vragen §1 en §2

wat is waar
A
elke stof heeft zijn eigen soort moleculen
B
Elke stof heeft meerdere verschillende moleculen
C
elke stof heeft geen moleculen
D
elke molecuul heeft een stof
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

wat is waar
A
elke stof heeft zijn eigen soort moleculen
B
Elke stof heeft meerdere verschillende moleculen
C
elke stof heeft geen moleculen
D
elke molecuul heeft een stof

Slide 1 - Quiz

hoe noem je het model waarbij je de eigenschappen
van moleculen op een rij zet
A
voorstellingmodel
B
onzin
C
deeltjes model
D
scheikunde

Slide 2 - Quiz

Hoeveel belangrijke eigenschappen heeft het deeltjes model
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quiz

wat wordt bedoelt met de eigenschap: moleculen van een stof trekken elkaar aan.

Slide 4 - Open question

in welke 3 fasen komt een stof voor.

Slide 5 - Open question

noem 2 eigenschappen van een vloeistof.

Slide 6 - Open question

wat is een chemische reactie
A
stoffen veranderen niet
B
stoffen veranderen in een andere stof

Slide 7 - Quiz

een chemische reactie kun je zo opschrijven
beginstoffen --> reactieproducten
A
chemieschema
B
pijltjes schema
C
stofschema
D
reactie schema

Slide 8 - Quiz

noteer de reactieschema van de verbranding van aardgas

Slide 9 - Open question

scheikunde gaat over
A
onomkeerbare veranderingen
B
omkeerbare veranderingen

Slide 10 - Quiz

wat is waar?
Als de temperatuur stijgt...
A
gaan de moluculen steeds sneller bewegen
B
gaan de moleculen langzamen bewegen
C
blijft de beweging hetzelfde
D
reageren moleculen verschillend

Slide 11 - Quiz

omschrijf het absolute nulpunt

Slide 12 - Open question

hoeveel graden Celsius is het absolute nulpunt?
A
0
B
273
C
-273
D
-445

Slide 13 - Quiz

reken om:
hoeveel graden Celsius = 351 Kelvin

Slide 14 - Open question

reken om
Hoeveel Kelvin is 5 graden Celsius

Slide 15 - Open question

hoeveel is de druk in kPa bij -273 graden Celsius
A
-273 kPa
B
0 kPa
C
273 kPa
D
kan je niet vergelijken.

Slide 16 - Quiz