Ἀτρεΐδη, νῦν ἄµµε παλιµπλαγχθέντας ὀΐω
60 ἂψ ἀπονοστήσειν, εἴ κεν θάνατόν γε φύγοιµεν,
εἰ δὴ ὁµοῦ πόλεµός τε δαµᾷ καὶ λοιµὸς Ἀχαιούς·
ἄν/κε(ν) normaal bij een opt. potentialis in hoofdzin, hier in de bijzin; Achilles drukt zich hier minder stellig uit dan in de bijzin van r.61, waar hij de ind. fut. gebruikt en de voorwaarde als een realis voorstelt met εἰ δαµᾷ (indic. fut)