Clase16_Los números, preparaciones PW

¡Bienvenidos a tu clase de español!
16
Hoy es 20 de octubre de 2020
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos a tu clase de español!
16
Hoy es 20 de octubre de 2020

Slide 1 - Slide

Prepárate para esta clase:
Maak je klaar voor deze les...
  1. Tu portátil está cerrado: Je laptop is nog dicht.
  2. Tu móvil está en la caja fuerte: Je mobiel is in de kluis.
  3. Tienes tu cuaderno, portátil y bolígrafo: Je hebt je schrift, laptop en pen bij je.
  4. ¡Haz caso y guarda el silencio!:         Let op!   Oren open en wees stil!

timer
1:00
¡Importante!

Slide 2 - Slide

Esta es una clase en línea;
usa tus auriculares
Gracias.

Dit is een online les: 
gebruik je koptelefoontje.
Dankjewel.

Slide 3 - Slide

Proefwerk 5 november a.s.
In dit PW wordt je getest op:
  1. - Leesvaardigheid
  2. - Luistervaardigheid (breng je koptelefoon/ oortjes mee!)
  3. - Werkwoorden uit de unidad de repaso (HAY, SER, ESTAR, TENER, IR GUSTAR + regelmatige ww -AR, -ER, -IR) 
  4. - Voorzetsels (por, para, a, con, en, de)*
  5. - Aanwijzend voornaamwoord.(este, ese, aquel/ esta, esa, aquella + mv)*
  6. - Kloktijden*
  7. - Getallen t/m 1000*
  8. - Nabije toekomende tijd ( Ir + A + WW)*
  9. - Vocabulario Unidad 5:  5.1 t/m 5.3 (ESP >NL /  NL> ESP) (p. 67-68 PA WB)
Jueves,
5 de noviembre de 2020

Slide 4 - Slide

Dosier 
Lectura y 
escritura

Lees-
schrijf
dossier
inleverdatum 4 november a.s.!

Slide 5 - Slide

Los objetivos de esta clase

1. Jullie leren hoe je in het Spaans getallen tot een miljoen schrijft en uitspreekt

2. Jullie leren hoe je in het Spaans zinnen leert schrijven

3. Jullie leren aanwijzend voornaamwoorden in het Spaans
De doelen voor deze les

Slide 6 - Slide

El programa de hoy

(Het programma van vandaag)
En esta clase hay 4 cosas por hacer

1) Getallen t/m miljoenen

2) Hoe kun je Spaanse zinnen schrijven?

3) Aanwijzend voornaamwoord (intro) 

4) Oefenen met Quizlet woordjes 5.1 - 5.3  (via Quizlet Live) + roze ww blad: 25-50

Slide 7 - Slide

Los números hasta 1 millón
Begin ALTIJD de grootste getallen als eerste te noemen :
1.000.000 : un millón, cuatro millón, diez millón etc
100.000: cien mil, cuatrocientos mil, etc
10.000: diez mil, cincuenta mil, , etc.
1000-tallen; mil, dos mil, etc.
100-tallen; cien, doscientos, cuatrocientos, quinientos, ochocientos etc.
10-tallen; diez, veinte, treinta, cuarenta, cincuenta, sesenta 
1-heden; uno, dos, tres, cuatro
(Zie bron H (tekstboek pag 47/ WB tarea 23 pag ) + rode/roze boekje p.50 / 62 

Slide 8 - Slide

Paso a paso: Stappenplan 
 ¿Qué vas a hacer?:  Oefeningen getallen maken.

¿Qué necesitas?: tu libro rosa, pág: 62-65 o tu libro rojo, pág: 50-52

¿Cómo?: zelfstandig en stil aan de slag

¿Cuánto tiempo?: 25 minutos. 

Objetivo (doel): Je bent nu nog beter voorbereid op het PW.

timer
1:00

Slide 9 - Slide

¿Cómo escribir frases en español?
Om Spaanse zinnen op de goede manier te schrijven, hou je rekening met de onderstaande vragen / controle stappen:

  1. Staan alle werkwoorden bij elkaar?
  2. Is per zin 1 werkwoord vervoegd?
  3. Staat de ontkenning vóór het vervoegde werkwoord?
  4. Staat het belangrijkste werkwoord in de juiste tijd? (dus tegenwoordige tijd, toekomende tijd, etc.)
  5. Staat dat werkwoord goed vervoegd bij de juiste persoonsvorm? ; yo soy, ellos hablan etc
  6. Staat de tijdsaanduiding* vóór of achteraan de zin?  ( gisteren, vanochtend, in 1898, om half drie)
  7. Staat de plaatsbepaling** vóór of achteraan de zin? (hier, daar, in Madrid, bij de Kwakel, boven, achterin)
  8. Zijn de bijvoeglijk-,bezittelijk voornaamwoord en lidwoord aan het zelfstandig naamwoord aangepast? vb. : Un libro rojo; Nuestra casa roja.
  9. Hebben de vraagwoorden accenten?  é , í, á ó, ú ?;  Denk ook aan de ¿? en de ¡!
  10. Heb je voor de bijzin de bovenstaande regels opnieuw toegepast?

Stappen om Spaanse zinnen te schrijven

Slide 10 - Slide

Paso a paso: Stappenplan 
Objetivo (doel): Hierna weet je beter hoe je zinnen moet schrijven

  1. ¿Qué vas a hacer?:  Vas a hacer la tarea de escritura ( lees schrijfdossier)
  2. ¿Qué necesitas?: Bolígrafo y tu cuaderno y PA WB voca cap 5.            
  3. ¿Cómo?:  Trabajas solo. (Te permito escuchar música ) Solo puedes hablar con la voz muy baja.
  4. ¿Cuánto tiempo? 15 minutos

NO necesitas el portátil!

Slide 11 - Slide


1. De jurk en de tas zijn mooi.
2. Ik winkel in de hoofdstad van Nederland.
3. Wij maken vandaag een wandeling naar de ontmoetingsplek.
4. Ik hou niet van dure dingen. 
5. Hoe laat is het? Het is vijf voor negen 's morgens.
6. Het is een reclame voor de modeshow
Zinnen schrijven
Schrijf je zinnen zelf
Alle woordjes komen uit de stof van Cap 5
en extra boekje.
Docenten herkennen Translate gebruik!

Slide 12 - Slide

1. De jurk en de tas zijn mooi.     El vestido y el bolso son bonitos.
2. Ik winkel in de hoofdstad van Nederland. Voy de compras en la capital de Holanda.
3. Wij maken vandaag een wandeling naar de ontmoetingsplek.
(Hoy) Damos un paseo al punto de encuentro hoy.
4. Ik hou niet van dure dingen.     No me gustan las cosas caras.
5. Hoe laat is het? Het is vijf voor negen 's morgens    
¿Qué hora es? Son las nueve menos cinco de la mañana.
6.Het is een reclame voor de modeshow.   Es un anuncio por la pasarela
Zinnen schrijven

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Maak aansluitend ejercicio 9 over het aanwijzend voornaamwoord (pag 49; libro rojo / pág 61; libro rosa)

Slide 15 - Slide

¿Hemos conseguido los objetivos de esta clase?

1. Jullie leren hoe je in het Spaans getallen tot een miljoen schrijft en uitspreekt

2. Jullie leren hoe je in het Spaans zinnen leert schrijven

3. Jullie leren aanwijzend voornaamwoorden in het Spaans
Hebben we de doelen voor deze les gehaald?

Slide 16 - Slide

APRENDE (LEER):  
VOCA 5.1 t/m 5.3 ( NL> ESP)
+ roze werkwoordenblad 25t/m 35
+
begin met het leren vd stof voor het PW 

HAZ (MAAK):
ejercicio 9, 10 ,11 y 12

Los deberes para la próxima clase
(het huiswerk voor de volgende les...)
¡Mucha suerte!; veel succes!

Slide 17 - Slide

y... ¿Qué has aprendido hoy?
¿Hay preguntas? (Zijn er vragen?)

Slide 18 - Slide