Pincode KB3 H4 Par 1

instructie 4.1 week 15 (6-10 april)
Je bekijkt deze les.
Je maakt de vragen die in deze lessonup les staan
je maakt in je werkboek blz: 100 t/m 103
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

instructie 4.1 week 15 (6-10 april)
Je bekijkt deze les.
Je maakt de vragen die in deze lessonup les staan
je maakt in je werkboek blz: 100 t/m 103

Slide 1 - Slide

Pincode KB3 Hoofdstuk 4

Ben je verzekerd?


Slide 2 - Slide

Paragraaf 1

Wie betaalt de schade?


Welke begrippen leer je in deze paragraaf:

  • Verzekering
  • onzeker voorval
  • Verzekeraar en verzekerde
  • Premie en berekening totale verzekeringskosten
  • Polis
  • Polisvoorwaarden
  • schadevergoeding
  • eigen risico
  • AVP
  • Materiele schade
  • Poliskosten
  • Assurantiebelasting

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

VERZEKEREN

De verzekeringsmaatschappij betaalt

De dekking is datgene wat vezekerd is.


Slide 5 - Slide

ONZEKER VOORVAL

De schade wordt alleen vergoed

als die het gevolg is van een gebeurtenis waarvan je niet weet

wanneer en of die ooit zal plaatsvinden.

Slide 6 - Slide

VORBEELDEN VAN VERZEKERINGEN

Fietsverzekering

Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP)

Inboedelverzekering

Opstalverzekering

WA-verzekering motorvoertuigen

WA + cascoverzekering

Zorgverzekering



Slide 7 - Slide

Uitleg begrippen

Consumenten en bedrijven verzekeren zich tegen bepaalde gebeurtenissen. Reden: ze ontvangen een bedrag van de verzekeringsmaatschappij als er schade is.

De gebeurtenis waarvoor de consument zich verzekerd is onzeker. Dit wil zeggen dat het misschien nooit gebeurt en als het gebeurt is het niet te voorspellen wanneer. Deze gebeurtenis noemen we een onzeker voorval.

Slide 8 - Slide

Vervolg uitleg

De verzekeringsmaatschappij noemen we de verzekeraar en de consument of het bedrijf dat zich laat verzekeren noemen we de verzekerde.

De prijs van de verzekering noemen we de premie.

In de polis staat de dekking. De dekking is een omschrijving waarvoor je verzekerd bent en tot welk bedrag maximaal uitgekeerd wordt.

 De schadevergoeding is het bedrag dat uitgekeerd wordt bij schade. 

(= Schadebedrag - eigen risisco)

Soms moet de verzekerde het eerste gedeelte van het schadebedrag zlf betalen, dat is het eigen risico.

De premie zal dalen als er sprake is van een eigen risico.

Hoe hoger het eigen risico, hoe lager de premie.



Slide 9 - Slide

Vervolg uitleg

Een belangrijke verzekering is de AVP. 

AVP betekent: Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren.

Bij deze verzekering ben je verzekerd voor de schade die je bij anderen (zonder opzet) toebrengt. Dit kan materiele schade (schade aan spullen) en lichameliijke schade zijn zoals ziekenhuiskosten.


De premie is niet het enige bedrag dat je moet betalen om verzekerd te zijn.

Bij elke verzekering moet je ook poliskosten betalen. Poliskosten zijn kosten om de polis in orde te maken. Daarnaast moet assurantiebelasting worden betaald. Dit is 21% over de opgetelde premie en poliskosten.


Slide 10 - Slide

Factoren die de premie beinvloeden

De hoogte van de premie kan afhankelijk zijn van de volgende factoren:

  • Waarde van het verzekerd object. Hogere waarde= hogere premie
  • De kans dat er schade ontstaat. Grotere kans = hogere premie
  • De hoogte van het eigen risico. Lager eigen risico = hogere premie
  • De geografische ligging van het verzekerd object. Op sommige plekken is de kans op schade groter en daar is de premie hoger.
  • Gebeurtenissen in het verleden. Als de verzekerde in het verleden onverantwoorde risico's heeft genomen zal zijn premie hoger zijn.

Slide 11 - Slide

OPBOUW PREMIE

       Premie                                              €

       Poliskosten                                    €                     

                                                                    €

       Assurantiebelasting 21%         €                      

       Verzekeringskosten                   €                      

Slide 12 - Slide

voorbeeldsom

berekening totale verzekeringskosten

Jaap heeft een AVP verzekering. De premie bedraagt € 40,00 per maand.

De poliskosten zijn € 5,00. De assurantiebelasting is 21%.

Bereken de totale verzekeringskosten.

Premie               € 40

Poliskosten  + €   5 

                              € 45

Ass. bel         +  €   9,45  (21:100 x € 45)

totale kosten   € 54,45



Slide 13 - Slide

EIGEN RISICO

Een deel van de schade

dat niet wordt vergoed door de verzekeraar,

maar dat de verzekerde zelf moet betalen.

(Zie volgende pagina)



Slide 14 - Slide

Berekening Uitgekeerd bedrag
(Schade vergoeding)

Jan heeft zijn scooter verzekerd voor een bedrag van maximaal € 5.000. Zijn eigen risico bedraagt € 220.

Jan krijgt een ongeluk met zijn scooter.

Het schadebedrag is € 1370.

Hoeveel krijgt Jan uitgekeerd van zijn verzekering?

Uitgekeerd bedrag= schadebedrag - eigen risico

Uitgekeerd bedrag = € 1370 - € 220 =€ 1150 


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Mo heeft een reisverzekering afgesloten voor zijn vakantie naar Marokko.
De premie bedraagt € 12,50. De poliskosten zijn € 2,50
De assurantiebelasting is 21%.

Bereken de totale verzekeringskosten

Slide 17 - Open question

Karin heeft haar vaas per ongeluk laten vallen.
De schade bedraagt € 500,00.
Haar eigen risico bedraagt € 50,00.
Bereken het uitkeringsbedrag.

Slide 18 - Open question

Wie sluit de verzekering af?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde

Slide 19 - Quiz

1. In de polis staat welke schade je vergoed krijgt
2. het bedrag dat je aan verzekering betaalt noem je polis
A
1 en 2 zijn juist
B
1 en 2 zijn onjuist
C
1 is juist 2 is onjuist
D
1 is onjuist 2 is juist

Slide 20 - Quiz

1. Hoe hoger het eigen risico, hoe lager de premie die je moet betalen
2. een eigen risico is nooit verplicht
A
1 en 2 zijn juist
B
1 is juist, 2 is onjuist
C
1 en 2 zijn onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist

Slide 21 - Quiz

AVP (aansprakelijkheids-
verzekering particulieren)
vergoedt immateriele schade 
dekt schade die met opzet is veroorzaakt
vergoed schade die niet met opzet is gemaakt

Slide 22 - Drag question

Uit welke 3 onderdelen bestaan de verzekeringskosten?

Slide 23 - Open question