This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
thema 6.6 Gedrag bij mensen
Slide 1 - Slide
leerdoel
Je kunt aan de hand van een context toelichten wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen gedrag bij mensen en dieren
Slide 2 - Slide
Lezen
Basisstof 6 gedrag bij mensen blz .130 t/m 134
Slide 3 - Slide
Gedrag bij mensen:
Bekijk de volgende video
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Supranormale prikkels bij mensen
Schattig:
Slide 6 - Slide
Wat maakt dieren zo schattig?
De meeste mensen vinden jonge dieren lief en schattig.
Een korte snuit, grote oren, grote ogen en een mollig, zacht lijf.
Dit zijn signalen, waardoor mensen de jonge dieren zo schattig vinden.
Overdreven prikkels zijn signalen die erg opvallen en een sterke reactie oproepen.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Reclame
Ook de reclamewereld maakt gebruik van deze sleutelprikkels om bij ons koopgedrag uit te lokken.
Reclame van Axe: Hoe meer sprayed hoe aantrekkelijker voor vrouwen je wordt
Fa douchegel: Je wordt een aantrekkelijke vrouw als je douched met Fa
Page: De puppy met een hoog schattigheidsgehalte inclusief aaibaarheidsfactor moet aangeven dat dit wcpapier heel zacht is. De puppy moet dit gedrag uitlokken.
Slide 9 - Slide
Supranormaal!
Slide 10 - Slide
Maken
opdrachten 69 t/m 71
Slide 11 - Slide
Aangeboren en aangeleerd gedrag
Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Wat is een voorbeeld van aangeboren gedrag?
A
Een kind strikt de schoenveters nadat zijn ouders hem dat opdragen
B
Een konijn duikt zijn holletje in bij het zien van een vos
C
Een pasgeboren vogeltje opent zijn bek om aan te geven honger te hebben
D
Een man zwaait naar de buurvrouw die langsloopt
Slide 14 - Quiz
Is dit aangeleerd of aangeboren gedrag?
A
Aangeleerd
B
Aangeboren
Slide 15 - Quiz
Wat is een voorbeeld van aangeboren gedrag
A
Een hond komt terug wanneer je hem roept
B
Kunnen schrijven
C
Een baby huilt wanneer hij honger heeft
D
Als de bel gaat pakken jullie je spullen in
Slide 16 - Quiz
Welke is aangeleerd gedrag?
A
Alleen plaatje 1
B
Alleen plaatje 2
C
Geen van beide plaatjes
D
Allebei de plaatjes
Slide 17 - Quiz
gapen in de baarmoeder
A
aangeleerd
B
aangeboren
Slide 18 - Quiz
Rolpatronen
Slide 19 - Slide
Rolgedrag en rolpatroon
Gedrag dat bij een bepaalde rol hoort = rolpatroon
Slide 20 - Slide
Rolpatronen
Hoe iemand zich volgens
anderen moet gedragen
Deze rolpatronen kunnen ook veranderen
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
a)Past boksen bij het rolpatroon van meisjes? Leg je antwoord uit. b) Het rolpatroon van meisjes is meestal anders dan het rolpatroon van jongens. Geef daarvan twee voorbeelden.
Slide 23 - Open question
Door de vrouwenemancipatie zijn de rolpatronen in veel gezinnen veranderd. a. Hoe waren vóór de emancipatie meestal de rolpatronen in een gezin? b. Hoe zien de rolpatronen er in veel gezinnen na de vrouwenemancipatie uit?
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Video
Bedenk een voorbeeld van hoe jouw cultuur je gedrag beinvloed
Slide 26 - Open question
maken
opdrachten 72 t/m 79
Slide 27 - Slide
Lorenz bestudeerde vogels en zag dat hun gedrag in verschillende stappen was te verdelen.