Domein D les 1

Examentraining
Domein D
Les 1
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Examentraining
Domein D
Les 1

Slide 1 - Slide

Lesopbouw
1. oefening met begrippen
2. herhaling theorie
3. samen oefenen
4. toets inzien

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Vraag en aanbod

Slide 4 - Slide

Verplaatsing over de lijn
Een voorbeeld:
  • aanbod van arbeid daalt (door bij voorbeeld meer parttimers) > omgevingsfactor dus verplaatsing van de aanbodlijn.

  • er ontstaat nieuwe evenwichtsprijs > prijsverandering dus verschuiving op de vraaglijn.

Slide 5 - Slide

Oorzaken verschuiving vraaglijn:

De vraaglijn kan naar rechts of links verschuiven als:

- een subsitutiegoed duurder of goedkoper wordt

- een complementair goed goedkoper of duurder wordt

- het inkomen / budget stijgt of daalt

- de behoeften toe- of afnemen

- Product of dienst erg in trek


Slide 6 - Slide

verschuiving van en langs de aanbodlijn
langs de aanbodlijn
van de aanbodlijn
prijs verandert door een verandering van de vraaglijn
inkoopkosten veranderen
aantal aanbieders veranderen
productiviteit verandert

Slide 7 - Slide

Evenwichtshoeveelheid/ evenwichtsprijs

Wat is de evenwichtshoeveelheid?

  • 50 stuks

Wat is de evenwichtsprijs?

  • €525

Slide 8 - Slide

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen
Qa = 100P - 1000
Qv = -100P + 5000

1) Reken de evenwichtsprijs uit.
2) Reken de evenwichtshoeveelheid uit.



Uitkomst
(30, 2000)

Slide 9 - Slide

Marktkenmerken
Marktvormen kan je herkennen aan marktkenmerken

  • Homogeen of heterogeen product
  • Transparantie of niet
  • Toegankelijkheid
  • Het aantal vragers en aanbieders. 
  • Invloed aanbieder op de prijs

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Verschillende bedrijfsdoelstellingen
bij onvolkomen concurrentie
1. Break even
TO = TK
of GO = GTK
2. Maximale winst
MO=MK
3. Maximale omzet/marktaandeel
MO=0

Slide 13 - Slide

Opbrengst, kosten en winst

p       = prijs (price)
q       = hoeveelheid (quantity) = afzet
TO    = Totale Opbrengst = omzet
  • TO = p x q
TCK = Totale Constante Kosten 
             (onafhankelijk van q)
TVK = Totale Variabele Kosten
             (afhankelijk van q)
TK    = Totale Kosten
  • TK  = TCK + TVK
TW   = Totale Winst
  • TO - TK
Gemiddeld en marginaal

GCK = Gemiddelde Contante Kosten
  • GCK = TCK / afzet (q)
GVK = Gemiddelde Variabele Kosten
  • GVK = TVK / afzet (q)
GTK = Gemiddelde Totale Kosten
  • GTK = TK / afzet (q)
  • GTK = GCK + GVK
GO  = Gemiddelde Opbrengst
  • GO = TO / afzet (q)
MO = Marginale Opbrengst
MK  = Marginale Kosten
MW = Maximale Winst als MO = MK!

Slide 14 - Slide

Variabele kosten
Proportioneel variabele kosten: = variabele kosten die evenredig toenemen
Progressief variabele kosten = variabele kosten die meer dan evenredig toenemen. 
Degressief variabele kosten = variabele kosten die minder dan evenredig toenemen

Slide 15 - Slide

Samen oefenen
1. (2p) Teken de GTK lijn in bovenstaande grafiek. Stel hiervoor eerst de formule van TK en vervolgens die van GTK op.
2. (2p) Bereken bij welke prijs er sprake is van maximale omzet. Licht duidelijk toe hoe je aan je antwoord komt.
3. (2p) Bereken (dus niks aflezen!) bij welke prijs er sprake is van maximale winst. Geef dit aan in de grafiek.
4. (2p) Bereken de maximale winst.
5. (2p) Arceer de maximale winst.

Slide 16 - Slide

Antwoorden
a. TK = 4q + 24 en GTK = 4+24/q (1p)
q = 10  GTK = 4+24/10 = 6,4 (zie zwarte lijn in grafiek)
b. Maximale omzet als MO = 0  als q = 5 (1p)
P = -2*5+20 = 10 euro (1p)
c. Maximale winst als MO = MK
-4q+20 = 4  4q = 16  q = 4 (1p) P = -2*4+20 = 12 euro (1p)
d. TO = 4*12 = € 48
TK = 4*4+24 = € 40 (1p)
TW = 8 euro (1p)
e. Zie grafiek (rode oppervlakte)



Slide 17 - Slide

Toets inzien
Alleen een pen op je tafel
Tel in ieder geval de punten na
Check de meerkeuzevragen
Onduidelijkheden, vraag!!!!

Slide 18 - Slide