This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Planning:
Introductie
Uitleg: paragraaf 1 H2/H4 de opbouw van steden/soestdijk en soest
maken opdracht 4 t/m 6/11
nabespreken paragraaf 1
afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
je kan voorbeelden noemen van woonkenmerken
je kan voorzieningen in je eigen wijk noemen
introductie
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
uitleg/aantekeningen
Slide 3 - Slide
uitleg kgt:
Slide 4 - Slide
De opbouw van steden
Hoewel je er wel veel sporen van vroeger kunt vinden, zijn de steden uit de middeleeuwen sterk gegroeid en veranderd.
De binnenstad is nog goed herkenbaar aan de oude gebouwen, kerken en nauwe straatjes.
Het stadscentrum is een deel van de stad waar veel winkels, cafés en restaurants / kantoren zijn. Vaak ligt het stadscentrum rond een station en zijn er parkeergarages vlakbij.
Buiten het centrum liggen de woonwijken, die soms weer verdeeld zijn in buurten. Een buurt is meestal in een bepaalde periode gebouwd, dus lijken de huizen erg op elkaar.
Aan de rand van de stad liggen bedrijventerreinen. Ze liggen aan grote wegen. Vaak verschillende soorten bedrijven bij elkaar.
Soms grenst een stad aan een andere grote plaats, waardoor je zo van de ene plaats de andere inrijdt. Zo'n stad met eraan vastgegroeide voorsteden heet een agglomeratie.
Agglomeratie
uitleg
Slide 5 - Slide
1. Binnenstad
Nauwe straatjes met winkels en cafés.
Er wonen niet veel mensen.
uitleg
Slide 6 - Slide
Stadcentrum
Ontstaan Middeleeuwen (1100)
Kenmerken: - Smalle straatjes - Kronkelende wegen - Vaak kerk en marktplein - Resten oude stadsmuur
uitleg
Slide 7 - Slide
Agglomeratie
Aan elkaar vast gegroeide stad en dorpen
Dit komt door het verstedelijken van een bepaald gebied.
uitleg
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
uitleg m/h:
Slide 10 - Slide
Zoom in: Soestdijk
Soestdijk is een wijk in Soest.
1. Hoe is deze wijk ontstaan?
2. Wat voor gebouwen staan er?
uitleg
Slide 11 - Slide
Hoe is Soestdijk ontstaan?
1900: Een spoorlijn wordt aangelegd.
Gevolg: Er komen meer mensen wonen.
Gevolg: Er moeten nieuwe woningen worden gebouwd om al die mensen een plek te kunnen geven om te wonen.
-> Soestdijk ontstaat en Soest groeit!
uitleg
Slide 12 - Slide
In de meeste wijken staan verschillende soorten huizen...
Slide 13 - Slide
Kenmerken van woningen
Is jouw huis...
een één of meergezinswoning?
laagbouw of hoogbouw?
huur of koop?
duur of goedkoop?
uitleg
Slide 14 - Slide
Verschil eengezinswoning en meergezinswoning?
Eengezinswoning: woningen die bestemd zijn voor één gezin. Je kunt er ook alleen of met z'n tweeeën wonen. Voorbeeld: vrijstaand huis, 2-onder-1-kap, rijtjeshuis.
Meergezinswoning: Meerdere gezinnen wonen in hetzelfde gebouw. Voorbeeld: flat, appartement.
uitleg
Slide 15 - Slide
Soestdijk
De wijk heeft ook voorzieningen: scholen, winkels, cafés, restaurants.
Soestdijk is een dure wijk: het zijn allemaal koopwoningen.
Dit betekent dat de bewoner eigenaar is van de woning.
uitleg
Slide 16 - Slide
Zoom uit: Soest
Vroeger:
Klein dorp met boerderijen.
Nu:
Woonwijken met flats, eengezinswoningen, bedrijventerreinen.
Flats = hoogbouw, elke verdieping een eigen ingang.
Zoek 3 verschillende soorten woningen in jouw woonwijk in IJmuiden/omgeving, maak printscreens en stuur ze via de volgende slide op.
Slide 19 - Slide
Verschillende soorten woningen in IJmuiden/omgeving
Slide 20 - Open question
Zoek ook met google earth streetviews jouw ware droomhuis in IJmuiden en omstreken, maak een printscreen en stuur die op.
Slide 21 - Open question
lezen paragraaf 1 H1 de opbouw van steden
maken opdracht 6 t/m 11 gebruik hierbij: tekstboek blz. 25 werkboek blz. 23/24/25 stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
5:00
m/h: zelfstandig werken in stilte
kgt: zelfstandig werken in stilte
Slide 22 - Slide
lezen paragraaf 1 H1 de opbouw van steden
maken opdracht 6 t/m 11 gebruik hierbij: tekstboek blz. 25 werkboek blz. 23/24/25 stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
5:00
m/h: zelfstandig werken met fluisteren
kgt: zelfstandig werken met fluisteren
Slide 23 - Slide
lezen paragraaf 1 H1 de opbouw van steden
maken opdracht 6 t/m 11 gebruik hierbij: tekstboek blz. 25 werkboek blz. 23/24/25 stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken