H2 P4 Het Christendom ontstaat

Klassenregels:
  • Niet door de uitleg heen praten. Bij drie waarschuwingen: strafwerk, e-mail naar huis en erna verwijdering.
  • We laten elkaar uitpraten als je de beurt krijgt (respect!)
  • Je maakt je huiswerk en je toont inzet tijdens de lessen.
  • Geen kauwgoms, eten, drinken etc.
  • Telefoongebruik LessonUp: alles wat geen LessonUp op je scherm is --> inleveren telefoon en om 4 uur ophalen bij de receptie.
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Klassenregels:
  • Niet door de uitleg heen praten. Bij drie waarschuwingen: strafwerk, e-mail naar huis en erna verwijdering.
  • We laten elkaar uitpraten als je de beurt krijgt (respect!)
  • Je maakt je huiswerk en je toont inzet tijdens de lessen.
  • Geen kauwgoms, eten, drinken etc.
  • Telefoongebruik LessonUp: alles wat geen LessonUp op je scherm is --> inleveren telefoon en om 4 uur ophalen bij de receptie.

Slide 1 - Slide

Hobby's!
Hobby's en het vak!
Aangenaam, ik ben meneer Duizendstra

Slide 2 - Slide

De opbouw van mijn lessen:
  1. Introduceren onderwerp en aankondigingen lesdoelen.
  2. Uitleg over de paragraaf.
  3. LessonUp controle over de lesdoelen.
  4. Opdrachten uit het boek en eventueel huiswerk.

Slide 3 - Slide

Agenda van vandaag:
  • Even voorstellen
  • Introduceren onderwerp
  • Leerdoelen bespreken
  • Uitleg + LessonUp vragen
  • Les einde.
= aantekening opschrijven in je schrift.

Slide 4 - Slide

Het Christendom in het Romeinse Rijk

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Leerdoelen voor Paragraaf 4: Het Christendom ontstaat
  • Je kunt uitleggen hoe het christendom ontstond.
  •  Je kunt beschrijven hoe het Christendom zich verspreidde in het Romeinse Rijk.
  • Je kunt uitleggen hoe de Romeinen met het Christendom omgingen.

Slide 9 - Slide

Joden en Christenen
Alle volkeren in het Romeinse rijk geloofde in meerdere goden : Polytheïsme 
De joden die in Judea (Israel) leefde geloofde in een god: monotheïsme.

Slide 10 - Slide

Joden en Christenen
In de keizertijd leefde een man in Judea genaamd Jezus van Nazareth.
 
Hij vertelde over hoe je moest leven volgens de regels van god.

Als je goed leefde kwam je na je dood in de hemel.

Slide 11 - Slide

De leefregels van Jezus Christus (een goede christen):
  • Je helpt anderen.
  •  Eerlijk zijn.
  • Eenvoudig leven (rijkdom maakt mensen slecht).
  • Ieder mens is gelijk.

Slide 12 - Slide

Waar kwam je volgens de leer van Jezus terecht als je slecht had geleefd?

Slide 13 - Open question

Zou het geloof van Jezus onder monotheïsme of polytheïsme vallen?

Slide 14 - Open question

Maken:
1 t/m 3 van bladzijde 97 en 98.

Slide 15 - Slide

Joden en Christenen
Jezus krijgt vele aanhangers, die geloven dat Jezus de zoon van god is en noemen hem Christus (betekent Koning). 
Zijn aanhangers noemen zich daarom Christenen.

Slide 16 - Slide

Joden en Christenen
Hoge Joodse priesters vonden Jezus een onruststoker en gaan klagen bij de Romeinse bestuurder. 
Deze laat Jezus kruisigen. 
echter blijven de volgelingen van Jezus leven!

Slide 17 - Slide

Wat is het verschil tussen Polytheïsme en Monotheïsme?

Slide 18 - Open question

Waarom gaan veel mensen geloven in de woorden van Jezus?

Slide 19 - Open question

Hoe noemen de aanhangers van Jezus zich?

Slide 20 - Open question

Waarom zouden de hoge Joodse priesters Jezus een onruststoker vinden?

Slide 21 - Open question

Maken:
4 t/m 7 op bladzijde 99 en 100.
Klaar? Lees bladzijde 101.

Slide 22 - Slide

Het Christendom
Aanhangers van Jezus verspreiden na de dood van Jezus het geloof.
De verhalen van Jezus komen in de bijbel te staan: het heilige boek van de christenen. 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Het Christendom
  • Het christendom verspreidt zich snel. 
  • Vooral armen mensen en slaven in steden gaan geloven in het Christendom.
  • Het verhaal van de hemel en het leven na de dood, geeft ze hoop op een beter leven na de dood.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

De Romeinen en het Christendom
  • Christenen weigeren om de keizer en goden te vereren.
  • Christenen werden vervolgd en onderdrukt.
  • Onder keizer Constantijn stonden de Romeinen het christendom toe.
  • Andere godsdiensten werden dankzij Constantijn verboden.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Waarom zou de Romeinse keizer het Christendom tot staatsgodsdienst maken?
A
Meer geld van de Katholieke Kerk krijgen.
B
Meer macht, de meeste Romeinen waren christen geworden. Dan luisteren ze sneller.
C
De Romeinen stopte met geloven in meerdere goden.
D
Het Romeinse leger was volledig christen geworden.

Slide 30 - Quiz

Welke Romeinse keizer heeft het christendom tot staatsgodsdienst gemaakt?

Slide 31 - Open question

In welk jaar heeft Constantijn het Christendom tot staatsgodsdienst gemaakt?
A
Het jaar 0
B
100 na Christus
C
313 na Christus
D
500 na Christus

Slide 32 - Quiz

Waarom noemen aanhangers van Jezus zichzelf 'christenen'?

Slide 33 - Open question

Aan de slag:
Lezen: bladzijde 101 kopje 'Romeinen en het Christendom'
Maken: Bladzijde 101 t/m 103 maken.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide