T2 BS3 het zenuwstelsel

Welkomm
Tassen van tafel
Ipad en schrift op tafel
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkomm
Tassen van tafel
Ipad en schrift op tafel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Mededeling SO
  • Uitwisseling
  • Terugblik BS 2
  • Leerdoelen BS 3
  • Uitleg BS 3: Het zenuwstelsel
  • Leerdoelen checken 
  • Vragen 
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bibi heeft blauwe ogen.
Welk onderdeel van de ogen zorgt ervoor dat Bibi blauwe ogen heeft?

A
De iris
B
De pupil
C
Het harde oogvlies
D
Het hoornvlies

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Is dit een bijziend of een verziend oog?
A
Bijziend
B
Verziend

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Iemand die bijziend is kan ...
A
Van dichtbij scherp zien.
B
Van veraf scherp zien.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
  • Je kunt de bouw en functie van drie typen zenuwcellen en van zenuwen beschrijven.
  • Je kunt een reflex beschrijven

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Het zenuwstelsel

Zenuwstelsel:
- Centrale zenuwstelsel  (=hersenen en ruggenmerg)
- Zenuwen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

de werking van het zenuwstelsel
Prikkel


Zintuig

Impuls

Hersenen

Impuls

Spieren en/of klieren

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Functie zenuwstelsel
Zenuwstelsel verwerkt impulsen van je zintuigen

Regelt de werking van spieren en klieren

Klieren = een orgaan dat bepaalde stoffen produceert, bijvoorbeeld zweetklieren, talgklieren en speekselklieren.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Zenuwcel
Het versturen van de impulsen gaat via zenuwcellen.

Het zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen
  • Een zenuwcel bestaat uit een cellichaam en uitlopers

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Zenuwen
Meerdere uitlopers van zenuwcellen liggen bij elkaar: een zenuw.

Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

De bouw van een zenuwcel
Zenuwen
(bundel zenuwcellen)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De weg die impulsen afleggen

Delen van hoofd en hals                           -> rechtstreeks verbonden met de hersenen.

Delen van de romp en ledematen        -> door zenuwen verbonden met het ruggenmerg. 

Slide 14 - Slide

Zenuwen in het ruggenmerg geleiden de impulsen naar de hersenen. Het ruggenmerg is omgeven door de wervels van de wervelkolom
Zenuwcellen
Er zijn drie verschillende 
type zenuwcellen:
  • Gevoelszenuwcel
  • Bewegingszenuwcel
  • Schakelcel

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Reageren en zenuwcellen
Gevoelszenuwcellen : Zijn verbonden aan zintuigen. Impuls wordt geleid naar cellichaam toe. Van zintuig naar centrale zenuwstelsel

Schakelcellen: Zitten in je ruggenmerg en verbinden de uitlopers van  gevoel en bewegingscellen 

Bewegingszenuwcellen: Verbinden het centrale zenuwstelsel met spieren of klieren.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Bewuste reactie
Reflex

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

verschil tussen bewuste reactie en reflex
  • bewust ; verloop impulsen altijd via de hersenen ( lachen, voelen, bewegen ed): eerst weten dan handelen

  • reflex; vaste snelle onbewuste reactie op een prikkel:      eerst handelen dan weten                                            

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Een reflex = een vaste, snelle, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Rondvraag
Vragen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen checken

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Waaruit bestaat het zenuwstelsel?
A
Centrale zenuwstelsel en ruggenmerg
B
Centrale zenuwstelsel en zenuwen
C
Zenuwen en ruggenmerg
D
Hersenen en ruggenmerg

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een prikkel en een impuls? (kies 2 antwoorden)
A
Een prikkel is informatie uit de omgeving
B
Een impuls is informatie uit de omgeving
C
Een prikkel is een elektrisch stroompje
D
Een impuls is een elektrisch stroompje

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
Autonoom zenuwstelsel

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Zet in meest logische volgorde:
-impuls -prikkel -zintuig -hersenen-impuls -reactie
A
-prikkel-impuls-reactie-impuls-zintuig-hersenen
B
-impuls-hersenen-zintuig-prikkel-impuls-reactie
C
-zintuig-impuls-impuls-hersenen-prikkel-reactie
D
-prikkel-zintuig-impuls-hersenen-impuls-reactie

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Een reflex is aangeboren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de afbeelding
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag
Maak opdrachten van BS3 in LessonUp

Klaar? 
Kies uit de onderstaande mogelijkheden
  • Leer voor de SO
  • Maak een begrippenlijst
  • Maak voor jezelf een samenvatting

Slide 30 - Slide

This item has no instructions