Gebergtevorming (2e klas)

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Gebergtevorming (par. 2.4)

Verschil dikte oceaanbodem en continentale korst

Zee is niet altijd oceanische bodem, vb. Noordzee

Verschil tussen twee soorten > dichtheid

Oceanische  aardkorst

Onder oceanen

Dun

Hoge dichtheid

 

Continentale aardkorst

Onder continenten en randzeeën

Dik

Lage dichtheid

Waar is de aardkorst gemiddeld dikker, onder een continent of onder een oceaan?

1. Continent
2. Oceaan
3. Maakt niet uit

Overzichtsplaatje met divergentie en convergentie

Inzoomen op convergentie

Als de platen uit elkaar gaan heet dat (1), als ze tegen elkaar botsen heet dat (2)

1. 1 = convergent, 2 = divergent
2. 1 = divergent, 2 = convergent
3. 1 = transform, 2 = divergent
4. 1 = convergent, 2 = transform

Subductie

oceanische plaat smelt, magma hoopt zich op

continentale plaat wordt omhoog geduwd > gebergte met soms vulkanen

Waar op aarde komt
subductie voor?

Trog

• Een trog ontstaat als bij subductie de oceanische plaat naar beneden wordt gebogen
• Het is een langwerpig, zeer diepe  sleuf in de oceaanbodem

Wat als twee continentale platen botsen?

Ze gaan niet voor elkaar opzij! Frontale botsing!

Enorme kreukelzone!

Vorming zeer hoog gebergte!

Beste voorbeeld:

Himalaya

Waarom is de Himalaya zo hoog?

• Twee grote landmassa's botsen
• Snelheid van de platen is daar wat hoger

En wat als er divergente platen zijn?

mid-oceanische ruggen

divergentie

magma stroomt uit en vormt onderzese bergrug

zeebodem groeit hier aan

Waar groeit de aardkorst?

1. bij divergentie
2. bij convergentie
3. nergens
4. overal

Waarom zijn de bergen van de Himalaya zo hoog?

Waarom wordt de aarde niet groter als er nieuwe aardkorst bijkomt als er divergentie is?

huiswerk

lezen 2.4

maken 2.4 opdr.1 t/m 8