Les 14 | Grammatica: enkelvoudige en samengestelde zinnen

Welkom, H3L!
Les 14 | Grammatica: enkelvoudige en samengestelde zinnen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom, H3L!
Les 14 | Grammatica: enkelvoudige en samengestelde zinnen

Slide 1 - Slide

Deze week
  • Maandag: woordsoorten
  • Woensdag: zinsdelen
  • Vrijdag: fictie + grammatica

Slide 2 - Slide

Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Enkelvoudige zin: zin met 1 persoonsvorm 
(Rico heeft een krantenwijk.) 

Samengestelde zin: zin met meer dan 1 persoonsvorm
(Rico heeft een krantenwijk, want hij spaart voor een scooter.)

Slide 3 - Slide

Samengestelde zin: voegwoorden
Nevenschikkende voegwoorden: dus, en, maar, of, want
Ik moet naar school, maar het regent hard, dus ik heb geen zin.

Onderschikkende voegwoorden: alle andere
Ik moet naar school, hoewel ik geen zin heb, omdat het hard regent

Slide 4 - Slide

Samengestelde zin: hoofd- en bijzinnen
Hoofdzinnen: bij nevenschikkende voegwoorden
Ik moet naar school, maar het regent hard, dus ik heb geen zin.

Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar, er passen bijna nooit andere zinsdelen tussen. 
Persoonsvorm staat voor in de zin: 1e of 2e plaats

Slide 5 - Slide

Samengestelde zin: hoofd- en bijzinnen
Bijzinnen: na onderschikkende voegwoorden
Ik moet naar school, hoewel ik geen zin heb, omdat het hard regent

Tussen onderwerp en persoonsvorm kúnnen wel andere zinsdelen staan.
Persoonsvorm staat vaak op de laatste plek/achter in de zin.

Slide 6 - Slide

Let op! 'OF'
Het voegwoord 'of' kan soms onderschikkend en soms nevenschikkend zijn. 

Keuze: Wil je pizza of (wil je) friet? > nevenschikkend
Anders: Ik weet nog niet of hij komt. > onderschikkend

Slide 7 - Slide

Oefeningen voegwoorden en samengestelde zinnen
Ga naar Classroom 
Maak oefening 1 + oefening 2

Slide 8 - Slide

Herhaling zinsdelen online
De Brug

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide