeld 0,4 bonus.

Slide 11 - Slide

zijn =
A
être
B
avoir

Slide 12 - Quiz

être of avoir?

Tu es
A
être
B
avoir

Slide 13 - Quiz

être of avoir?

On a
A
être
B
avoir

Slide 14 - Quiz

être of avoir?

Ils sont
A
être
B
avoir

Slide 15 - Quiz

être of avoir?

On a
A
être
B
avoir

Slide 16 - Quiz

être of avoir?

Je suis
A
être
B
avoir

Slide 17 - Quiz

être of avoir?

Je suis
A
être
B
avoir

Slide 18 - Quiz

être of avoir?

Ils sont
A
être
B
avoir

Slide 19 - Quiz

être of avoir?

Tu es
A
être
B
avoir

Slide 20 - Quiz

elles (avoir)
A
vont
B
sont
C
ont
D
font

Slide 21 - Quiz

nous (avoir)
A
sommes
B
êtes
C
avez
D
avons

Slide 22 - Quiz

Sophie (avoir)
A
as
B
ai
C
avez
D
a

Slide 23 - Quiz

elle (avoir)
A
vont
B
sont
C
ont
D
a

Slide 24 - Quiz

tu (avoir)
A
es
B
as
C
a
D
est

Slide 25 - Quiz

ils (avoir)
A
ont
B
avoir
C
sont
D
a

Slide 26 - Quiz

Vous (être)
A
êtes
B
avez
C
ont
D
est

Slide 27 - Quiz

Tu (être)
A
as
B
est
C
es
D
sont

Slide 28 - Quiz

Elles (être)
A
suis
B
être
C
sont
D
est

Slide 29 - Quiz

Nous (être)
A
faisons
B
avons
C
êtes
D
sommes

Slide 30 - Quiz

Marie et Pierre (être)
A
est
B
sont
C
ont
D
sommes

Slide 31 - Quiz

ils / elles (être)
A
est
B
a
C
ont
D
sont

Slide 32 - Quiz

Ma mère (être) très sévère
A
est
B
as
C
es
D
sont

Slide 33 - Quiz

tu as =
A
ik heb
B
men is
C
jij hebt
D
jij bent

Slide 34 - Quiz

vous êtes
A
jullie zijn / u bent
B
jullie hebben / u heeft
C
zij zijn
D
men is

Slide 35 - Quiz

elle a =
A
zij is
B
zij hebben
C
zij heeft
D
zij zijn

Slide 36 - Quiz

Les devoirs (huiswerk)
Voor morgen: Mardi, le 10 septembre, 5e uur
Leren apprendre A pagina 50, maken 1, 2, 3a, 4 en 5 vanaf pagina 10
Vragen over huiswerk: Mail:
johanna.remerie@stellingwerfcollege.nl

Slide 37 - Slide

Au  revoir

Slide 38 - Slide