Welkom in de praktijk anatomie, vlakken en status praesens

Anatomie van het gebit
Tandartsassistent


1 / 27
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Anatomie van het gebit
Tandartsassistent


Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les:
  • ben je bekend met de kwadranten van het melkgebit en blijvende gebit
  • ben je bekend met de vlakken van het gebit
  • weet je hoe je de (combinaties van) vlakken kunt invullen op een status praesens
  • ken je de belangrijke functies van het gebit
  • weet je uit hoeveel elementen het blijvende en melkgebit bestaat
  • ken je de opbouw van een element

Slide 2 - Slide

Wat weet je al over het melkgebit?

Slide 3 - Mind map

Welke belangrijke functies heeft het gebit?

Slide 4 - Open question

Het blijvende gebit
code: 2-1-2-3
  • 2 incisieven (snijtanden)
  • 1 cuspidaat (hoektand)
  • 2 premolaren (kleine kiezen)
  • 3 molaren (grote kiezen)
    De laatste kies is de verstandskies

Slide 5 - Slide


Hoeveel kiezen heeft het volwassen gebit?
A
10 kiezen
B
12 kiezen
C
16 kiezen
D
20 kiezen

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

mesiaal: naar de mediaanlijn toe in bovenkaak en onderkaak
distaal: van de mediaanlijn af in bovenkaak en onderkaak
occlusaal:
kauwvlak v.d.
premolaren en molaren in onder 
en bovenkaak
incisaal: snijrand onderkaak en bovenkaak bij het front
linguaal: tegen de tong (lingua) gelegen in de onderkaak
palatinaal: tegen het gehemelte (palatum) gelegen in de bovenkaak

Slide 11 - Slide

buccaal: tegen de wangen aan gelegen vlak bij 
premolaren en molaren in de boven en onderkaak
labiaal: tegen de lippen aan gelegen vlak (bij het front) in de boven en onderkaak
front= 13-23  bovenkaak +
43-33 onderkaak

Slide 12 - Slide

vullingen
in de patiënten kaarten vullen we in wanneer een vulling gedaan is, dit registreren we in de status praesens:
een gebitsdiagram (schematische weergave van het gebit)

Slide 13 - Slide

Kleur in: 11p, 16mod
21p, 22labiaal, 25do
33 cervicaal aan de labiale zijde


34 linguaal en lingo cervicaal
36d, 37b
42i
47b
48o
47b

Slide 14 - Slide

Kleur in:
 11p, 16mod
21p, 22labiaal, 25do
33 cervicaal aan de labiale zijde, 34 linguaal en cervicaal aan linguale zijde
36d, 37b
42i
47b
48o

Slide 15 - Slide

Het melkgebit
  • Het melkgebit bestaat uit 20 elementen
  • Ieder kwadrant bestaat uit 5 elementen
In ieder kwadrant: (code 2-1-2)
  • 2 melkincisieven (snijtanden)
  • 1 melkcuspidaat (hoektand)
  • 2 melkmolaren (kiezen)

Slide 16 - Slide

5
8
7
6

Slide 17 - Drag question


Hoeveel kiezen heeft het melkgebit?
A
8 kiezen
B
10 kiezen
C
12 kiezen
D
16 kiezen

Slide 18 - Quiz

Bouw van het element
  • Het glazuur
  • Dentine
  • De pulpa
Het parodontium:
  • Wortelcement
  • Parodontaal ligament
  • Alveolaire bot
  • Gingiva

Slide 19 - Slide

  • Glazuur = hardste materiaal (gevoelloos)
Glazuur
  • hardste materiaal
  • Beschermt
  • Gevoelloos
  • Ameloblasten (sterven af na doorbraak)
  • Glazuurlaag wordt steeds dunner
Dentine
  • Basis van het element
  • Lichtgele kleur
  • Minder hard
  • Odontoblaste

Slide 20 - Slide

Hoe noemen we het hardste materiaal van je lichaam?

Slide 21 - Open question

Verschillende soorten dentine
  • Primair dentine (doorbraak
    element) 
  • Secundaire dentine (zeer laag tempo)
  • Tertiair of reperatief dentine (plaatselijk
    nieuw dentine na irritatie zoals cariës)

Slide 22 - Slide

Welke dentine is aanwezig op het moment dat een element doorbreekt?
A
Primaire dentine
B
Secundaire dentine
C
Tertiair dentine
D
Reperatief dentine

Slide 23 - Quiz

Pulpa
bestaat uit bloedvaten,
lymfevaten en
zenuwen. Vanuit de 
wortelpunt (apex) 
komt deze door een
klein gaatje
(foramen apicale)
binnen
wortelcement
laagje om de wortel
cementoblasten 
(blijven leven)
Minder hard dan bot
van dun naar dik


Slide 24 - Slide

Alveolaire bot
Element zit in een tandkas (alveole)
Het onderdeel waarin de alveole liggen = alveolaire bot

Parodontaal ligament
Houden elementen
op hun plaats 
wortelvlies
(stevige vezels) 
Schokdempers
Geven pijnsignaal aan
de hersenen

Slide 25 - Slide

Tandvlees = gingiva
Gingiva = tandvlees
Vrije gingiva = loopt tot aan de sulcus
Sulcus = open ruimte tussen gebitselement en vrije gingiva
Vaste gingiva = stevig, zit vast aan het kaakbot
Mucosa = beweeglijke slijmvlies

Slide 26 - Slide

Hebben jullie vragen?

Slide 27 - Open question