Spelling

Spelling
We hebben al gehad:

- werkwoordspelling
- meervoudsvorming
- tussenklanken in samenstellingen
- verkleinwoorden
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling
We hebben al gehad:

- werkwoordspelling
- meervoudsvorming
- tussenklanken in samenstellingen
- verkleinwoorden

Slide 1 - Slide

Spelling
Vandaag:

- liggend streepje
- apostrof
- getallen

Slide 2 - Slide

Liggend streepje

= koppelteken
= weglatingsteken
= afbreekteken

Slide 3 - Slide

Koppelteken
- om uitspraakproblemen te voorkomen (klinkerbotsing)
Studie-uren, mee-eten, mini-jurk

- in de naam van getrouwde vrouwen
mevrouw De Groot-van Dam

Slide 4 - Slide

Koppelteken
- in woorden met de volgende voorvoegsels:
adjunct-, aspirant-, collega-, ex-, interim-, niet-, non, oud-
ex-vrouw, oud-commissaris

- voor een hoofdletter
anti-Duits, pro-Russisch, oer-Nederlands

Slide 5 - Slide

Koppelteken
- in combinaties van titels en beroepen
tolk-vertaler, geneesheer-directeur

- bij aardrijskundige namen of woorden die daarvan afgeleid zijn
Noord-Spanje, Zeeuws-Vlaanderen, Zuid-Hollander, Nieuw-Zeelandse

Slide 6 - Slide

Koppelteken
- bij letters, cijfers, andere tekens en St of Sint/sint
hbo-docent, 40+-kaas, %-teken, Sint-Janskathedraal

- in woorden die anders onoverzichtelijk worden
kant-en-klaarmaaltijd, zwart-witfoto, ja/nee-vraag

Slide 7 - Slide

Weglatingsteken
Op de plek waar een deel van een woord is weggelaten:
in- en uitvoer


MAAR alleen als in het andere woord dezelfde betekenis heeft
dus niet: auto- en brievenbussen

Slide 8 - Slide

Afbreekstreepje
Als het woord niet meer op de regel past.
--> Afbreken altijd tussen twee lettergrepen. Bijv: energie-
rekening


Slide 9 - Slide

En zoals altijd bij Nederlands...
Voor elke regel zijn wel weer uitzonderingen en extra regels.............
Het gaat te ver om die allemaal te behandelen


Laten we gewoon gaan oefenen

Slide 10 - Slide

Maak van de volgende woorden één woord: niet + leden, gala + avond,
mede + speler, doe + het + zelf + zaak

Slide 11 - Open question

Schrijf aan elkaar: op merkingen en aan merkingen (gebruik streepje)

Slide 12 - Open question

kook lessen en kook cursussen

Slide 13 - Open question

Breek de volgende woorden af: richel, strooien, evenwel, zeggen

Slide 14 - Open question

Tot zo ver het liggende streepje..........


Nu: de apostrof

Slide 15 - Slide

Apostrof
Wordt gebruikt als weglatingsteken en om uitspraakproblemen te voorkomen


Dit is een apostrof: '

Slide 16 - Slide

Apostrof
- op de plaats van een weggelaten letter
m'n boeken, 's morgens, 's winters

- op de plaats van een weggelaten bezits-s:
Lies' ontwerpen, Asterix' toverdrank

Slide 17 - Slide

Apostrof
- om uitspraakproblemen bij het meervoud en bezitsaanduidingen te voorkomen. Apostrof bij bepaalde klinkers (ezelsbruggetje: ik hou van y's)

Maya's parfum, Benno's sieraden

Slide 18 - Slide

Apostrof
- in afleidingen van letter- en cijferwoorden

vmbo'er, CDA'er, 55+'er, sms'en

LET OP: in samenstellingen met een letter- of cijferwoord zet je geen apostrof maar een liggend streepje:
vwo-leerling, CDA-voorzitter

Slide 19 - Slide

Schrijf correct: baby tje, subsidie s,
cc en, zzp er, Tijmen s verslag

Slide 20 - Open question

Als laatste.....
Getallen!


Wanneer gebruik je letters en wanneer gebruik je cijfers?

Slide 21 - Slide

Je gebruikt cijfers...
- bij getallen boven de twintig, bijv. 73.
Uitzondering: ronde getallen, bijv. tweehonderd

- voor maten, gewichten. bedragen, data, adressen, rekeningnummers....
9 augustus 1992, 77 centimeter

Slide 22 - Slide

Je gebruikt letters...
- voor getallen tot en met twintig en voor tientallen
acht, zestien, twinig, zestig

- voor getallen als honderd, duizend, miljoen, miljard, biljard
vijftien miljard euro

Slide 23 - Slide

1 op de 7 Nederlanders eet nooit patat
Zijn de cijfers goed geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Op het kerstgala van 23 december mochten maar 200 leerlingen komen.
Zijn de cijfers goed geschreven?
A
Ja
B
Nee
C
23 wel, 200 niet
D
200 wel, 23 niet

Slide 25 - Quiz

Bedankt!
Vragen? 



Huiswerk: spellingsopdrachten. Komt in de ELO te staan en bij het huiswerk in magister

Slide 26 - Slide