Ik kan mijn stage beoordelen.
Ik heb met mijn ouders nagedacht over mijn keuze voor het vakkenpakket voor volgend jaar.
Ik heb een beeld hoe ik mijn schoolzaken de komende periode ga aanpakken.(Plannen/organiseren)
Ik weet wat mijn cijfers zijn want die staan in SOM.
Ik leer wat een debat is.