This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Startklaar
Ik heb mijn boeken bij mij en op tafel
Ik heb mijn tas op de grond
Ik heb mijn jas uit en over de stoel
Ik heb geen oortjes/koptelefoon in
Ik heb mijn telefoon in mijn jas/tas/broekzak
Ik eet en drink niet in de klas
Slide 1 - Slide
Leerdoelen vandaag
- Ik kan de past simple herkennen en gebruiken in een zin.
Slide 2 - Slide
Past Simple
Verleden tijd
- Gebruik je om aan te geven dat iets in het verleden gebeurd is en nu ook weer is afgelopen. (je kunt de situatie niet meer wijzigen!)
We went to Spain last summer
Mohammed ate all the cookies yesterday
Slide 3 - Slide
Past Simple
Regular verbs (regelmatige werkwoorden) - Allemaal dezelfde uitgang : -ed Talk – talked Walk – walked Love – loved Try – tried Play - played
Slide 4 - Slide
Past Simple
Irregular verbs (onregelmatige werkwoorden) - Hebben allemaal een eigen vorm, die je uit je hoofd moet leren. Zie het document in de studiewijzer - periode 2 - Irregular verbs - 2e kolom Keep – kept Do – did Write – wrote Be – was/were Eat - ate
Slide 5 - Slide
Vul de juiste vorm van de Past Simple in: They ....... (go) after the concert.
A
go
B
went
C
gone
D
goed
Slide 6 - Quiz
Vul de juiste vorm van de Past Simple in: She ........ (talk) so much yesterday
A
talks
B
is talking
C
talked
D
taulk
Slide 7 - Quiz
Vul de juiste vorm van de Past Simple in: I ......... (eat) all the cookies last week!
A
eat
B
eated
C
eaten
D
ate
Slide 8 - Quiz
Vul de juiste vorm van de Past Simple in: You ........ (write) a letter to me last summer.
A
wrote
B
writted
C
written
D
writes
Slide 9 - Quiz
Present Perfect
Page 35 in your textbook - Grammar 6
Slide 10 - Slide
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd
- Gebruik je om aan te geven dat iets in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.
Slide 11 - Slide
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd
Slide 12 - Slide
Present Perfect
Je maakt de voltooid tegenwoordige tijd als volgt.
Irregular verbs (onregelmatige werkwoorden) - Hebben allemaal een eigen vorm, die je uit je hoofd moet leren. Zie het document in de studiewijzer - periode 2 - Irregular verbs - 3e kolom Do – done Write – written Be – been Eat - eaten
Slide 15 - Slide
Present Perfect
Wanneer gebruik je de voltooid tegenwoordige tijd?
- Als iets in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is. (de situatie kan dus nog veranderen of is echt heel nieuw!)
I have lived in the Hague since 2006.
Kadir has been a student at JDW for two years now.
Slide 16 - Slide
Present Perfect
Wanneer gebruik je de voltooid tegenwoordige tijd? - om te praten over ervaringen in iemands leven tot nu toe.
Asma has never been to New York.
Yasmin and Selia have always loved good food
Slide 17 - Slide
Present Perfect
Wanneer gebruik je de voltooid tegenwoordige tijd? - om aan te geven dat iets in het verleden gebeurd is en je daar nu het resultaat van merkt.
He has broken his leg, so he can’t run the marathon.
Slide 18 - Slide
Huiswerk voor Maandag 14 november
Leren:
- Vocabulary A-B-C op bladzijde 41 van je tekstboek