Les 10: Powerpoint

Welk programma behoort NIET tot het Microsoft Office pakket?
A
Word
B
Paint
C
Excel
D
PowerPoint
1 / 110
next
Slide 1: Quiz
ICTSecundair onderwijsBuitengewoon lager onderwijsLager onderwijsBuitengewoon secundair onderwijs

This lesson contains 110 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welk programma behoort NIET tot het Microsoft Office pakket?
A
Word
B
Paint
C
Excel
D
PowerPoint

Slide 1 - Quiz

PowerPoint
Helpen jullie mee, OKAN?

Slide 2 - Slide

Wat is het logo van het programma Microsoft Powerpoint?
A
B
C
D

Slide 3 - Quiz

1. Welk logo hoort bij het programma?
Microsoft Outlook
Microsoft Teams
Microsoft PowerPoint
Google zoeken
Microsoft OneDrive
Microsoft Word

Slide 4 - Drag question


Werken met PowerPoint

Slide 5 - Slide

Wat weet je over PowerPoint?

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van de les:
  • Weet je wat PowerPoint is
  • Ken je verschillende functies van PowerPoint
  • Kun je een presentatie maken in PowerPoint

Slide 7 - Slide

PowerPoint openen
  • Start je laptop op
  • Log in op de studentaccount
  • Ga naar Windows-icoon
  • Typ Powerpoint
  • Klik op deze App Powerpoint

Slide 8 - Slide

Starten in PowerPoint
Om een nieuwe presentatie te maken, klik je in het volgende scherm op 'lege presentatie'

Slide 9 - Slide

Presentatie maken
Je gaat een presentatie in PowerPoint maken.
Deze presentatie gaat over jullie idee voor een alternatief lokaal
De presentatie bestaat uit minimaal 4 dia's. 
Lees bij de volgende dia wat je telkens in je PowerPoint moet plaatsen/opschrijven. 


Slide 10 - Slide

Dia/slide 1
Dia/slide 2

Slide 11 - Slide

Welke dia/slide vinden jullie het mooist?
dia/slide 1
dia/slide 2

Slide 12 - Poll

Nieuwe dia 
Start --> Nieuwe dia.



Klik op het pijltje naast dia. Er opent dan een menu.
Selecteer Titel met object.

Slide 13 - Slide

Diavoorstelling opslaan
Je gaat je diavoorstelling nu opslaan op je OneDrive. 

1. Klik op bestand
2. Klik op Opslaan als
3. Zoek in jouw OneDrive de map ICT op 
4. Geef je bestand de naam: Presentatie Voornaam Familienaam
5. Klik op Opslaan

Slide 14 - Slide

Ontwerpen
Ga naar het menu ontwerpen



Je ziet verschillende ontwerpen voor je PowerPoint. Klik naast de zichtbare ontwerpjes op het onderste pijltje. 



Kies een ontwerp dat je mooi vindt. 



Slide 15 - Slide

Dia 1
Dit is het titelblad. 
Je heb twee schrijfvlakken
Start, Dia's, Indeling

Noteer in de titel:
  • Jouw naam op Curio Entree



Slide 16 - Slide

Dia 2
Noteer in titel  'Inhoud'. 

Noteer in ondertitel:
  • Wie ben ik
  • Klas 
  • Leerkrachten
  • Leuke en minder leuke momenten in OKAN Heilige Familie
  • Vragen.




Slide 17 - Slide

Nieuwe dia 
Start, Dia's, Nieuwe dia.
Start, Dia's Indeling  Inhoud met bijschrift

Slide 18 - Slide

Dia 3
Noteer in titel 'Wie ben ik?'. 

Beschrijf in grote tekstvak:  
in kernwoorden wie jij bent. 
Klik vervolgens Invoegen Afbeelding Stock afbeeldingen.
Zoek vervolgens een afbeelding die bij jou past. Je voegt deze in door erop te klikken.

Slide 19 - Slide

Nieuwe dia 

Slide 20 - Slide

Dia 4
Noteer in titel
 'Klas'

Beschrijf in het tekstvak welke klas je hebt, wie jullie leerkrachten zijn en wie je klastitularis is.


Slide 21 - Slide

Nieuwe dia 

Slide 22 - Slide

Dia 5
Je gaat nu een foto van internet toevoegen. 
Ga naar je internetbrowser.
Ga naar www.google.com en zoek een afbeelding. 
Klik met je rechtermuisknop op de afbeelding en selecteer opslaan als
Sla de afbeelding op in het mapje Mijn afbeeldingen. 
Geef de afbeelding de naam dia5.



Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Dia 5
Ga terug naar PowerPoint.
Noteer in titel
 'Leercoach'
Klik op Invoegen --> afbeelding --> dit apparaat.
Selecteer de foto 




Slide 25 - Slide

Nieuwe dia 
In deze dia ga je een tabel invoegen waarin je de plus en minpunten gaat beschrijven.

Slide 26 - Slide

Dia 6
Noteer in titel
 'Leuke en minder leuke momenten'
Voeg een tabel in. Dit doe je onder het tabblad invoegen -> tabel.
Je voegt een tabel in van 2 bij 3.

In deze tabel zet je een paar leuke en minder leuke momenten van dit schooljaar.


Slide 27 - Slide

Nieuwe dia 
Hier mag je zelf een indeling kiezen

Slide 28 - Slide

Dia 7
Einde Presentatie.

Zijn er nog vragen?


Slide 29 - Slide

Opmaken
Maak je presentatie netjes.
Zorg dat in een aantal dia's ook een foto zit.
Zijn de foto's goed en scherp (geen watermerk)?
Bekijk de presentatie op het hele beeldscherm.

Slide 30 - Slide

Herhaling: de werkbalk 'opmaak'
Kennen jullie de werkbalk 'opmaak' nog van Word? 
Werkbalk Word = werkbalk PowerPoint 

1. Lettertype
2. Lettergrootte
3. Kleur
4. Vetgedrukt (CTRL + B)
5. Schuingedrukt of cursief (CTRL + I)
6. Onderstreept (CTRL + U)
1
2
3
4  5  6

Slide 31 - Slide

Welk woord is onderstreept?
A
B
C
D

Slide 32 - Quiz

Welk woord is schuingedrukt / cursief?
A
B
C
D

Slide 33 - Quiz

Welk woord is vetgedrukt?
A
B
C
D

Slide 34 - Quiz

De achtergrondkleur
Je kan de achtergrondkleur van een slide of dia veranderen.
1. Ontwerp
2. Achtergrond 
3. Effen opvulling 
4. Meer kleuren

Nu is het aan jullie -> sleep de stappen naar de juiste plaats. 

Slide 35 - Slide

stap 1
stap 2
stap 3
stap 4

Slide 36 - Drag question

Tussentijds opslaan
Sla je presentatie tussendoor op door op Opslaan te klikken. 
Je kunt ook opslaan door op de 'diskette' te klikken.

Slide 37 - Slide

Tabel invoegen
Soms kan het handig zijn om een vergelijking te maken.

Je kan gebruik maken van een tabel.


Kijk op mij!




Slide 38 - Slide


Uit hoeveel kolommen en rijen bestaat deze tabel?
A
4 kolommen, 9 rijen
B
9 kolommen, 4 rijen
C
4 kolommen, 10 rijen
D
10 kolommen, 4 rijen

Slide 39 - Quiz

Je kan ook een tabel invoegen.
Wat zijn kolommen en rijen in een tabel?
Sleep het antwoord naar de juiste plek.
Kolommen
Rijen
Van links naar rechts
Van boven naar beneden

Slide 40 - Drag question

Dia 3
Noteer in titel 'Wie ben ik?'. 

Beschrijf in grote tekstvak:  
in kernwoorden wie jij bent. 
Klik vervolgens Invoegen Afbeelding Stock afbeeldingen.
Zoek vervolgens een afbeelding die bij jou past. Je voegt deze in door erop te klikken.

Slide 41 - Slide

Een (google) afbeelding toevoegen 
1. Zoek in 'Google afbeeldingen' 
2. Twee vingers op de touchpad 
3. Klik op 'afbeelding kopiëren' 
4. Plakken of CTRL + V in de PowerPoint

Slide 42 - Slide

Stap 1: Zoek in Google Afbeeldingen
Stap 2: twee vingers op touchpad
Stap 3: Klik op 'afbeelding kopiëren'

Slide 43 - Drag question

Afbeelding 1
Afbeelding 2

Slide 44 - Slide

Welke afbeelding vinden jullie het mooist?

Afbeelding 1
Afbeelding 2

Slide 45 - Poll

stap 1: klik op de afbeelding
stap 2: klik op 'afbeelding (boven)
stap 3: kies een stijl

Slide 46 - Drag question

Video invoegen
Wist je dat je naast foto's ook  video's kan toevoegen om je presentatie te verduidelijken.

Niet alleen je eigen video's maar ook Youtube, Vimeo,...

Kijk maar naar de volgende dia!




Slide 47 - Slide

video invoegen hoe? Zo!

Deel 1

1 Ga naar youtube.com
2 Zoek video
3 Kopieer adres (CTRL+C)

Slide 48 - Slide

Video invoegen
Deel 2
Klik op Invoegen
Kies Media
Klik op Video
Kies Onlinevideo's

Slide 49 - Slide

Video invoegen
Deel 3
Plak nu het adres (CTRL + V)
Klik op Invoegen


Slide 50 - Slide

Animaties invoegen
1. Ga nu terug naar dia 2
2. Klik op de tekst zodat deze geselecteerd is:
3.  Klik in de menubalk op animaties
4. Kies een animatie uit die jij leuk vindt. 
5. Klik nu links in de menu  op voorbeeld:





Denk eraan dat je de presentatie opslaat als je klaar bent!


Slide 51 - Slide

Bewegend beeld
Wist je dat je naast animaties ook afbeeldingen kunt invoegen die bewegen en geen video  zijn!

Het zijn afbeeldingen met de bestandsextensie GIF!

Kijk maar naar de volgende dia!




Slide 52 - Slide

een gif = beweging
een afbeelding = stilstaan

Slide 53 - Slide

Welk antwoord is een gif?
A
B
C
D

Slide 54 - Quiz

Hoe  moet je een gif toevoegen aan je PowerPoint? 
Deel 2 (PowerPoint)

1. Ga naar 'invoegen'
2. Klik op 'Afbeeldingen' 
3. Kies 'dit apparaat...'
4. Zoek jouw 'gif' en klik op 'openen'

DEEL 1 (Google)

1. Zoek in Google afbeeldingen naar 'gif ...' 
2. Twee vingers op de touchpad 
3. Kies 'afbeelding opslaan'
4. Kies een bestandsnaam

Slide 55 - Slide

Overgangen
Je gaat dia's een bijpassende overgang geven. 

1. Selecteer in het overzichtsscherm alle dia's.
2.  Klik vervolgens in het menu op Overgangen
3. Kies een overgang uit die jij mooi vin
 (bijvoorbeeld morphin, vervagen, splitsen, etc.). 

Zorg ervoor dat je voor alle dia's dezelfde overgang gebruikt!
Anders wordt het erg druk! 

Slide 56 - Slide

Diavoorstelling starten
Je gaat je diavoorstelling op verschillende manieren starten. 

1. Ga in de menubalk naar Diavoorstelling
2. Klik op Vanaf begin
3. Klik met je linkermuisknop of het linker pijltje op je toetsenbord door de hele voorstelling. 
4. Klaar? Druk eventueel op Esc (toetsenbord) om de voorstelling af te sluiten. 
5. Je bent nu weer uit de diavoorstelling.
Je gaat de voorstelling nog één keer starten, maar dan vanaf dia 5
6. Ga naar dia 5
7.  Klik daarna rechts onderin op het volgende icoontje: 

Slide 57 - Slide

Opslaan
Sla je presentatie nog eens op door op Opslaan te klikken. 
Je kunt ook opslaan door op de 'diskette' te klikken.

Slide 58 - Slide

Diavoorstelling afdrukken
Je gaat je diavoorstelling op verschillende manieren starten. 

1. Ga in de menubalk naar Diavoorstelling
2. Klik op Vanaf begin
3. Klik met je linkermuisknop of het linker pijltje op je toetsenbord door de hele voorstelling. 
4. Klaar? Druk eventueel op Esc (toetsenbord) om de voorstelling af te sluiten. 
5. Je bent nu weer uit de diavoorstelling.
Je gaat de voorstelling nog één keer starten, maar dan vanaf dia 5
6. Ga naar dia 5
7.  Klik daarna rechts onderin op het volgende icoontje: 

Slide 59 - Slide

Je kunt meerdere animaties aan een object toevoegen
ja
nee

Slide 60 - Poll

Je kunt animaties alleen laten starten bij het start van de dia
ja
nee

Slide 61 - Poll

Hoe kun je geluid aan een overgang toevoegen?

Slide 62 - Open question

Rondvraag
Vragen?

Slide 63 - Slide

Test je kennis

Slide 64 - Slide

Hoe noemt deze balk in PPT?
Tekst
A
de strik
B
het lint
C
de titelbalk
D
invoegbalk

Slide 65 - Quiz

Hoe heet de pagina in een PowerPoint?
A
Pagina
B
Slide
C
Bladzijde
D
Dia

Slide 66 - Quiz

Noem een basisregel (afspraak) om een presentatie te maken in Powerpoint.
A
zet zo veel mogelijk informatie in 1 dia
B
maak mooie en goede zinnen
C
zet alleen kernwoorden in een dia
D
Gebruik zoveel mogelijk animaties

Slide 67 - Quiz

Wat is het belangrijkste om te weten voordat je aan een presentatie begint?
A
Hoe je een inhoudsopgave maakt.
B
Wat jouw onderwerp zal zijn voor het presentatie.
C
Hoe je een afbeelding in powerpoint toevoegt.
D
Hoe je een voorblad maakt.

Slide 68 - Quiz

Je wilt een voorblad instellen in PowerPoint. Je gaat een nieuwe dia toevoegen.
Welke dia gebruik je voor een voorblad?
A
Titeldia
B
Titel en object
C
Alleen titel
D
Leeg

Slide 69 - Quiz

Welke gegevens zet je minimaal op je voorblad?
A
De titel en een passende afbeelding
B
De titel, afbeelding, naam, klas, datum
C
De titel, afbeelding en je naam
D
De titel, naam, klas, datum

Slide 70 - Quiz

Een presentatie moet leesbaar én stijlvol zijn. Welk lettertype is het duidelijkst?
A
Arial
B
Algerian
C
Magneto
D
Rage Italic

Slide 71 - Quiz

Sleep de woorden naar de juiste plaats. 

vetgedrukt
kleur
onderstreept
Schuingedrukt of cursief

Slide 72 - Drag question

De tweede dia is je 'inhoud/inleiding'. Wat vertel je hier?
A
Wat het onderwerp van je presentatie is
B
Hoelang je presentatie zal duren
C
Welke onderwerpen je gaat vertellen
D
Uit hoeveel dia's je presentatie bestaat

Slide 73 - Quiz

Klopt deze stelling?
'Je wilt een afbeelding toevoegen in je verslag. Je kunt alleen Google gebruiken om een afbeelding toe te voegen.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 74 - Quiz

Hoe kun je een afbeelding toevoegen in PowerPoint die ik altijd mag gebruiken (geen google!)?
Schrijf het in stappen op.

Slide 75 - Open question

Waarvoor zijn deze opties in powerpoint met een rood kader?
A
Om automatisch alinea's te krijgen.
B
Om de tekst links, rechts of in het midden te zetten.
C
Om het lettertype aan te passen.
D
Om nummering toe te voegen..

Slide 76 - Quiz

Dit is een tabel.
Uit hoeveel kolommen en rijen bestaat deze tabel?
A
4 kolommen, 9 rijen
B
9 kolommen, 4 rijen
C
4 kolommen, 10 rijen
D
10 kolommen, 4 rijen

Slide 77 - Quiz


Binnen een PowerPoint is het mogelijk om een YouTube video te plaatsen. Deze uitspraak is ...
A
Juist
B
Onjuist

Slide 78 - Quiz

Wat zijn overgangen in Powerpoint?
A
Hoe de tekst in beeld komt verschijnen
B
Hoe een afbeelding in beeld komt verschijnen
C
Hoe je van de ene dia naar de andere dia gaat
D
Hoe je de presentatie eindigt

Slide 79 - Quiz

In PowerPoint kun je via een animatie een afbeelding of stuk tekst op een opvallende manier tevoorschijn halen. Voorbeelden van animaties zijn: verschijnen, vervagen, binnenvliegen, splitsen en wissen. Wat is de afbeelding die hoort bij de animatie 'binnenzweven'?
A
B
C
D

Slide 80 - Quiz

Welk antwoord is een gif?
A
B
gamen
C
D

Slide 81 - Quiz

Wat wordt bedoeld met een CURSIEF lettertype?
A
Vetgedrukt
B
Schuin
C
Schreefloos
D
Smal

Slide 82 - Quiz

Hoe herken je spelfouten in powerpoint?
A
Aan de blauwe streepjes onder een woord.
B
Aan de rode streepjes onder een woord.
C
Er komt een uitroepteken naast het woord te staan.
D
Dan verandert het lettertype.

Slide 83 - Quiz

hoe kan je een video inzetten in PowerPoint
A
via start
B
via invoegen
C
via opnemen
D
via ontwerpen

Slide 84 - Quiz

Je gebruikt sneltoets + .

Wat kun je met deze sneltoets?
A
Plakken
B
Verwijderen
C
Kopiëren
D
Knippen

Slide 85 - Quiz

Een thema geven aan je PowerPoint doe je bij?
A
Start
B
Animaties
C
Invoegen
D
Ontwerpen

Slide 86 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Overgangen en animaties zijn hetzelfde.
B
Je kunt maar 1 soort overgang instellen.
C
Overgangen kun je instellen bij tabblad 'ontwerpen'.
D
Overgangen kun je bij elke dia instellen.

Slide 87 - Quiz

Je staat op tabblad 'Start'. Wat kun je hier onder andere doen?
A
Een afbeelding invoegen
B
Een tabel toevoegen
C
Paginanummers instellen
D
Tekst onderstrepen

Slide 88 - Quiz

Welke tekst past het best bij de laatste dia?
A
'Dit was het'
B
'Dit was mijn presentatie'
C
'Einde'
D
'Zijn er nog vragen?'

Slide 89 - Quiz

Wat gebeurt er als je in Powerpoint CTRL+P klikt?
A
Powerpoint maakt automatisch handouts
B
Powerpoint maakt automatisch een dia-overzicht
C
Powerpoint voegt op elke dia dezelfde animatie toe
D
Powerpoint opent het print-venster

Slide 90 - Quiz

Hoe heten je Powerpoint bestanden als je ze geen naam geeft?
A
Presentatie
B
Sheet
C
Document
D
Blad

Slide 91 - Quiz

Waar moet je op school al je documenten opslaan?
A
Downloads
B
Mijn documenten
C
OneDrive
D
Magister

Slide 92 - Quiz

Wat is het logo van OneDrive?
A
B
C
D

Slide 93 - Quiz

Bestanden in de OneDrive worden in de cloud opgeslagen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 94 - Quiz

Wat betekent de cloud?
A
Bestanden worden bewaard in een datacenter
B
Bestanden worden bewaard op je laptop.
C
Bestanden worden bewaard in

Slide 95 - Quiz

Wat is het grote
nadeel van werken
in de cloud?
A
Je hebt een betaald abonnement nodig
B
Werkt niet zonder internetverbinding
C
Het is alleen in het Engels beschikbaar
D
Het werkt alleen op een laptop

Slide 96 - Quiz

Wat is een server?
A
Een persoon die eten serveert in een restaurant
B
Een krachtige computer die informatie opslaat en deelt
C
Een soort robot die je kamer schoonmaakt

Slide 97 - Quiz

Hoe kom je ook al weer bij de OneDrive?
A
Via de 9 puntjes linksboven in Outlook
B
Via de app op je telefoon
C
Is gesynchroniseerd met schoolaccount op de PC
D
Alle drie zijn mogelijk

Slide 98 - Quiz

Waar kun je bestanden terugvinden die op de OneDrive staan opgeslagen?
A
Alleen op de laptop.
B
Op de smartphone en op de laptop.
C
Overal waar OneDrive op staat geinstalleerd.

Slide 99 - Quiz

Wat is een goed wachtwoord?
A
D4t7k4m0!
B
ditiseenwachtwoord
C
WW12345
D
23122005

Slide 100 - Quiz

Wat is een slecht wachtwoord?
A
r4t5u0&DvZ!
B
f4çLàGsa15?
C
ditiseenwachtwoord
D
Jà"da&2k9.

Slide 101 - Quiz

Je ziet in het plaatje een bestandenlijst.
Er wordt ook een bestand opgeslagen.
Wat wordt de bestandsnaam?
A
Nieuwe map
B
Powerpoint-presentatie
C
Onedrive
D
Mijn land

Slide 102 - Quiz

Welk bestandsformaat is dit: .pptx
A
video bestand
B
Powerpoint bestand
C
Excel bestand
D
Word document

Slide 103 - Quiz

Bestanden in de OneDrive kun je niet met elkaar delen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 104 - Quiz

Waarom is het aanmaken van een mappenstructuur handig?
A
Dan kun je bestanden makkelijker terugvinden.
B
Dan kun je bestanden makkelijker op de juiste plek opslaan.
C
Anders wordt het snel een rommeltje als je veel bestanden hebt opgeslagen.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 105 - Quiz

De toets CTRL wordt vaak gebruikt voor sneltoetsen zoals CTRL-C (kopiëren) en CTRL-V (plakken). Waarvoor staat CTRL?
A
Shortcut
B
Computer Language
C
Counter Lock
D
Control

Slide 106 - Quiz

Je gebruikt sneltoets + .


Wat kun je met deze sneltoets in Onedrive?
A
Knippen
B
Plakken
C
Kopiëren
D
Verwijderen

Slide 107 - Quiz

Als je iets gewijzigd is in de Onedrive via de smartphone, dan wordt dat ook aangepast in de OneDrive op de laptop.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 108 - Quiz

In welk tabblad van de Verkenner kan je kiezen voor Bestandsextensies weergeven?
A
Start
B
Delen
C
Beeld

Slide 109 - Quiz

Waar staat de afkorting ICT voor?
A
Informatie en Communicatie
B
ICT Technologie
C
Informatie, Computers en Telefoons
D
Informatie- en Communicatie Technologie

Slide 110 - Quiz