De Wet van OHM

De Wet van OHM
1 / 30
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De Wet van OHM

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt de formule van de Wet van OHM toepassen
- Je kunt de begrippen spanning, stroomsterkte en weerstand uitleggen

Slide 2 - Slide

Vertel de leerlingen wat ze aan het eind van de les zullen kunnen
Wat weet jij al van de Wet van OHM?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Introductie
De Wet van OHM is een belangrijke wet in de elektriciteit. Het beschrijft de relatie tussen spanning, stroomsterkte en weerstand in een circuit.

Slide 4 - Slide

Start de les met een korte introductie over de Wet van OHM
Spanning
Spanning is het verschil in elektrische potentiaal tussen twee punten in een circuit. Het wordt gemeten in volt (V).

Slide 5 - Slide

Leg uit wat spanning is en hoe het wordt gemeten
Stroomsterkte
Stroomsterkte is de hoeveelheid elektrische lading die per seconde door een geleider stroomt. Het wordt gemeten in ampère (A).

Slide 6 - Slide

Leg uit wat stroomsterkte is en hoe het wordt gemeten
Weerstand
Weerstand is de eigenschap van een elektrische component om de stroom van elektrische lading te beperken. Het wordt gemeten in ohm (Ω).

Slide 7 - Slide

Leg uit wat weerstand is en hoe het wordt gemeten
Formule van de Wet van OHM
De Wet van OHM luidt: U = I x R
U staat voor spanning in volt, I staat voor stroomsterkte in ampère en R staat voor weerstand in ohm.

Slide 8 - Slide

Leg de formule van de Wet van OHM uit en wat elke variabele betekent
Voorbeeld 1
Een lamp heeft een spanning van 12V en een weerstand van 4Ω. Bereken de stroomsterkte die door de lamp stroomt.

Slide 9 - Slide

Laat de leerlingen de stroomsterkte berekenen met behulp van de formule van de Wet van OHM
Antwoord 1
I = U / R
I = 12V / 4Ω
I = 3A

Slide 10 - Slide

Laat de leerlingen het antwoord vergelijken met hun eigen antwoord
Voorbeeld 2
Een elektrische auto heeft een spanning van 400V en een stroomsterkte van 200A. Bereken de weerstand van de motor.

Slide 11 - Slide

Laat de leerlingen de weerstand berekenen met behulp van de formule van de Wet van OHM
Antwoord 2
R = U / I
R = 400V / 200A
R = 2Ω

Slide 12 - Slide

Laat de leerlingen het antwoord vergelijken met hun eigen antwoord
Gevolgen van de Wet van OHM
De Wet van OHM heeft vele toepassingen in de elektrische techniek. Het is belangrijk voor het ontwerpen en onderhouden van elektrische circuits.

Slide 13 - Slide

Leg uit waarom de Wet van OHM belangrijk is en waar het wordt toegepast
Wat gebeurt er met de stroom als de spanning gelijk blijft en de weerstand afneemt?
A
De stroom wordt omgezet in warmte.
B
De stroom neemt toe.
C
De stroom blijft gelijk.
D
De stroom neemt af.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de eenheid van weerstand?
A
Ampère
B
Ohm
C
Watt
D
Volt

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de formule van de Wet van Ohm?
A
I = V+R
B
I = R/V
C
I = VR
D
I = V/R

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de Wet van Ohm?
A
De Wet van Ohm gaat over spanning en magnetisme.
B
De Wet van Ohm gaat alleen over stroom.
C
De Wet van Ohm heeft niets te maken met elektriciteit.
D
De Wet van Ohm beschrijft de relatie tussen stroom, spanning en weerstand.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Weerstand in serie
Als weerstanden in serie zijn geschakeld, is de totale weerstand gelijk aan de som van de individuele weerstanden.

Slide 18 - Slide

Leg uit hoe de totale weerstand wordt berekend bij weerstanden in serie
Weerstand in parallel
Als weerstanden in parallel zijn geschakeld, is de totale weerstand gelijk aan de inverse som van de individuele weerstanden.

Slide 19 - Slide

Leg uit hoe de totale weerstand wordt berekend bij weerstanden in parallel
Voorbeeld 3
Twee weerstanden van respectievelijk 10Ω en 20Ω zijn in serie geschakeld. Bereken de totale weerstand.

Slide 20 - Slide

Laat de leerlingen de totale weerstand berekenen bij weerstanden in serie
Antwoord 3
Rt = R1 + R2
Rt = 10Ω + 20Ω
Rt = 30Ω

Slide 21 - Slide

Laat de leerlingen het antwoord vergelijken met hun eigen antwoord
Voorbeeld 4
Twee weerstanden van respectievelijk 10Ω en 20Ω zijn in parallel geschakeld. Bereken de totale weerstand.

Slide 22 - Slide

Laat de leerlingen de totale weerstand berekenen bij weerstanden in parallel
Antwoord 4
1/Rt = 1/R1 + 1/R2
1/Rt = 1/10Ω + 1/20Ω
1/Rt = 0,15
Rt = 6,67Ω

Slide 23 - Slide

Laat de leerlingen het antwoord vergelijken met hun eigen antwoord
Conclusie
De Wet van OHM is een basisprincipe in de elektrische techniek. Het beschrijft de relatie tussen spanning, stroomsterkte en weerstand in een circuit.

Slide 24 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen
Quiz
Test je kennis over de Wet van OHM

Slide 25 - Slide

Laat de leerlingen een quiz maken om hun kennis te testen
Bronnen
- Serway, R.A. & Jewett, J.W. (2014). Physics for Scientists and Engineers with Modern Physics (9th ed.). Cengage Learning.
- Giancoli, D.C. (2008). Physics for Scientists and Engineers with Modern Physics (4th ed.). Pearson Education.

Slide 26 - Slide

Vermeld de bronnen die zijn gebruikt voor de les
Einde
Dit is het einde van de les. Bedankt voor het leren over de Wet van OHM!

Slide 27 - Slide

Sluit de les af met een bedankje
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 28 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 29 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 30 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.