This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Introduction
Waarnemen en regelen
B1
Reageren op je omgeving
Instructions
Je hoort van de docent of je deze les op school in de klas of thuis doet.
Items in this lesson
D1BTh5 B1
Reageren op je omgeving
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a.
Slide 1 - Slide
Wat weet jij (al) van reageren
Welke organen ken je waar zich zintuigcellen bevinden?
Wat is een prikkel?
Wat doet een zintuigcel?
Wat zijn impulsen?
Wat doen de hersenen?
Wat zijn pijnpunten?
Welke delen van het zenuwstelsel ken je?
Wat zijn de functies van het zenuwstelsel?
Wat is een adequate prikkel?
Kun jij het verhaal vertellen van prikkel tot respons?
Slide 2 - Slide
1. Prikkel: Invloed uit de omgeving op een organisme 2. Impuls: Een elektrisch signaal (‘seintje’) dat van de zintuigcellen door zenuwen naar de hersenen wordt geleid
A
1 Waar
2 Nietwaar
B
1 Nietwaar
2 Waar
C
Beide waar
D
Beide nietwaar
Slide 3 - Quiz
is de prikkel voor het oog.
Geluid is de prikkel voor het .
Een prikkel wordt pas waargenomen als de hoog genoeg is. Dan wordt het elektrische signaal omgezet in een
adequate
oor
licht
drempelwaarde
impuls
Slide 4 - Drag question
Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?
A
hersenen
B
hersenen en zenuwen
C
hersenen, zenuwen en ruggenmerg
D
hersenen en ruggenmerg
Slide 5 - Quiz
Wat zie je op de afbeelding?
Kies het beste antwoord
A
Klieren
B
Het ruggenmerg
C
De zenuwen
D
Het zenuwstelsel
Slide 6 - Quiz
1. hersenen en ruggenmerg 2. het centrale zenuwstelsel en de zenuwen
A
1. zenuwstelsel
2. centrale zenuwstelsel
B
1. centrale zenuwstelsel
2. zenuwen
C
1. zenuwen
2. zenuwstelsel
D
1. centrale zenuwstelsel
2. zenuwstelsel
Slide 7 - Quiz
Een zintuig: Het is een orgaan dat reageert op prikkels
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 8 - Quiz
Zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle delen van het lichaam
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 9 - Quiz
Een pijnpunt is een uiteinde van bepaalde zenuw die pijn waarneemt
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 10 - Quiz
Een zintuigcel vangt prikkels op en zet die om in impulsen
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 11 - Quiz
Waar ontstaat een impuls?
A
in de zintuigcellen
B
in het zintuig
C
in de hersenen
D
in de prikkel
Slide 12 - Quiz
Een functie van het zenuwstelsel
A
bloed zuiveren
B
reacties regelen van spieren of klieren
C
prikkels van de spieren ontvangen
D
zintuigcellen aanmaken
Slide 13 - Quiz
komt binnen bij je zintuigcellen
Elektrische signaaltje via een zenuw
Reactie
Respons
Prikkel
Impuls
Slide 14 - Drag question
Een functie van het zenuwstelsel
A
impulsen verwerken die van de zintuigen komen
B
Impulsen naar de zintuigen sturen
C
prikkels opvangen
D
spieren sterker maken
Slide 15 - Quiz
1. Je hersenen verwerken de informatie die je zintuigen sturen. 2. Sommige lichaamsdelen hebben meer zintuigcellen dan andere.
A
Beide waar
B
Beide niet waar
C
1: waar
2: niet waar
D
1: niet waar
2: waar
Slide 16 - Quiz
1. hersenen en ruggenmerg 2. het centrale zenuwstelsel en de zenuwen
A
1. zenuwstelsel
2. centrale zenuwstelsel
B
1. centrale zenuwstelsel
2. zenuwen
C
1. zenuwen
2. zenuwstelsel
D
1. centrale zenuwstelsel
2. zenuwstelsel
Slide 17 - Quiz
Een zintuig: Het is een orgaan dat reageert op prikkels
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 18 - Quiz
Zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle delen van het lichaam
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 19 - Quiz
Een pijnpunt is een uiteinde van bepaalde zenuw die pijn waarneemt
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 20 - Quiz
Een zintuigcel vangt prikkels op en zet die om in impulsen
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 21 - Quiz
Waar ontstaat een impuls?
A
in de zintuigcellen
B
in het zintuig
C
in de hersenen
D
in de prikkel
Slide 22 - Quiz
Een functie van het zenuwstelsel
A
bloed zuiveren
B
reacties regelen van spieren of klieren
C
prikkels van de spieren ontvangen
D
zintuigcellen aanmaken
Slide 23 - Quiz
komt binnen bij je zintuigcellen
Elektrische signaaltje via een zenuw
Reactie
Respons
Prikkel
Impuls
Slide 24 - Drag question
Een functie van het zenuwstelsel
A
impulsen verwerken die van de zintuigen komen
B
Impulsen naar de zintuigen sturen
C
prikkels opvangen
D
spieren sterker maken
Slide 25 - Quiz
1. Je hersenen verwerken de informatie die je zintuigen sturen. 2. Sommige lichaamsdelen hebben meer zintuigcellen dan andere.