Ga alvast naar LessonUp! De les staat voor je klaar.
Houd je leerboek bij de hand.
We lopen volgens planner, fijn!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom!
Ga alvast naar LessonUp! De les staat voor je klaar.
Houd je leerboek bij de hand.
We lopen volgens planner, fijn!
Slide 1 - Slide
lesdoelen
uitleg wat je kunt verwachten op de toets
uitleg werkwoordspelling
extra oefenen
checken lesdoelen
Wat gaan we doen?
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet je wat je precies kunt verwachten op de toets H1 t/m H5 Spelling.
Aan het einde van deze les is je kennis van werkwoordspelling opgefrist.
Slide 3 - Slide
Toets H1 t/m H5 Spelling
Je kunt van werkwoorden bepalen of het om een pv (tt of vt) gaat, een vd, od of bijvoeglijk naamwoord + je kunt deze (Engelse) werkwoordsvormen correct spellen.
Je kunt leestekens plaatsen.
Je weet wanneer je een meervoud-n achter woorden als alle, beide of enkele plaatst.
Je kunt hoofdletters plaatsen.
Je weet wanneer je koppelteken, weglatingsteken, trema en apostrof plaatst.
Je weet wanneer je tussenletters gebruikt.
Je kunt met je kennis van pt 5 de juiste vorm v. samenstellingen kiezen.
Slide 4 - Slide
Wat weet je te vertellen
over het correct spellen/ vervoegen van Engelse
werkwoorden?
Slide 5 - Slide
Wat is juist?
Dat heb je niet goed (timen).
A
getimet
B
getimed
C
getimt
D
getimd
Slide 6 - Quiz
Wat is juist? Het (gebeuren) me niet nog een keer.
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 7 - Quiz
Wat is juist? De (rellen) jongeren (verwoesten) afgelopen maandagavond de Haagse binnenstad.
Slide 8 - Open question
Wat is juist?
Het (verwachten) kind
A
verwachte
B
verwachten
C
verwachtte
D
verwachtten
Slide 9 - Quiz
Maak twee correcte zinnen met de volgende woorden: 1. verbrede 2. verbreedde
Slide 10 - Open question
Even terug naar de lesdoelen
Is duidelijk wat je kunt verwachten op de toets H1 t/m H5 Spelling?
Is je kennis van werkwoordspelling voldoende opgefrist? Hoeveel vertrouwen heb je in jezelf voor wat betreft dit onderdeel op de toets?