Maken opdracht 4 t/m 9
Je weet hoe je een bezitsvorm moet schrijven:
De fiets van oma = oma's fiets
De broer van Max = Max' broer
De kleren van Sarah = Sarahs kleren.
Eindigt het zelfstandig naamwoord op een : a, i, o, u, of y dan zet je een ' voor de s. Je noemt de komma een apostrof.
Getallen. Wanneer schrijf je cijfers en wanneer schrijf je letters? Getallen schrijf je meestal helemaal uit in teksten.
Dictee op school