4h-MARTES 16 -3-21 y JUEVES 18-3-21

MARTES 16-3-21
1 / 37
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

MARTES 16-3-21

Slide 1 - Slide

PROGRAMA
EL PRETÉRITO PERFECTO
FORMA Y USO

HACEMOS UNA TAREA (3)
ESCRITA EN CLASE

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

PRETÉRITO PERFECTO-IRREGULAR PARTICIPLES

Slide 4 - Slide

ABIERTO
PUESTO
DICHO
VUELTO
VISTO
HECHO
ABRIR
VER
HACER
PONER
VOLVER
DECIR

Slide 5 - Drag question

1. ESTUDIAR (TÚ)

Slide 6 - Open question

2. DUCHARSE (YO)

Slide 7 - Open question

3. ESCRIBIR (ÉL)

Slide 8 - Open question

4. DORMIR (YO)

Slide 9 - Open question

5. DECIR (ELLOS)

Slide 10 - Open question

Pretérito perfecto
(signaalwoorden)

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Slide

CONTROLAMOS EJ. COMPENDIO PG. 83-84 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

¿QUÉ PROBLEMAS HAY EN ESTAS FRASES?
2
2

Slide 15 - Slide

TAREA ESCRITA 3
EN CLASE: EN PAPEL
ONLINE: VIA TEAMS-OPDRACHTEN TAREA ESCRITA 3
timer
1:00

Slide 16 - Slide

JUEVES 18-3-21
TRABAJAMOS EN LA 
CORRECCIÓN DE LA TAREA 
ESCRITA
(EMAIL: VACACIONES)

Slide 17 - Slide

TAREA ESCRITA 3
EN CLASE: EN PAPEL
ONLINE: VIA TEAMS-OPDRACHTEN TAREA ESCRITA 3
timer
1:00

Slide 18 - Slide

¿DÓNDE HAS ESTADO DE VACACIONES?
HE ESTADO (UNA SEMANA/DOS SEMANAS) EN NUEVA YORK

Slide 19 - Slide

DORMIR
SACAR FOTOS
IR DE COMPRAS
ESCRIBIR UN EMAIL/UNA POSTAL
IR A LA PLAYA
CAMINAR
PASEAR
IR A UN RESTAURANTE
COMER EN UN RESTAURANTE
¿QUÉ HAS HECHO? 

Slide 20 - Slide

HOE VORM JE DE PRETÉRITO PERFECTO?

Slide 21 - Slide

volver (terugkeren)
vuelto (terug gekeerd)
abrir (openen)
abierto (geopend)
escribir (schrijven)
escrito (geschreven)
romper (stuk gaan)
roto (stukgegaan)
decir (zeggen)
dicho (gezegd)
hacer (doen/maken)
hecho (gedaan/gemaakt)
ver (zien)
visto (gezien)
ir (gaan)
ido (gegaan)
poner (leggen, zetten)
puesto (gelegd)
Enkele onregelmatige deelwoorden

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Traduce las siguientes frases
Vertaal de zinnen

Slide 24 - Slide

1. Ik ben één week in New York geweest

Slide 25 - Open question

2. Deze week ben ik naar New York gegaan

Slide 26 - Open question

3. Ik heb in een hotel geslapen

Slide 27 - Open question

4.Ik heb veel gegeten

Slide 28 - Open question

5. Vrijdag avond, heb ik in een restaurant met mijn familie gegeten

Slide 29 - Open question

6. Ik heb een mail voor mijn oma geschreven

Slide 30 - Open question

Responde a las preguntas usando el pretérito perfecto
Beantwoord de vragen met de Pretérito Perfecto

Slide 31 - Slide

1. ¿Qué has desayunado hoy?

Slide 32 - Open question

2. ¿Has visto una película esta semana?

Slide 33 - Open question

3. ¿Has ido a España alguna vez?

Slide 34 - Open question

4. ¿Qué has hecho este fin de semana?

Slide 35 - Open question

1. Nunca he comido sushi

Slide 36 - Open question